ANALYSE RECTORVERKIEZINGEN
Lesopnames en examenvrije zomer? Dit willen de drie rectorkandidaten

Binnen minder dan een maand kiest de KU Leuven een nieuwe rector. De drie kandidaten publiceerden vanochtend hun programma, Veto lijst de belangrijke punten voor jou op.
Vandaag gaat de campagne voor de aanstaande rectorverkiezingen officieel van start. Alle kandidaten publiceerden vanochtend hun programma. De voorstellen gaan van een hervorming van de academische kalender tot meer maatschappelijke standpuntinname op heikele onderwerpen als bijvoorbeeld het conflict in Gaza.
Drie kandidaten nemen het in de komende weken tegen elkaar op. Tine Baelmans, huidig vicerector Onderwijsbeleid, maakte haar kandidatuur als eerste bekend. Daarna volgden Peter Lievens, huidig vicerector Internationaal Beleid, en gastro-enterologe Severine Vermeire, sinds 2020 onderzoekscoördinator van de groep Biomedische Wetenschappen. Veto licht hun belangrijkste thema's voor jou uit.
1. Examenvrije zomer?
De drie kandidaten erkennen dat de huidige indeling van het academiejaar niet optimaal is, ook niet voor studenten. Zo is de lange tijdspanne tussen de examenperiode in januari en de herkansingen in augustus niet prestatiebevorderend. Bovendien zijn de herexamens in augustus een bijkomende last voor het personeel tijdens de voorbereiding van het nieuwe academiejaar.
Alle kandidaten geven aan op zoek te gaan naar oplossingen door rekening te houden met de faculteiten, studenten en professoren. Lievens profileert zich in ieder geval het sterkst. 'We willen structureel een onderwijs- en een examenvrije zomerperiode van minstens zes weken verankeren in de academische kalender', klinkt het in zijn programma.
Baelmans wil een specifieke coördinatiecel over GenAI, waarin zowel vakexperts als beleidsmakers hun zegje kunnen doen
Dat moet voor Lievens gepaard gaan met de verschuiving van de herexamens, dichter bij de eerste examenkansen. Die verschuiving kan volgens het programma samengaan met meer ruimte voor vooral formatieve permanente evaluatie, zolang die tijdens het academiejaar niet voor te veel druk op de studenten zorgt. Feedback met de ruimte om fouten te maken, zonder voortdurende quotering, zou daarbij centraal staan.
Baelmans wil wel nadenken over een eventuele hervorming van de academische kalender, maar doet dat liever niet overhaast. Omdat eerst 'doordacht overleg zonder voorafnames en met alle stakeholders' over het onderwerp nodig is, spreekt ze zich er nog niet definitief over uit.
Ook Vermeire plaatst vraagtekens bij een al te enthousiaste hervorming van het academiejaar. Volgens haar is de eventuele uitrol daarvan zo complex dat ze meer dan één bestuursperiode van vier jaar in beslag zou nemen. Naar eigen zeggen kan zo'n project dan ook enkel slagen na goed overleg met de Vlaamse universiteiten en de verschillende hoger onderwijsinstellingen van Associatie KU Leuven, zoals de UCLL.
2. Lesopnames
Tijdens de coronapandemie zette de universiteit grote stappen vooruit op het vlak van digitaal onderwijs. Zowat iedere aula is ondertussen ingericht met opnameapparatuur, en hoewel lesopnames niet langer verplicht zijn, wordt het gebruik ervan wel sterk aangemoedigd. Dat maakt dat ze nog steeds wijdverspreid zijn, met soms lege aula's tot gevolg.
Een gevaar waar ook de kandidaten oog voor hebben. Tine Baelmans wil resoluut kiezen voor 'KU Leuven als on campus universiteit', maar met 'minder maar meer kwaliteitsvolle fysieke contactmomenten'. Peter Lievens benadrukt dat 'het echte contact tussen docent en student' een positieve impact heeft op de leerresultaten en hamert op het belang van sociale interactie tussen studenten tijdens de lesmomenten. Ook Severine Vermeire wil on campus onderwijs stimuleren.
Vermeire ziet kansen om een 'mini-Silicon Valley' te ontwikkelen in de Lage Landen
Voor Vermeire moet dat wel vanuit het 'inclusive classroom-principe': voor bepaalde studenten – die bijvoorbeeld omwille van ziekte niet aanwezig kunnen zijn – moet online onderwijs wel voorzien worden. Ze pleit er bovendien voor om lesopnames op zijn minst kortstondig voor iedereen beschikbaar te stellen, maar te vermijden dat studenten daardoor massaal thuis of op kot blijven.
