NAVRAAG JULIEN DE WIT
'We proberen een stem te zijn voor de studenten die niet gehoord worden'
Julien De Wit is voorzitter van de Vlaamse Vereniging van Studenten (VVS). Hij is al jaren actief binnen de studentenvertegenwoordiging en zag moeilijke dossiers passeren: 'Op een bepaald moment was ik echt gedesillusioneerd.'
Julien De Wit is al vijf jaar studentenvertegenwoordiger. Hij zetelde eerst drie jaar in de studentenraad van de Universiteit Antwerpen en is nu al twee jaar actief binnen het bestuur van VVS, waarvoor hij dit jaar de rol van voorzitter op zich neemt.
Hij heeft het met ons over boeken, vertegenwoordiging, diversiteit in het hoger onderwijs, de jeugd van tegenwoordig en de verkiezingskoorts.
Je hebt al erg veel gedaan in uiteenlopende domeinen. Hoe zou je jezelf introduceren bij mensen die je niet kennen?
Julien De Wit: 'Dat vind ik heel moeilijk. Ik som niet graag dingen op. Ik probeer gewoon open-minded te zijn en de kansen te grijpen waar ze zich voordoen. Het gaat om wie je bent als persoon. Alles wat ik daarnaast doe, vloeit daaruit voort. Ik probeer nieuwsgierig te blijven naar alles wat op mijn pad komt.'
Samen met N-VA-parlementslid Koen Metsu heb je een boek geschreven over terreur, hoe ben je daarop terechtgekomen?
'Toen ik achttien jaar was, won ik de prijs voor het beste opiniestuk van Vlaanderen. Koen Metsu was de burgemeester van mijn gemeente en zo ben ik bij dat project terechtgekomen. Ik wilde het wel enkel doen op voorwaarde dat ik geen partij-instrument zou worden: ik wilde een volwaardige, onafhankelijke co-auteur zijn.'
'Het voordeel van er als leek in te duiken, is dat je alles op een basisniveau kan uitleggen. Uiteindelijk was het een super leerrijke ervaring en heb ik met heel veel interessante mensen mogen spreken.'
Je bent duidelijk een jongere met een mening en schrijft ook regelmatig een opiniestuk. Denk je dat het voldoende duidelijk is wanneer je spreekt als 'Julien' en wanneer je dat doet als VVS-voorzitter?
'Dat is inderdaad een moeilijke evenwichtsoefening. Ik let er wel op. Ik probeer goed te onderbouwen wat ik schrijf zodat ik het kan verdedigen als er kritiek op zou komen.'
'Bij de mijlpaal was het heel duidelijk dat de Vlaamse regering haar plannen ging doorzetten'
'Ik probeer mijn teksten wel altijd binnen het bestuur van VVS en onze communicatieafdeling goed te laten nalezen, zodat er zeker niets in het verkeerde keelgat zou schieten.'
Hoe ziet je toekomst bij VVS eruit?
'Dat wacht ik nog even af. Ik voel er zeker nog iets voor om te blijven. Het zijn volgend jaar ook verkiezingen, wat altijd erg interessant is.'
Je hebt er nu al twee jaar opzitten als bestuurder, waarvan één jaar als voorzitter. Waar ben je het meest trots op?
'Niet meteen iets specifieks, maar als je berichtjes krijgt van studenten – ook studenten die je totaal niet kent – om ons te bedanken, dan voel je wel dat je iets goeds hebt gedaan. Dat is het mooiste compliment dat je kan krijgen.'
Wat was het moeilijkste moment tot nu toe?
'De knip tussen de bachelor en master (als onderdeel van het mijlpaalsysteem, red.). Toen was ik echt gedesillusioneerd. We hadden heel wat scenario's voorbereid en voorgelegd aan de beleidsmakers, maar uiteindelijk denk ik dat we het niet konden afwenden. Het was heel duidelijk dat de Vlaamse regering haar plannen ging doorzetten.'
