REPORTAGE JAZZ
Jazz leeft in Leuven!

Bij het genre jazz denk je misschien aan oude saxofonisten en vergrijsde pianospelers in stoffige bruine cafés. De Leuvense scene is echter bruisender dan ooit tevoren.
Het is kwart voor negen op zondagavond. Wie in het STUKcafé op de Naamsestraat nog een tafeltje wilt bemachtigen komt van een koude kermis thuis: alle plaatsen zijn ingenomen door studenten die met vrienden bijpraten, nerveuze eerste dates, een vitaal seniorenclubje.
De spotlights zijn gericht op het podiumpje dat — het lijkt bijna per ongeluk daar geplaatst — temidden het café geplaatst is. Binnen een kwartier speelt daar een jazzact, zoals 's zondags steevast het geval is.
Die jazz is ondertussen moeilijk weg te denken uit Leuven. Naast die wekelijkse jazzavonden in STUK biedt de stad ons jazzfestivals (zoals het onlangs gepasseerde Leuven Jazz) en jazzcafés als de Blauwe Kater en de Reynaut. De afgelopen vijf jaar zijn de inschrijvingsaantallen van de afstudeerrichting Jazz bij het LUCA bovendien met bijna vijftig procent gestegen.
Docenten van wereldklasse
Die studenten zijn alvast te spreken over de kwaliteit van de muziekscholen hier. Neem Pjotr Paeshuyse: na een artistieke bachelor en master in de Jazz op zijn palmares te schrijven, volgt hij nu de educatieve master. 'Ik denk dat ik gekozen heb voor het Lemmens omdat Dré Pallemaerts daar les geeft. Dat is de drumdocent daar, en dat vind ik een van de beste drummers van België – eigenlijk van de wereld zelfs.'
Paeshuyse speelde al een paar keer op de bovengenoemde Jazz op Zondag-avonden. Hij vertelt vol passie: 'Onlangs opende ik twee jams, dat was heel fijn. Heel professioneel ook, met geluidstechniekers en de rode en blauwe lampen; dat doet ook veel aan de sfeer. Er komt altijd veel volk naartoe en je merkt ook aan het publiek dat ze het altijd nice vinden.'
'Iedereen zou toch wel een plek moeten krijgen in de Leuvense jazzscene'
Danny Theuwis, organisator Leuven Jazz
Een van die mensen die aan de professionaliteit van Jazz Op Zondag bijdragen is Lana Lievezoons. Na een studie Muziekmanagement kwam ze bij het STUK terecht. Ook zij is te spreken over die Leuvense jazzscene. 'Er zijn al veel jazzopportuniteiten in Leuven – denk aan de jams, de activiteiten van 30CC en Jazz op Zondag – maar het kan nog altijd meer worden.'
En er is daadwerkelijk meer op til. 'Ik heb het gevoel dat het in Leuven heel hard aan het groeien is. Dat is vooral aan de Lenny te danken' weet Paeshuyse ons te vertellen. Die Lennart Henderickx – Lenny dus, voor de vrienden – organiseert aan de lopende band jamsessies en andere speelmomenten. 'Hij heeft in Leuven echt wel een nieuwe wind in de jazzscene geblazen.'
Een scene opstarten
Niet getalmd: Veto trok naar de LUCA School of Arts om er Henderickx te spreken. 'Ik ben zelf vier jaar geleden jazz beginnen studeren', steekt hij van wal. 'Dat was net na corona, en qua scene was er niets. Dat terwijl andere steden met conservatoria – denk aan Antwerpen, Brussel, Gent – een aantal wekelijkse speelmomenten hebben. Hier in Leuven kon je op de muziekschool (het SLAC, red.) nog niet eens jazz studeren.'
Henderickx bekloeg zich het gebrek aan laagdrempelige, toegankelijke kansen om jazz te spelen. 'Op dinsdag is er hier een informele sessie, maar dat is ook niet het echte werk: je kunt stoppen in het midden van een nummer. Bij zo'n jamsessie is al dat publiek aan het kijken: dat is een echt concert.'
Ze zeiden: "We geloven in je droom, we zien dat je iets hebt opgebouwd"
Lennart Henderickx
Zodoende borrelde het bij de LUCA-studenten om iets op poten te zetten. 'Moene Peeters, een drummer die in Leuven een enorm netwerk heeft, introduceerde me dan bij plekjes die misschien zouden openstaan voor jamsessies te hosten. Op 5 maart 2023 hielden we dan de eerste jam in de Reynaert.'
'Als we daar spelen hoor je het doorheen heel de straat – maar we hebben nog nooit klachten gehad van de buren! Het is er dan precies of je in New York in de jazzbuurt aan het rondlopen bent.' Het startschot was gegeven, de Instagrampagina aangemaakt.
Naast de Reynaert en het STUK organiseert Henderickx ook in jeugdhuis SOJO in Kessel-Lo jamsessies, en wel met steun van MijnLeuven. Zo krijgen de muzikanten een vergoeding voor de muziek die ze opvoeren. 'De stad was laaiend enthousiast toen ik met dat subsidiedossier aankwam. Ze zeiden: "We geloven in je droom, we zien dat je iets opgebouwd hebt en dat er publiek is.'''
