INTERVIEW BASISFINANCIERING
'Onze universiteit roept op tot evidence-based beleid, maar zelf volgt de rector zijn buikgevoel'

Professor wetenschapsfilosofie Andreas De Block zat acht jaar lang de rectorale denktank rond basisfinanciering voor. Hij blikt teleurgesteld terug op het afgelegde traject: 'De uitkomst moest altijd zijn dat basisfinanciering aan de KU Leuven niet wenselijk was.'
'Wat Sels gerealiseerd heeft rond basisfinanciering is niet meer dan window dressing, gerommel in de marge'. Professor wetenschapsfilosofie Andreas De Block (KU Leuven) is merkelijk boos wanneer we hem en professor biologie Eve Seuntjens (KU Leuven) spreken aan de vooravond van de nieuwe rectorverkiezingen. Acht jaar lang zetelden zij in de rectorale Denktank Optimale verdeling van Onderzoeksmiddelen (DOOM). Die kwam er bij het aantreden van huidig rector Luc Sels nadat die in zijn verkiezingsprogramma beloofde om te onderzoeken of en hoe basisfinanciering aan de KU Leuven geïmplementeerd kon worden.
Vlaamse onderzoekers beschikken ruwweg over twee kanalen waarlangs ze financiering voor hun onderzoek kunnen krijgen. Er is externe financiering uit Vlaanderen, België of Europa, en een interne pot met onderzoeksmiddelen aan elke universiteit: de Bijzondere Onderzoeksfinancieringsmiddelen (BOF). Om te bepalen welke voorstellen gefinancierd worden en welke niet, wordt op dit moment gebruikgemaakt van een systeem van peer review, waarbij voorstellen worden beoordeeld op hun kwaliteit maar volgens de professoren is dat systeem inefficiënt en zorgt het voor veel weggegooide tijd bij onderzoekers. De Block en Seuntjens ijveren daarom al lang voor een vorm van basisfinanciering, waarbij iedere onderzoeker die aan de minimale voorwaarden voldoet bij voorbaat (een deel van die) financiering krijgt, of een loterij bij het verdelen van onderzoeksfondsen.
Recent werd het huidige onderzoeksfinancieringssysteem aan de KU Leuven door een externe reviewcommissie tegen het licht gehouden. 'Wij hebben acht jaar lang gratis onderzoek gedaan naar dat thema. Ondanks eerdere beloftes is er vanuit het centrale niveau nauwelijks ondersteuning gekomen voor DOOM. Onze secretaris heb ik met eigen fondsen moeten betalen', gaat De Block verder. 'Maar voor die externe review werden mensen ingevlogen die gewined en gedined worden om uiteindelijk te zeggen dat de universiteit goed bezig was. Maar zij waren nauwelijks op de hoogte van het eindrapport van DOOM.'
Voelt u zich gepasseerd omdat u niet betrokken werd bij die review?
De Block: 'Ik vind het bijzonder vreemd dat ik niet ben uitgenodigd voor die review board. Zes jaar lang zat ik de werkgroep rond de verdeling van de onderzoeksmiddelen voor. We hebben alles rond basisfinanciering en andere voorstellen behoorlijk grondig doorgerekend en ik ken de literatuur rond de allocatie van onderzoeksfinanciering in ieder geval veel beter dan de leden van de expertencommissie.'
'Dan is het toch absurd dat je niet eens wordt uitgenodigd, hetzij als DOOM, hetzij als voorzitter van de werkgroep, om eens met de commissie samen te zitten. Ik heb het rapport dat uit die review kwam gelezen; die mensen hadden overduidelijk onvoldoende kennis over dit thema.'
'Er wordt nauwelijks een woord gerept over basisfinanciering. Alleen "dat het geen goed idee zou zijn om het aan de KU Leuven in te voeren", zoals in Gent het geval is. Ook ideeën rond loterijen worden weggewimpeld zonder deugdelijke argumentatie. Het is niet omdat je expertise hebt rond universiteitsrankings of impactfactoren, dat je ook iets zou weten over het systeem van projectfinanciering.'