Baelmans ziet vooral een grote rol weggelegd voor het KU Leuven Learning Lab om docenten wegwijs te maken in de brede waaier aan online studiematerialen, die volgens haar studenten meer keuzes moeten geven om een eigen studiemethode te ontwikkelen. Dat zou de autonomie van het studeerproces moeten vergroten. Ook Lievens ziet in fysieke colleges die aangevuld worden met digitale componenten een manier om onderwijs flexibeler en toegankelijker te maken en studenten op hun eigen tempo te laten leren.
3. Een thuis voor internationals
Ook over de internationale studenten wordt in de programma's uitgewijd. Lievens teert daarbij op zijn ervaring als bevoegde vicerector en pakt uit met sterke taal over taal. Hij wil dat lessen uit de eerste fase in eenvoudiger Nederlands worden gegeven, en dat beleidsdocumenten en reglementen tweetalig opgesteld worden. Hij noemt de retoriek van de Vlaamse regering over Engelstalige opleidingen daarbij 'kort door de bocht'.
Vermeire en Baelmans leggen de focus elders: zij benadrukken de enorme groei van internationale studenten aan de KU Leuven, maar wijzen erop dat de moeilijkheden die zij ervaren volgens hen te weinig in de aandacht komen. In het bijzonder hun mentale welzijn en sociale integratie worden aangehaald als grote pijnpunten, al laat ook Lievens dat onderwerp niet onberoerd.
Zowel Vermeire als Baelmans willen Stuvo in de eerste plaats versterken om beter om te kunnen gaan met die specifieke problematiek, maar beseffen dat dat niet de volledige oplossing kan zijn. Vermeire benadrukt de specifieke rol die studentenvertegenwoordiging speelt bij de integratie van internationals.
Ook voor Baelmans ligt de oplossing niet enkel bij Stuvo: ze haalt aan dat een deel van de moelijkheden en frustraties die internationale studenten ervaren, te wijten is aan '[het] missen [van] de nodige voorkennis'. Ze houdt de deur open voor een beter uitgewerkt toelatings- en selectiebeleid.
Wanneer het over internationale onderzoekssamenwerkingen gaat ziet Vermeire het trouwens groot: ze ziet kansen om in de komende jaren een 'mini-Silicon Valley' te ontwikkelen in de Lage Landen op basis van de samenwerking tussen Technische Universiteit Eindhoven, KU Leuven en Aken, imec en ASML.
4. De universiteit in de wereld
De KU Leuven staat met beide voeten in de samenleving. Daarover zijn de drie kandidaten het eens, en de universiteit moet zich dan ook laten gelden op maatschappelijk relevante thema's. 'Een universiteit heeft de taak een intellectueel baken te zijn', klinkt het bij Vermeire. 'Wetenschappers kunnen zich niet tevreden stellen met enkel onderzoek: ze hebben ook de taak om kennis over moeilijke, controversiële thema's te delen met de samenleving.'
Een van die moeilijke thema's waar de universiteit zelf mee worstelt is de samenwerking met Israëlische universiteiten. Die partnerschappen kwamen vorig jaar in opspraak vanwege de nauwe banden tussen de universiteiten en de Israëlische overheid en het defensie-apparaat. De KU Leuven nam een houding aan van 'zorgvuldigheid en terughoudendheid' bij het aangaan van nieuwe samenwerkingen, maar zegde geen bestaande projecten op.
Baelmans en Lievens waren als vicerectoren betrokken bij dat beleid en in zijn functie als vicerector internationaal beleid zette Lievens nog iets meer de lijnen uit. In zijn programma erkent hij de problematiek – weliswaar zonder Israël expliciet te noemen – maar houdt hij de huidige lijn aan: 'Dit zal ook de komende jaren een grondige opvolging blijven vragen van een evenwichtig samengestelde Ethische Commissie Dual Use, Military Use en Misuse of Research en van het universiteitsbestuur.'
Lievens wil meteen werk maken van de basisfinanciering
Bij Baelmans klinkt dan weer een wat ander geluid. Ze wil op het niveau van de universiteit standpunt innemen rond 'samenwerkingsverbanden in al hun vormen' en pleit daarbij voor een 'moedige en ongebonden' houding. 'Als universitaire partners zich direct of indirect schuldig maken aan ernstige schendingen van mensenrechten of als de academische vrijheid in het gedrang komt, moeten we als KU Leuven onze verantwoordelijkheid opnemen.'