Henderickx vindt het belangrijk dat die vergoeding er ook is: 'Sommige speelkansen die op studenten gericht zijn, betalen hun artiesten niet; dat is dan zogenaamd in exposure dat ze betaald krijgen. Dan denk ik: "Ja, toevallig, mijn huur deze maand is precies tien exposures." Het is niet omdat we nog studeren dat het geen belangrijk deel van ons inkomen vormt; veel muziekstudenten zijn gewoon al actief in het werkveld, als uitvoerend muzikant of als leerkracht.'
'Ik voel heel veel enthousiasme', rondt hij ons gesprek af, 'onder de muzikanten en onder het publiek. We zijn er echt wel in geslaagd om aan gemeenschapsvorming te doen: het zijn steeds gemeenschappelijke projecten en daar ontstaan mooie vriendschappen uit.'
Een festival in elkaar puzzelen
Achter de schermen wordt er bovendien hard gewerkt om de Leuvenaren van meer jazz te laten proeven. Danny Theuwis, programmator van het jaarlijkse festival Leuven Jazz, vertelt enthousiast over het integreren van jazz in de stad: 'We zijn een stadsfestival, en dat willen we ook bespelen. In Brussel heb je bijvoorbeeld in het concertgebouw Flagey het festival Brussels Jazz, dat is ook een tiental dagen. Maar dat is één enkel gebouw.'
'We kiezen er hier voor allerlei partners te betrekken: de Appeltuin krijgt een plek, Campus Corso is een nieuwe speelplek, de SOJO wordt betrokken, in Museum M plaatste ik twee vrouwelijke artiesten in het kader van een expo van twee vrouwelijke kunstenaars. Dat geeft de gelegenheid om wat te spreiden, om wat diversiteit in het programma te steken. Je kunt de stad als het ware bespelen', zegt Theuwis.
Zo'n festival staat niet zomaar op poten, en kiezen is verliezen: 'Er is zoveel aanbod en je krijgt zoveel vragen, maar helaas kun je niet op alles "ja" zeggen. Soms kies je iets waarvan je denkt: "Dit is fantastisch", dan kom je nog iets tegen wat je óók fantastisch vindt, dan moet je kiezen', zegt Theuwis.
'Bij jazz is dat soms juist leuk als er dingen fout gaan'
Pjotr Paeshuyse
'Ik steek daar heel veel mijn eigen persoonlijkheid wel in, of dat probeer ik toch. Ik let ook heel hard op gendergelijkheid, en op diversiteit qua smaken en disciplines binnen de jazz: jong, oud, gevestigde namen, jong talent – Leuvens talent. Iedereen zou toch wel een plek moeten krijgen', vervolgt Theuwis.
En er zit een evolutie in die scene van ons, meent Theuwis: 'Ik vind – dat zeg ik ook altijd tegen buitenlandse collega's – dat wij een hele rijke jazzscene hebben. Ook de focus op het Franstalige, het Brusselse, daar is nu een heel actieve, dynamische scene. Jong, fris, groovy: denk aan bands als ECHT!, Tukan, KAU. Die beweging zit erin. In Vlaanderen is die al iets vroeger ingezet, denk ik.'
'Clubs in Nederland programmeren ook Belgische jazz – maar goed, je kunt niet echt eenduidig zeggen "dít is Belgische jazz". We zijn al zo'n surrealistisch land, en dat geldt voor onze jazz ook. Wat goed is: we zijn zó verscheiden, zo divers.'
Brussel and beyond
Die diversiteit toont zich volgens Renaud Verstraete, RTBF-journalist en regisseur van de documentaire Jazz Of Belgium het beste in Brussel. 'Het begrip "Brussels Sound" bestaat voor een reden. Er is echt wel een gemene deler in al die bands: ze reproduceren elektronische muziek, moderne muziek die je in een club zou horen, maar dan met traditionele instrumenten.'
'Bands als ECHT!, Jean-Paul Groove en Tukan doen dat bijvoorbeeld. Dat is heel specifiek aan Brussel, het is allemaal heel hybride. Tegelijk was het heel moeilijk om dat in de documentaire te vatten: we probeerden een stilstaand beeld van een bewegende scene te brengen', zegt Verstraete.
'Er is hier in Brussel ook echt een sterke community. Er heerst een sfeer van vriendschappelijke competitie, een heel positieve sfeer: iedereen wilt elkaar de top helpen bereiken', vervolgt hij. 'Onze buurlanden beginnen plots ook heel geïnteresseerd te geraken in onze scene. Ons land heeft een minder gewichtige jazztraditie, dat is bij wijze van spreke minder een juk op de schouders van de jazzstudenten. Dat geeft ons een vrijheid van experimenteren waar andere landen jaloers op zijn.'
Afijn, we mogen concluderen: de jazz leeft in onze contreien als nooit tevoren. Wat maakt dat genre nu net zo geliefd bij de beoefenaars? Paeshuyse is alvast lovend: 'Jazz is misschien iets meer open, er is meer ruimte voor improvisatie. Bij pop is de structuur vaak al perfect; dat doe je gewoon en that’s it – wat ook goed is. Maar bij pop is het een beetje de bedoeling dat je geen fouten maakt en alles perfect doet, en bij jazz is dat soms juist leuk als er dingen fout gaan. Allez, niet helemaal fucked up, hè, maar dat geeft soms zo juist iets extra… Je merkt dat daar de attitude een beetje anders is.'