DE LEGENDE ILSE DEGREEF

'Zeggen dat studenten gepamperd worden, vind ik oneerlijk'

Bij het brede publiek is orthopedist Ilse Degreef bekend van haar deelname aan het programma Topdokters. In oktober van dit academiejaar kwam ze onder de aandacht toen ze op haar rode Harley Davidson de aula binnen kwam gereden ten voordele van 'Proffen tegen kanker'.

Gepubliceerd

Reeks: De legende

Er komt een moment waarop je reputatie zich gestaag en genadeloos verspreidt en zich aan je vast beitelt. Dat is het moment waarop je een legende wordt.

In deze reeks voelen we verschillende befaamde professoren aan de tand. Wie zijn ze? Wat doen ze? En wat drijft hen?

Bij het binnenwandelen in het kantoor van Ilse Degreef vallen onmiddellijk de vele beeldjes op van handen, haar specialiteit als orthopedist: 'Mijn kleine obsessie. De anatomie ervan is bijzonder complex, het wordt nooit saai.'

'De legende?', vraagt de goedlachse professor wanneer we onze reeks uitleggen, 'Dan voel ik me oud. Maar de vorige professor in deze reeks was nog net iets ouder zeker? Dan is het oké.'

Wanneer we haar vragen naar haar studententijd, is het nadenken geblazen: 'Ik leefde mijn leven vooral buiten de universiteit. Al waren er zeker wel leuke momenten, misschien zelfs een aantal schandalige.'

Schandalige dingen zegt u. Vertel eens?
Ilse Degreef: 'Ik kan me nog herinneren dat we in het eerste jaar les hadden in een heel langwerpig auditorium - ondertussen is dat onmogelijk. Ik schoof me dan achteraan bij de studenten aan, en dan bleek dat mijn jaargenoten daar gewoon frietjes aan het eten waren.'

'Ik wou eigenlijk een pilotenopleiding volgen'

'Ik vond dat toch wel schandalig (lacht). Misschien is dat niet te pletter schandalig, maar ik zou het toch niet appreciëren als zoiets in mijn les zou gebeuren.'

Was het al van jongs af aan een droom om arts te worden?
'Neen. Ik was eigenlijk zeker dat ik dat nooit wilde worden. Nooit! Ik vond dat niets voor mij. "Ik kan niet voor mensen zorgen", dacht ik zelfs.'

Een nogal atypische houding als geneeskundestudent. En toch bent u er uiteindelijk beland?
'Ik wou eigenlijk een pilotenopleiding volgen. Ik heb me in het midden van het eerste jaar Geneeskunde aangesloten, omdat ik nog een jaar moest wachten voor ik kon starten. Ik was immers nog geen achttien en had dus het verplichte rijbewijs nog niet. Het idee toen was louter om mezelf nog een jaar bezig te houden. Wiskunde, de studie waar ik dat academiejaar mee begonnen was, vond ik oersaai...'

'Mensen vonden dat toen gedurfd van mij. Ik weet nog dat er een groepje studenten over mij aan het babbelen was in de aula: "Er is hier een zottin die is begonnen in januari.” Na een tijdje moest ik dan zeggen "ja dat klopt, ik ben die zottin. "' (Lacht)

Maar waarom koos u dan specifiek voor Geneeskunde?
'Omdat dat me inhoudelijk het meest interesseerde. Ik wilde een halfjaar mijn hersenen amuseren met iets wat interessant was, en geneeskunde bleek aan al mijn wensen te voldoen. Toen ik dat jaar plots met onderscheiding slaagde, dacht ik: "Oei, misschien dat geneeskunde me toch ligt."'

Ilse Degreef

  • Studeerde geneeskunde aan de KU Leuven.

  • Behaalde doctoraat in hand-, elleboog- en microchirurgie.

  • Geeft sinds 2009 les aan campus Gasthuisberg. Werd in 2019 hoogleraar.

  • Is kliniekhoofd Orthopedie aan het UZ leuven.

  • Is avontuurlijk ingesteld en een grote liefhebber van motors.

'Dat was wel een chaotisch jaar. Ik moest zes maanden inhalen zonder cursussen. Er bestond nog geen Toledo natuurlijk. Ik moest bedelen bij mijn collega’s voor lesnotities.'

'Ook bij professoren was dat het geval. Ik had bijvoorbeeld nooit het vak plantkunde gevolgd, maar moest er wel het examen afleggen. Toen ik vroeg aan de prof of ik eens in de microscoop mocht kijken naar de plantjes, zodat ik ten minste wist wat ik moest herkennen op het examen, antwoordde die: "Als je ervoor kiest om zo laat aan geneeskunde te beginnen, dan moet je het ook zelf oplossen. Trek je plan maar." Door die microscoop mocht ik dus niet kijken.'