Studentenvertegenwoordiging in Vlaanderen is erg getrapt georganiseerd. Is de modale student voldoende betrokken bij de VVS en jullie standpunten?
'We proberen studenten zeker zo veel mogelijk te betrekken, maar dat blijft inderdaad een pijnpunt. Ik denk dat dat we altijd wel met een kloof zullen blijven zitten, maar we steken veel energie in het contact met de studentenraden. Hoe vlotter die doorstroom verloopt, hoe beter we studenten kunnen vertegenwoordigen.'
'Het is belangrijk om te weten wanneer je moet zwijgen en wanneer je moet spreken'
In het verleden liep dat contact soms wat stroef. Heb je dat zelf zien veranderen?
'Ik denk zeker dat het verbeterd is. De discussies zijn soms moeilijk, maar ik heb wel het gevoel dat iedereen rond de tafel constructief is en meewerkt. Uiteraard wordt er eens tegen schenen geschopt, maar dat is eigen aan alle samenwerkingsverbanden.'
Maakt die goede samenwerking ook dat je een duidelijker mandaat hebt naar beleidsmakers toe?
'Het is belangrijk te weten wanneer je moet zwijgen en wanneer je moet spreken. Als je voor je beurt gaat spreken, dan kan dat veel moeilijkheden veroorzaken.'
Vind je dat jullie voldoende kunnen wegen op beleid?
'Ik denk dat we nu wel op het maximum zitten van hoeveel we kunnen wegen. Je zit met verkozen beleidsmakers en zij maken nu eenmaal de wetten. Wij zijn een belangenorganisatie, maar wel een die kan wegen en bepaalde dossiers op de kaart zet.'
Zoals?
'Ik denk bijvoorbeeld dat we veel invloed hadden in het debat rond koten. Het gaat dan ook om het probleem signaleren. Maar we hebben bijvoorbeeld ook hard ingezet op de betaalbaarheid van het studentenleven. We proberen steeds een stem te zijn voor de studenten die niet gehoord worden.'
De VVS wordt op dit moment bestuurd door vijf witte mannen. Hoe zie je de diversiteit binnen de VVS?
'Dat is niet goed, neen. Ik ga niet onder stoelen of banken steken dat we dat liever anders gezien hadden. Ik zie wel meer diversiteit op onze algemene vergadering, maar in het bestuur wisselt het enorm van jaar tot jaar.'
'Er wordt vaak een negatief beeld van studenten opgehangen: het zou een pampergeneratie van watjes zijn'
Waaraan ligt dat denk je?
'Sowieso is er binnen het hoger onderwijs in het algemeen nog een lange weg te gaan wat diversiteit betreft. We zullen bij de verkiezingen wel meer uitkijken naar vrouwelijke kandidaten of kandidaten met een andere culturele achtergrond.'
Wordt de stem van die studenten dan voldoende meegenomen bij de vertegenwoordiging?
'Ik hoop dat hun stem voldoende doorkomt via de commissies aan de universiteiten en hogescholen. De ene studentenraad doet het ook al beter dan de andere op dat vlak. Maar sowieso zie ik dat in de toekomst liever anders. Universiteiten en hogescholen moeten een weerspiegeling zijn van de samenleving.'
Wat vind je de grootste uitdaging voor het hoger onderwijs op dit moment?
'Er worden steeds meer vragen gesteld bij de doorgedreven democratisering en flexibilisering van het hoger onderwijs. Daardoor hebben veel mensen een negatief beeld van studenten: het zou een pampergeneratie van watjes zijn. Het is de rol van de VVS om die beelden te nuanceren.'
'Je mag vinden dat de flexibilisering is doorgeslagen, maar sta er dan ook bij stil hoeveel studenten zich daardoor hebben kunnen ontwikkelen en konden blijven studeren. Hetzelfde geldt voor democratisering: er zijn nu misschien meer studenten dan vroeger, maar dat is een goede zaak en komt onze welvaart ook echt ten goede.'
