ANALYSE INTERNATIONALISERING
Vier jaar studentenmobiliteit: 'we zullen wellicht moeten nadenken over een verhoging van de studiegelden'

In 2017 startte Luc Sels aan zijn eerste beleidsperiode. Vier jaar later werd hij beloond met een herverkiezing, en met hernieuwde moed werd er ingezet op een continuering van het beleid, steeds met de blik op de rest van de wereld gericht. Een analyse van vier jaar internationale studentenmobiliteit.
Luc Sels en zijn team legden in 2021 een beleidsplan voor dat steunde op vijf pijlers, waarvan de eerste 'Waarachtig internationaal' heet. Peter Lievens behield zijn plek aan Sels' zijde als vice-rector Internationaal Beleid, en daarmee zijn verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van deze pijler.
Het beleidsplan was een bewuste keuze voor een voortzetting van de aanpak van de eerste beleidsperiode. Dat het aantal internationale studenten aan de universiteit nagenoeg verdubbelde op acht jaar tijd, is een indicatie van het feit dat het internationaliseringsbeleid van de KU Leuven met rasse schreden vooruit schoot.
1. Inschrijvingsgeld: budgetneutrale beurzen
Een dossier dat de afgelopen jaren regelmatig de aandacht wist op te zoeken, was de verhoging van de inschrijvingsgelden voor niet-EER-studenten - alle studenten die niet uit een EU-land, Liechtenstein, Noorwegen of IJsland komen dus.
'Tijdens de eerste beleidsperiode werd daar inderdaad een verhoging van enkele honderden euro's ingevoerd', bevestigt Peter Lievens, vicerector Internationaal Beleid en kandidaat bij de aanstaande rectorverkiezingen. 'Dat hebben we gedaan omdat de groep enorm gegroeid is. Studenten toelaten en ontvangen vraagt extra werk, en van de overheid krijgen we geen extra geld.'
Ondanks de verhoging van de studiegelden, worden er ook veel inspanningen gedaan om de kosten voor studenten te drukken. Het Beleidsplan 2021-2025 spreekt van 'universiteitsbrede richtlijnen voor beurzen en waivers' - waivers zijn een korting op het inschrijvingsgeld - als antwoord op de verhoogde inschrijvingsgelden.
'Barrières opwerpen voor studenten die willen deelnemen aan het hoger onderwijs is iets dat niet goedgekeurd kan worden'
Christiana Galani, ex-mandataris Internationaal bij Stura
'De meeste faculteiten voorzien in een waiver-beleid, dat vaak wordt ingezet voor studenten uit landen met een lager inkomen', vertelt Lievens. 'Het is echter volledig aan de faculteit zelf om dat beleid te bepalen.' Naast waivers is er ook een nieuwe reeks beurzen beschikbaar gemaakt voor internationale studenten.
Christiana Galani, mandataris Internationaal bij Stura van 2021 tot 2024, relativeert: 'Die nieuwe beurzen moeten budgetneutraal zijn, alle middelen worden dus via fondsenwerving binnengehaald.'
Elk van de drie regio's van de Global South krijgt een beurs toegekend, en het nieuwe initiatief is goed voor twee bijkomende beurzen. 'Er zijn dus vijf beurzen in totaal, maar een student kan natuurlijk maar van één regio zijn, dus dat maakt dat er de facto maximaal drie beurzen per regio beschikbaar zijn voor telkens duizenden studenten', aldus Galani.
In het Vlaamse regeerakkoord wordt de financiering van niet-EER-studenten teruggebracht tot twee procent van het totale aantal studenten. De KU Leuven, met meer dan acht procent niet-EER-studenten, dreigt door deze maatregel nog dieper in de zakken van studenten te moeten gaan tasten.
'Als het aandeel van gefinancierde niet-Europese studenten inderdaad beperkt wordt tot twee procent, zal de KU Leuven samen met de VUB proportioneel meer middelen verliezen dan de andere Vlaamse universiteiten', bevestigt Lievens. 'Dat betekent dat we wellicht opnieuw zullen moeten nadenken over een verhoging van de studiegelden.'
2. Kwaliteitscontrole: noodzaak of oneerlijke barrière?
Reeds tijdens Sels' eerste beleidsperiode vormde kwaliteitscontrole van inkomende studenten een struikelblok. Uiteenlopende standaarden in het buitenland vereisen een beleid dat kan verzekeren dat alle studenten die starten aan de KU Leuven, ook kunnen afstuderen.
Het is voor Philippe Muchez, decaan van de faculteit Wetenschappen, essentieel om na te gaan of inkomende studenten wel geschikt zijn voor een doctoraat: 'Topstudenten gaan naar het buitenland, studenten binnenhalen die dan niet slagen kan niet de bedoeling zijn.'