Baelmans lijkt daarin aan te sturen op een meer proactieve houding dan de universiteit tot nu toe in het dossier aannam. Vermeire spreekt zich niet uit over het beleid van de KU Leuven in het dossier, maar kijkt naar het Europese niveau. 'We bepleiten dat landen die zich schuldig maken aan grove mensenrechtenschendingen uitgesloten worden van structurele Europese financiering.'
5. Basisfinanciering?
En ook de financiering van onderzoek staat opnieuw op de agenda – een thema dat vooral leeft onder professoren en onderzoekers, die weliswaar de grootste kiesgroep uitmaken. Bij zijn eerste verkiezingscampagne, acht jaar geleden, beloofde huidig rector Luc Sels al om te onderzoeken of voor basisfinanciering aan de KU Leuven een toekomst bestaat.
Voor de financiering van hun onderzoek moeten academici vandaag steeds een aanvraag indienen bij de universiteit zelf of bij een overheid, zoals Vlaanderen, België of Europa. Die aanvragen nemen veel tijd in beslag en worden vaak niet goedgekeurd. Basisfinanciering, waarbij academici steeds kunnen terugvallen op een (beperkte) vaste pot, zou daarom een oplossing kunnen bieden. Onder Sels kwam het systeem uiteindelijk niet van de grond – tot grote onvrede van de denktank die er jaren onderzoek naar deed.
Daar wil Lievens verandering in brengen: hij wil meteen werk maken van de basisfinanciering. Als academici niet afhangen van voortdurende aanvragen, dan is er meer tijd voor interdisciplinaire samenwerking en vermindert de voortdurende interne competitie, klinkt het. Zo ontstaat meer ruimte voor langetermijnonderzoek en dus continuïteit.
Vermeire en Baelmans spreken zich nog niet definitief uit over het thema, maar willen de optie van basisfinanciering verder onderzoeken, door dialoog met de onderzoekers zelf aan te gaan. Ze geven beiden in ieder geval aan de bestaande aanvraagprocedure aan de universiteit te willen vereenvoudigen. Baelmans heeft ook oog voor het 'ODOT-beleid' – contracten voor onbepaalde duur met een einddatum – aan de universiteit en wil deze kritisch evalueren. Dat nieuwe personeelsstatuut veroorzaakte al veel commotie omdat het sociaal minder voordelig is en voor meer onzekerheid zou zorgen.
Speerpunten: AI, gender en administratieve druk
Naast bovengenoemde thema's waarover alle kandidaten een duchtig woordje spreken, lichten we enkele individuele voorstellen uit. Zo spreekt Baelmans bijvoorbeeld uitgebreid over de plaats die (generatieve) AI de komende vier jaar moet krijgen in het universitaire landschap. De plaats van genAI in de universiteit van de toekomst krijgt in elk van de programma's een plaats, maar Baelmans wil een specifieke coördinatiecel over GenAI oprichten, waarin zowel vakexperts als beleidsmakers hun zegje kunnen doen.
Wat het gebruik door studenten betreft, blijft ze lichtelijk op de vlakte: ze pleit voor 'heldere universiteitsbrede kaders en krijtlijnen' omtrent het gebruik van AI in de onderwijspraktijk – lees: ChatGPT in de les gebruiken. Opvallend is wel dat ze zich de vraag stelt welke rol AI kan spelen in studentenondersteuning – denk aan studieloopbaanbegeleiding of administratieve taakjes.
Dat brengt ons mooi bij een van Lievens' speerpunten: het verlichten van de administratieve werklast. Die windt er geen doekjes om: 'Wat het bestuur van de universiteit zelf betreft, wil ik streven naar administratieve vereenvoudiging: minder vergaderingen, minder formulieren.' Concreet zou hij voor dat takenpakket een nieuwe vicerectorspositie in het leven roepen. Die zou bijvoorbeeld voor minstens één vergadervrije week per semester moeten zorgen. Ook Baelmans wil bovendien 'écht werk maken van administratieve vereenvoudiging.'
Vermeire richt de schijnwerper op de genderongelijkheid aan de KU Leuven. Voldoende genderdiversiteit is volgens haar belangrijk om 'de diversiteit van de universitaire gemeenschap [te] weerspiegelen.' Ze wil daarvoor onder andere 'een mentorprogramma voor en door vrouwen' oprichten, en 'genderspitsen nog breder inzetten'.
Ze wil ook verdere stappen zetten in de aanpak van grensoverschrijdend gedrag aan de KU Leuven. Het beleid daarrond moet volgens haar transparanter en nog meer gecoördineerd verlopen met input uit verschillende hoeken en een rol voor externe experten in de procedure. Om procedures korter te laten verlopen, kijkt Vermeire bijvoorbeeld naar het inkorten van bepaalde termijnen om sneller tot een uitspraak te komen.