Heeft dat slechte imago van studenten je aangezet om je nieuwe boek - Ge(e)neratie -te schrijven?
'Dat boek is er gekomen na vele gesprekken met jonge mensen de afgelopen jaren. Daarnaast heb ik ook heel wat experten leren kennen, het boek is een synthese van die twee perspectieven.'
'Ik denk dat jongeren altijd gedreven zijn om wat verkeerd loopt in de wereld te veranderen'
'Onze generatie staat erom bekend heel reactief en activistisch te zijn. Maar toen ik met jongeren sprak, merkte ik net heel veel zin voor constructief debat.'
'In mijn boek komen een heleboel thema's aan bod en probeer ik jonge mensen en experten rond die thema's samen te brengen. Door gewoon al in contact te komen met elkaar, zouden ze enorm veel van elkaar kunnen leren. Het boek is daarom ook een pleidooi om naar jonge mensen te luisteren: er zit veel expertise waar je het niet meteen zou verwachten.'
'Het boek haalt daarom bepaalde vooroordelen over jongeren aan. Zo wordt er bijvoorbeeld weleens gezegd dat jongeren minder hard willen werken en om 17u hun laptop dichtklappen om naar huis te vertrekken. Dat debat is vaak erg gepolariseerd.'
Is je boek dan een pleidooi voor meer nuance?
'Ja, onder andere.'
'Ik vraag me dan wel af hoe die kleindochters zich erbij zouden voelen dat hun opa zich zo uitlaat over anderen'
Er wordt weleens gesproken van een generatieconflict. Klopt dat? Of lijken we toch eerder op de generaties voor ons toen die jonger waren?
'Ik denk dat jongeren altijd gedreven zijn om wat verkeerd loopt in de wereld te veranderen. Dat is mooi en dat moeten we omarmen. Mensen die de term generatieconflict gebruiken, doen dat eerder om de verantwoordelijkheid van zich af te schuiven en het debat te ontlopen.'
'Dat gesprek kan inderdaad confronterend zijn. Er zit een bepaalde spanning tussen de generaties, maar de belangrijkste boodschap daarin is constructiviteit.'
Wat stemt je positief over de toekomst van ons hoger onderwijs?
'Ik denk dat studenten op dit moment wel gehoord worden. De afstand tussen de hogescholen en universiteiten enerzijds, en de studentenvertegenwoordiging anderzijds, is kleiner geworden. Dat is een goede zaak.'
'Ik vind het ook positief dat we via sociale media sneller in contact kunnen komen met elkaar en mensen zo bekommernissen kunnen uiten. Je kan nu veel sneller problemen aankaarten bij je vertegenwoordiger. Dat maakt me hoopvol dat problemen ook effectief opgelost zullen worden.'
'Sociale media zorgen daarnaast ook voor vele kleine communities waar jongeren die zoekende zijn elkaar vinden en in die zoektocht elkaar proberen te helpen.'
'De modale mens vindt politici klungelaars. "Wil je bij de klungelaars horen?", kan je je dan afvragen'
De keerzijde van die medaille is dan wel dat sociale media ook een plek van polarisatie blijken. Hoe kijk je daarnaar?
'Dat is jammer. Het is tegenwoordig eer gemakkelijk om te roepen. Het maakt me kwaad wanneer mensen met goede intenties afgekraakt worden op sociale media. Ik heb het dan niet over inhoudelijke kritiek, die kan zeker zolang het beschaafd blijft. Maar elkaar aanvallen en afmaken is echt niet oké.'
'Soms durf ik wel eens doorklikken op het profiel van iemand die een haatreactie plaatst. Dat mag je eigenlijk niet doen. Zo zag ik eens in de biografie van een profiel dat die persoon twee kleindochters had. Ik vraag me dan af wat die kleindochters zouden voelen als hun opa zich zo uitlaat over anderen. Daar wordt toch niemand beter van?'