'Het is veel makkelijker voor Belgische studenten om een kot te vinden op de private huurmarkt'
Christiana Galani, ex-mandataris Internationaal bij Stura
'We hebben een nota opgesteld waarin alle best practices van verschillende faculteiten samengebundeld werden', reageert Lievens. 'We hebben echter niet gekozen voor een uniforme, universiteitsbrede aanpak. De verantwoordelijkheid ligt nog steeds bij de faculteiten.'
Lievens illustreert met een voorbeeld: 'Een kloosterzuster die theologie komt volgen of iemand die instroomt in een masteropleiding Ingenieurswetenschappen zijn totaal andere profielen, en vragen dus om een totaal ander facultair beleid.'
Galani ziet een zorgwekkende evolutie: 'De kwaliteitsvoorwaarden worden elk jaar hoger. Barrières opwerpen voor studenten die willen deelnemen aan het hoger onderwijs is iets dat niet goedgekeurd kan worden. Het is begrijpelijk dat je een minimum aan voorwaarden stelt, maar dat minimum zou hetzelfde moeten zijn als dat voor Belgische studenten.'
Volgens Zeger Debyser, gewoon hoogleraar aan de faculteit Geneeskunde en fractieleider van N-VA Leuven, mogen de kwaliteitscontroles strenger: 'Bij internationale masterstudenten blijkt de bachelor die ze hebben gedaan soms helemaal niet aan te sluiten bij de master die ze in Leuven volgen.'
Hij weegt de maatschappelijke kosten en baten tegen elkaar af: 'Internationale studenten faciliteren kost veel geld voor onze maatschappij, dan mag je toch een zeker niveau verwachten? Al blijft het natuurlijk belangrijk dat we buitenlands talent blijven aantrekken.'
'Er wordt gefluisterd dat de verengelsing vooral omwille financiële redenen is, en niet om wat internationalisering zou moeten zijn'
Zeger Debyser, gewoon hoogleraar faculteit Geneeskunde
De nieuwe Vlaamse regering - waar de N-VA deel van uitmaakt - zet erg in op het ontwikkelen van een kenniseconomie. 'Vlaanderen zal talent nodig hebben, en we vinden dat talent niet alleen in Vlaanderen', beaamt Lievens. 'De universiteit speelt maatschappelijk een belangrijke rol in kennismigratie'.
Wanneer het aankomt op maatschappelijke kosten is Lievens een andere mening dan Debyser toegedaan: 'We hebben in 2019 een studie laten uitvoeren die dat onderzocht. Daaruit bleek dat ongeveer de helft van internationals meerdere jaren na afstuderen hier aan de slag gaat. Uiteindelijk heb je dan ongeveer drie keer meer inkomsten van deze studenten dan kosten.'
'Ik ben akkoord met het feit dat het hier om een investering gaat', reageert Debyser. 'Maar je zou die middelen even goed kunnen investeren in iets anders, iets dat ook drie keer meer opbrengt.'
3. Huisvesting: vierduizend extra studentenkamers
Debyser haalt ook een studie aan, die aantoont dat het kotentekort dat veel universiteitssteden teistert vooral te wijten is aan de groei van het aantal internationale studenten: 'Je krijgt een soort verdringing, dat ervoor zorgt dat onze eigen studenten niet meer op kot kunnen en moeten gaan pendelen. Bovendien drukt het kotentekort op de woningmarkt in Leuven.'
'De snelle groei van het aantal studenten zorgt inderdaad voor wat uitdagingen', beaamt Lievens. 'Al tijdens de vorige beleidsperiode trokken we de conclusie dat er zo'n vierduizend extra studentenkamers nodig zouden zijn, over een termijn van vijf à tien jaar. We hebben systematisch ingezet op het bouwen en renoveren van nieuwe en bestaande huisvesting, en momenteel zijn er twee à drieduizend nieuwe kamers in gebruik of onder constructie.'
'We geven internationals de boodschap dat ze best zo snel mogelijk een kamer zoeken en dat als ze nog geen kot hebben, ze beter niet komen'
Peter Lievens, vicerector Internationaal Beleid
Nog niet de beoogde vierduizend dus, maar bijbouwen is niet de enige mogelijke route om een kotentekort te verhelpen. 'Er was ook een verandering in beleid', weet Galani, zelf een internationale student. 'Vijftig procent van de koten in residenties afhankelijk van het Algemeen Beheer van de KU Leuven en dertig procent van de koten in Stuvo-residenties zijn voorbehouden voor internationale studenten.'
'Internationale studenten maken natuurlijk niet de helft van de studentenpopulatie uit, maar het is veel makkelijker voor Belgische studenten om een kot te vinden op de private huurmarkt', aldus Galani.