In tegenstelling tot professor De Block was u, professor Seuntjens, wel aanwezig bij die doorlichting. Hoe werd die commissie dan samengesteld?
Seuntjens: 'Dat waren allemaal personen met een groot palmares, maar die hebben daarom nog geen expertise over dit thema. Er heerste vooral een hoerastemming, toen ik daar enkele kritische bemerkingen bij formuleerde of cijfers aanhaalde viel iedereen uit de lucht. Dat was een akelige vaststelling.'
De Block: 'Die review kwam er op voorstel van de rector, om eens kritisch in de spiegel te kijken, maar het is duidelijk dat de opzet erg gestuurd was. Naar mijn aanvoelen moest er geconcludeerd worden dat basisfinanciering geen goed plan was. De mensen die daar zetelden moesten erg afgaan op wat hen werd aangeleverd. Als ze dan nauwelijks of niet op de hoogte zijn van ons eindrapport…'
Seuntjens: 'Waarom richt je dan een werkgroep op om te onderzoeken hoe je onderzoeksfinanciering optimaliseert in je instelling? Als je toch op voorhand weet dat je niets wezenlijks wil veranderen, wat is het nut dan nog? Ik kan dat niet vatten. Er moeten redenen zijn waarom dit geen goed idee is, maar daar wordt niet transparant over gecommuniceerd.'

Hoe werd er vanuit het rectoraat gereageerd op jullie rapport?
De Block: 'We hebben echt geprobeerd samen te werken met de dienst onderzoekscoördinatie, maar de feedback die we op ons rapport kregen was bepaald defensief. Nog voor het gepubliceerd werd, heeft men geprobeerd om het rapport bij te kleuren. Zo kwamen er voorstellen om passages te verwijderen die mogelijk tot een negatieve evaluatie van de procedures konden leiden.'
Censuur?
De Block: 'Dat oordeel laat ik aan u over. Maar de initiatieven die de rector hierrond genomen heeft zijn grotendeels window dressing. Het uiteindelijke resultaat moest altijd zijn dat we verder zouden moeten doen zoals we bezig zijn. Het was nooit de bedoeling basisfinanciering echt te onderzoeken, hoewel dat wel in zijn verkiezingsprogramma stond.'
Waarom is dat?
Seuntjens: 'Er wordt dan gezegd dat het thema niet meer leeft, dat de nood aan basisfinanciering er niet meer is. Dat blijft vaag en ondertussen is het onderliggende probleem nog steeds aan de orde. Er zijn te veel academici werkzaam aan de universiteit die op dit moment geen onderzoeksfinanciering krijgen.'
'Dat betekent dat zij ook geen doctoraatsstudent kunnen aanwerven, terwijl die nochtans belangrijk zijn om ons onderwijs goed in te richten. Zij helpen namelijk tijdens practica of bij het verbeteren van taken. Waarom werf je die professoren aan als ze hun werk toch niet kunnen doen?'
De Block: 'Onze universitaire beleidsmensen roepen vaak op tot evidence-based beleid, maar als het gaat om het eigen beleid dan gaan ze af op intuïtie en wat nietszeggende correlaties. "Dat de KU Leuven het goed doet en bijgevolg basisfinanciering niet nodig zou zijn" bijvoorbeeld, maar goed op welk vlak? Het gaat dan niet om waarheidsvinding of vooruitgang van de wetenschap, maar om metrieken.'
'Dan kijken ze naar het aantal doctoraten dat afgeleverd wordt, hoeveel geld er binnengehaald wordt… Dat is een 'algemeen beheer'-benadering die wil dat de KU Leuven zo groot mogelijk is, maar dat staat haaks op waar wetenschap om draait.'
Is er wel voldoende geld om iedereen dat minimum aan onderzoeksfondsen te geven?