Je hebt in je jaren als studentenvertegenwoordiger ook de keerzijde van beleidsvoering gezien. Werkte dat soms ontnuchterend?
'Ja, neem nu bijvoorbeeld het overlegcomité: dat was echt als een koehandel. Het was toen heel schrijnend om die onderhandelingen te volgen. Dan hoor je soms dat ze het eigenlijk wel met je eens zijn, maar het niet doorvoeren, omdat iedereen ongeveer evenveel moet kunnen binnenhalen voor de achterban.'
Heb je je dat spel ook een beetje eigen gemaakt?
'Dat weet ik niet. Ik denk dat als je eerlijk bent in je intenties, je altijd wel een compromis kan sluiten.'
Hoe ziet jouw persoonlijke toekomst er de komende vijf jaar uit?
'Dat is een moeilijke vraag. Vijf jaar geleden wilde ik nog dokter worden. Nu doe ik iets totaal anders. Ik laat het allemaal op mij afkomen.'
'De partijpolitiek is zo verzuurd dat ik echt bewondering heb voor mensen die er nog in willen stappen'
Vind je het een probleem dat je verbonden bent aan N-VA Edegem? Als voorzitter van de VVS moet je alle studenten vertegenwoordigen, en dat tegenover een N-VA minister.
'Ik ben enkel betrokken op het lokale niveau. Het is niet zo dat ik mezelf als een militant van de partij beschouw. Ik kan over elke partij goede en slechte dingen zeggen. Ik heb het gevoel dat ik me meer moet bewijzen, net omdat ik die partijstempel heb.'
'Ik vind dat het me tot nu toe goed gelukt is om me neutraal op te stellen. Dan denk ik bijvoorbeeld aan de kritiek die ik leverde op het beleid van Ben Weyts. Als het me om de sympathie van de minister te doen was, dan zou ik fout bezig zijn.'
Met de verkiezingen van 2024 in het vooruitzicht zullen er wel wat partijen zijn die graag een mondige jongere op hun lijst willen. Ben je al benaderd geweest?
(grijnst) 'Daar ga ik niet op antwoorden.'
'Het leven kan verschillende wendingen nemen. Die gedachte vind ik erg bevrijdend'
Dat is een 'ja' dus?
'De partijpolitiek is zo verzuurd dat ik echt bewondering heb voor mensen die er nog in willen stappen. Enerzijds heb je de pensioenschandalen, waar ik me toch wat vragen bij stel. Anderzijds ken ik ook topexperten en parlementsleden die zich keihard inzetten. Maar ik denk dat de politiek me heel wat jaren van mijn nog jonge leven zou kosten.'
Denk je dat je cynischer bent geworden over de politiek door er de afgelopen jaren zo dichtbij te staan?
'Misschien. Ik heb de politiek de laatste jaren intensief gevolgd. Langs de andere kant mag je je niet laten meeslepen door het erg dramatische beeld van sommige politieke analisten. Want dan blijf je enkel het negatieve zien.'
...wat ook tot populisme leidt.
'Ja, dat klopt. Maar zoals Isabel Albers (hoofdredacteur van zakenkrant De Tijd, red.) vorige week schreef: "Welk jong talent wil nog de politiek in?" Je wordt meteen in een hokje geduwd waar je eigenlijk niet in wil zitten. Als je mensen op de markt vraagt wat ze van politici vinden, noemen zij hen klungelaars. "Wil je bij de klungelaars horen?", kan je je dan afvragen.'
Welke raad zou je nog meegeven aan studenten?
'Ik had vroeger het gevoel dat alles wat je doet de weg bepaalt die je later moet volgen. Maar dat is niet waar, er zijn zoveel talenten die je kan ontwikkelen en zoveel zaken waar je nog van kan proeven. Het leven kan verschillende wendingen nemen. Die gedachte vind ik erg bevrijdend.'