Toledo bestond toen inderdaad nog niet. Denkt u dat studenten het vandaag gemakkelijker hebben?
'Oh nee. Ik denk niet dat je het gemakkelijker of moeilijker kan noemen. De universiteit is altijd moeilijk, daarom is het ook de universiteit. Het onderscheid je toch een beetje van de rest.'

(Denkt na) 'Er is gewoon al zoveel kennis verworven. Die blijft ook alleen maar stijgen, de hoeveelheid materiaal om te bestuderen neemt niet af. Het feit dat je vandaag al die extra mogelijkheden krijgt, maakt juist dat je meer kennis kan verwerven. Ik denk dus dat het in verhouding is.'

Bent u dan ook een voorstander van lesopnames?
'Absoluut! Ik vind dat een fantastische evolutie. Ik ervaar het voordeel ook zelf natuurlijk. En ik zie het nut ervan bij onze oudste dochter, die nu in haar derde jaar zit. Maar ik vind het ook wel gewoon leuk om naar mijn collega’s te kijken.' (lacht)

'We programmeren onzekerheid door altijd te zeggen dat het niet goed gaat met ons'

'Vroeger waren er trouwens ook veel studenten die nooit naar de les kwamen, maar alsnog hun diploma’s perfect binnenhaalden. Iedereen is anders: sommigen hebben die hoorcolleges nodig, anderen hebben dan meer aan pure theorie om vervolgens de lesstof op hun eigen manier bijeen te puzzelen.'

Dus als opiniemakers spreken over de studenten vandaag als een 'pampergeneratie', dan gaat u niet akkoord?
'Nee, natuurlijk niet. Ik vind dat geen eerlijk oordeel. En ik zeg dat niet omdat jullie voor mij zitten (Lacht).'

'Ik zie dat sentiment eerder als een breder maatschappelijk probleem. Mensen zeggen tegenwoordig te vaak dat het allemaal te veel is voor hen, en dat ze tijd moeten nemen voor zichzelf, omdat ze het niet gaan aankunnen. Zo programmeer je onzekerheid. Ik denk dat we meer moeten inzien dat het leven wel degelijk leuk is, maar dat die ups en downs er gewoon bij horen.'

'Want wanneer er mensen uitvallen, heeft de persoon die dat werk moet opvangen zelf minder tijd. Voor mijn sector betekent dat dat diegenen die écht geholpen moeten worden niet meer de juiste hulp krijgen. Dat vind ik een probleem, maar ik ga dat niet aan een generatie wijten.'

Aan Het Laatste Nieuws zei u: "Waarom zouden academici alleen maar streng moeten zijn?" Wat bedoelt u daarmee?
(Denkt na) 'Ik kan niet in het hoofd van iemand anders kruipen, maar ik veronderstel dat er ook mensen zijn die écht altijd ernstig zijn. Ik vind vooral dat je jezelf moet kunnen blijven. Maar je moet je beroep met waardigheid inkleden. Als chirurg – en eigenlijk ook bij andere beroepen – wordt je job een deel van je persoonlijkheid.'

'Maar de manier waarop je het gelukkigst bent, is door dicht bij jezelf te staan. In dat geval ben ik iemand die niet al te ernstig is. Maar iedereen is anders.'

Is die uitgelatenheid dan toch iets wat u mist bij collega's?
'Ik begrijp dat voor sommigen die leutige houding onbegrijpelijk is. Ik kan al eens een grap maken op een vergadering waarbij de meerderheid erg ernstig is. Dan krijg je af en toe eens ogen natuurlijk, maar op den duur kennen ze je uiteindelijk wel (lacht).'

'Maar ik ben wel degelijk ernstig. Ik lach zeker niet alles weg, maar je moet ook een beetje kunnen relativeren.'

Om af te sluiten: u zit af en toe op Twitter. Tegenwoordig is iedereen daar plots een expert in van alles en nog wat. Stoort u zich daaraan?
'Het is eigen aan een democratie dat iedereen mag zeggen wat hij wil. Mensen zijn vaak ofwel bereid iets bij te leren, ofwel helemaal niet. Maar in een maatschappij moet je beseffen dat je nooit alles weet, en dus moet blijven bijleren.'

'Mensen moeten vooral bereid zijn om naar elkaar te luisteren. Doordat dat mijn basishouding is, eindigen de meeste discussies op Twitter positief. Ik zit trouwens nog wel best veel op Twitter. Dat is een beetje mijn kleine hobby terwijl ik hier binnen opgesloten zit (Lacht).'



Powered by Labrador CMS