De Block: 'Als je naar het hele systeem kijkt, is dat er zeker. Dat betekent ook dat er op dit moment overgefinancierd wordt. Grote namen maken bijvoorbeeld meer kans om ook voor een volgend project financiering te krijgen, maar zo maak je het heel moeilijk om in dat circuit binnen te geraken. Als je een tijdje geen financiering krijgt, maak je minder kans om een volgend project wel goedgekeurd te krijgen. Dat is een spiraal waar je niet uitgeraakt.'
Seuntjens: 'Er wordt bij de evaluatie van onderzoeksoutput bovendien enkel gekeken naar de absolute output: hoeveel doctoraten, hoeveel papers… Maar dat wordt amper afgewogen tegenover de input. Er zijn onderzoeksgroepen die op dit moment zoveel onderzoekers tellen dat ze niet langer efficiënt werken.'
'Er is ergens een optimum wat grootte van de onderzoeksfinanciering betreft, een funding sweet spot waar output maximaal is. Die is ook onderzocht per discipline en we nemen dat mee in onze berekening van hoeveel die basisfinanciering moet bedragen. We moeten meer groepen op dat optimum krijgen, in plaats van steeds meer financiering toe te kennen aan onderzoeksgroepen die nu al te log zijn.'

Een ander argument voor competitieve onderzoeksfinanciering is de incentives die het zou geven om enkel de beste projecten te financieren.
De Block: 'Bij bijna alle fundamentele onderzoeksprojecten weet je op voorhand nog niet wat die zullen opleveren. Dat zijn allemaal beloftes die grotendeels leeg zijn. Mensen bluffen over de verwachte output. Wat beoordeeld wordt, lijkt in de eerste plaats toch vooral hoe goed je bent in het schrijven van onderzoeksvoorstellen.'
'Nu heeft de universiteit geïnvesteerd in medewerkers die je helpen bij het schrijven van onderzoeksvoorstellen voor externe financiers zoals ERC of MSCA, maar dat zorgt alleen maar voor ruis in de beoordeling. Het gaat daarbij niet om of je een beter project hebt of niet, maar om hoeveel buzzwords je gebruikt, of je een titel hebt die een grappige woordspeling is. Dat soort bullshit.'
Seuntjens: 'Op voorhand stilstaan bij je onderzoek is goed tot op zekere hoogte. De slinger is nu volledig doorgeslagen. Je bent heel de tijd aan het schrijven en meestal moet je hetzelfde idee een aantal keer indienen eer het gefinancierd geraakt. Dat die prikkels wegvallen is net heel goed. Als de stress om telkens weer financiering te moeten aanvragen deels wegvalt, kan je je meer bezighouden met datgene waarvoor je bent aangenomen: onderzoek.'
De Block: 'Onder een bepaald slaagpercentage kruipt er gemiddeld meer tijd in het schrijven van onderzoeksvoorstellen dan in effectief onderzoek. We zijn daar gevaarlijk dichtbij aan het komen, als we er niet al onder zitten. Daarom probeert het universiteitsbestuur de slaagpercentages artificieel op te drijven.'
Hoe doen ze dat dan?
Seuntjens: 'Daarvoor worden allerlei trucs bovengehaald. Zo kan je niet langer een aanvraag indienen als je nog financiering hebt van een vorig project, wordt er zoveel mogelijk gestimuleerd om aanvragen samen met collega's in te dienen en mag je in het laatste jaar van een project ook geen nieuwe aanvraag indienen. Vroeger mocht dat wel, zodat je continuïteit in je financiering had, maar ze doen er alles aan om de aanvragen te verlagen zodat het slaagpercentage hoog blijft. En dan nog daalt het.'
Binnenkort komt er een nieuwe rector. Verwachten jullie een nieuwe opening naar basisfinanciering?
De Block: 'Ik neem aan dat je niet verkozen raakt als je niet over basisfinanciering spreekt.'
Seuntjens: 'Ik hoop dat er geen cynisme komt, dat mensen zich er niet bij neerleggen "dat dit nu eenmaal het systeem is en we ermee moeten leven". We hebben aangetoond dat er manieren zijn om het systeem te hervormen. Ik hoop op een rector die kritisch nadenkt en de politieke moed durft te tonen om de dingen te veranderen.'