4. Steenkolenengels
Robin* is doctoraatsstudent aan de faculteit Ingenieurswetenschappen en komt dagelijks in contact met internationale doctorandi. 'Internationale studenten hebben het moeilijker om hier te leven dan Vlaamse studenten', zegt hij.
'De taal is een struikelblok en ze missen een sociaal net om op terug te vallen', aldus Robin. 'Ik heb gezien dat internationale studenten hun doctoraat moesten beëindigen, iets wat ik minder zie bij Belgische studenten'. Muchez onderschrijft dat: 'We zien dat het niet goed gaat met grote percentages van de doctorandi.'
Het is een hardnekkige kritiek dat steeds meer professoren het Nederlands niet meester zijn, en niet altijd moeite doen de taal te leren. De KU Leuven is voorstander van een 'meer eigentijdse' werkwijze, met richtlijnen voor tweetalige communicatie en vertaling, maar botst daarvoor op wetgeving. 'Het lijkt wel of we van "Walen buiten" naar "Engelstaligen binnen" zijn geëvolueerd', zegt Robin.
Het debat rond verengelsing in het hoger onderwijs laaide onder de vorige Vlaamse regering regelmatig hoog op. 'Ik ben er voorstander van dat onze studenten academisch Engels leren', zegt Zeger Debyser, 'Maar dat wordt met de huidige verengelsing van de opleidingen helemaal niet bereikt.
'Moesten onze proffen nu het Engels als moedertaal hebben, zou dat een heel ander verhaal zijn. Nu zijn er veel opleidingen die gegeven worden in steenkolenengels, en waarom? Er wordt gefluisterd dat dit vooral omwille financiële redenen is, en niet om wat internationalisering zou moeten zijn.'
5. Succesvol onthaalbeleid
Een andere uitdaging die deel uitmaakt van de erfenis van Sels' eerste beleidsperiode, is het onthaalbeleid voor internationale studenten. In het Beleidsplan 2021-2025 wordt er dan ook aandacht geschonken aan 'de Orientation Days voor onze almaar talrijker internationale studenten'.
Ook de uitgaande mobiliteit loopt intussen als een trein, al heeft Covid een aantal jaar roet in het eten gegooid
'De Orientation Days in samenwerking met Pangaea en de Startersdagen - of Freshers' Days voor internationals - zijn een groot succes geweest de afgelopen jaren', vertelt Galani enthousiast. 'Daarnaast was er ook nog het Buddy Programma en het Single Point of Contact.'
Bij die laatste kunnen buitenlandse studenten met vragen terecht bij één enkele persoon die hen vervolgens naar de juiste dienst doorverwijst, in plaats van hun weg te moeten zoeken door het administratieve doolhof van de universiteit.
'Een belangrijk luik van het onthaalbeleid is de communicatie naar internationale studenten vóór dat ze naar Leuven komen', vertelt Lievens. 'Toen ik begon in 2017, werden studenten aangemoedigd om naar hier komen en een tijdelijk verblijf te huren totdat ze een kot hadden gevonden. Nu geven we hen de boodschap dat ze best zo snel mogelijk een kamer zoeken en dat als ze nog geen kot hebben, ze beter niet komen.'
6. Studenten naar het buitenland
Ook de uitgaande mobiliteit loopt intussen als een trein. Het allereerste uitgewerkte punt in het beleidsplan is de doelstelling om tegen 2025 naar meer dan vijftig procent studenten met een internationale ervaring te evolueren.
'Tegen het einde van de eerste beleidsperiode zaten we aan zo'n veertig procent', herinnert Lievens zich. 'Covid heeft een aantal jaren roet in het eten gegooid, maar intussen zitten we opnieuw in stijgende lijn. De exacte cijfers voor dit academiejaar zijn echter nog niet gekend.'
'Naast de Erasmus-uitwisselingen binnen Europa sturen we ook veel mensen naar instellingen buiten Europa', vertelt Lievens. Dat doet de universiteit mede via het Global Exchange Programme, waarbij er op universiteitsniveau een samenwerking wordt afgesproken, waarna de faculteiten studenten kunnen uitwisselen.
Lievens legt uit hoe de universiteit studenten naar niet-Europese landen stuurt: 'We hebben onder meer ingezet op een pak meer reis- of studiebeurzen, met middelen van het International Office.' Waar er oorspronkelijk een tweehonderdtal beurzen beschikbaar waren, kunnen studenten nu gebruikmaken van ongeveer achthonderd beurzen.
Ook de stappen die een student moet ondernemen om aanspraak te kunnen maken op een beurs zijn vereenvoudigd, aldus Lievens. 'Vroeger moest je voor elk type beurs een verschillende aanvraag indienen. Wij hebben ervoor gezorgd dat een student nog maar één aanvraag moet indienen, waarna wij kijken voor welke beurs de student in aanmerking komt.'
*Robin is een gefingeerde naam. Zijn echte naam is bekend bij de redactie.