artikel> Strijd rond doopcharter zet zich voort

Vlaams doopcharter op komst

Na een tragisch doopincident werd de druk opgevoerd voor de clubs om een doopcharter te ondertekenen. De mannenclubs hebben dit vooralsnog niet gedaan. Nu is er een Vlaams charter in de maak.

Gepubliceerd

Vorige week vrijdag werd duidelijk dat de mannenclubs de deadline van ondertekening niet gehaald hebben. Zij waren het niet eens met de inhoud van het charter en weigerden het te ondertekenen. Het Meisjesseniorenkonvent (MSK) tekende het charter wel. De mannenclubs werken naar eigen zeggen aan een intern document. Schepen studentenzaken Thomas Van Oppens reageerde teleurgesteld, aangezien de inhoud van het charter betrekking heeft op basiszaken. Het doopcharter zelf bestaat uit een algemeen document en bevat daarnaast een addendum van studentenkoepel LOKO. Vooral met de houding van LOKO lijken de clubs problemen te hebben.

Charter op maat

Dennis Laveaux, voorzitter van het Seniorenkonvent (SK) haalt verscheidene redenen aan waarom het charter (nog) niet ondertekend werd. ‘Allereerst vinden we dat de formulering, samenhang en structuur van het document te wensen over laten. Dat zorgt voor verschillende interpretatiemogelijkheden en onduidelijkheid. Ten tweede is het charter volgens ons geschreven op maat van faculteitskringen, met een heleboel zaken die niet van toepassing zijn op SK-clubs. Het lijkt ons doeltreffender om de zaken op te sommen die werkelijke problemen (binnen de studentenclubs, red.) aanpakken en bijdragen aan de veiligheid, zowel op persoonlijk vlak als voor de openbare orde. Daarom wilden we, ten derde, een addendum vanuit het SK.’

Het addendum zou onder andere een oplijsting van verantwoordelijkheden bevatten, waaronder informatieplicht aan hogere besturen, opname van allergieën en het belang van peterschap. Dat zo’n eigen document niet vroeger ontworpen werd, is volgens Laveaux te wijten aan de conflicterende schema’s van alle partners die betrokken moeten worden.

'Ik vraag me af waarom de KU Leuven zich niet aan de afspraak houdt'

Dennis Laveaux, voorzitter Seniorenkonvent Leuven

‘We zitten ook samen met oud-leden die wonen en werken over heel Vlaanderen, waardoor het proces tijd vergt', stelt Laveaux. 'Aangezien er nu geen dopen plaatsvinden, hebben we nog voor de deadline aan de KU Leuven gecommuniceerd dat we meer tijd nodig hadden. Zij begrepen onze zorgen en aanvaardden dat het charter herschreven zou moeten worden. Ik vraag me dan ook af waarom de KU Leuven zich niet gewoon aan de afspraak houdt.’

‘We vinden het erg positief dat de clubs aan een eigen charter werken’, reageert vicerector studentenbeleid Chantal Van Audenhove. ‘Daaruit blijkt dat ze nadenken over hoe het verder moet en welk gedrag wel en niet gesteld kan worden. Ik ben echter wel teleurgesteld dat ze niet ondertekend hebben. Dit verhaal loopt al lang, we hebben ook vorig jaar samengezeten naar aanleiding van eerdere incidenten.’

Hoewel ze het initiatief van de clubs toejuicht, vormt een apart charter opgesteld door de clubs zelf geen vervanging voor het doopcharter van de KU Leuven. ‘Dit document is er gekomen in samenwerking tussen de verschillende onderwijsinstellingen, de politie en de studentenvertegenwoordigers (LOKO en Studentenraad KU Leuven, red.). Een individueel charter vormt hier geen vervanging voor.’

Verzuurde relatie

Naast de inhoudelijke bedenking bij het doopcharter lijkt voor de clubs vooral de inmenging van LOKO een groot struikelblok. Zo stelt Laveaux: ‘Wij willen samenwerken met de universiteit, de politie en de stad, maar niet met LOKO. Onze verstandhouding met LOKO is altijd moeilijk geweest, maar door de recente gebeurtenissen in de media is het vertrouwen - dat al beperkt was - niet bepaald gegroeid. Persoonlijke aanvallen lossen niets op.’ Kenny Van Minsel, voorzitter van LOKO, reageert resoluut dat het partnerschap van LOKO in de besprekingen niet ter discussie staat. ‘Er wordt geen uitzonderingsstatuut gegeven aan een beperkte groep, het gaat om één regelgeving voor alle Leuvense studenten.’

'Deze deadline is er gekomen na zeven jaar blokkeren van de clubs uit, na een tragisch incident. De procedure had al veel vroeger begonnen moeten zijn’

Kenny Van Minsel, voorzitter LOKO

‘Wij zijn, in tegenstelling tot wat het SK lijkt te suggereren, niet degenen die de deadline hebben opgedrongen. De mail tot ondertekening was afkomstig vanuit de KU Leuven, niet van ons.’ Verder benadrukt Van Minsel dat LOKO’s inmenging beperkt is. ‘Het gaat ook maar om contactgegevens doorgeven en een overlastkalender invullen, zo verregaand is dat niet. Het belang van de timing beklemtoont hij wel nog. ‘Deze deadline is er gekomen na zeven jaar blokkeren van de clubs uit, na een tragisch incident. De procedure had al veel vroeger begonnen moeten zijn.’

Van Audenhove zegt weinig inspraak te hebben in de relaties tussen LOKO en de clubs, en hoopt vooral te kijken naar waar de gemene delers zitten. ‘Het is afwachten, maar misschien zijn de gelijkenissen wel groter dan de verschillen. Laat ons vooral kijken naar waarover we het eens zijn.’ De hoop op een toekomstige vlotte samenwerking lijkt echter ietwat ijdel.

Naast de officiële communicatie worden ook minder nette praktijken ingezet om de strijd door te voeren. Zo verschenen begin deze week op verschillende locaties in Leuven afdrukken van het doopcharter met daarop woorden als ‘Fuck LOKO’, evenals persoonlijke haatberichten jegens de voorzitter. Van wie de boodschappen en de posters uitgaan is nog niet duidelijk, maar de boodschap dat persoonlijke aanvallen niets oplossen wordt dus schijnbaar niet gedragen door alle betrokkenen.

Vlaams charter

Naar aanleiding van de afgelopen gebeurtenissen wordt er nu ook gewerkt aan een charter op Vlaams niveau. Op het kabinet van onderwijsminister Hilde Crevits zijn de verschillende partners meermaals samengekomen om dit meer algemene kader op te stellen. Zowel LOKO als Stura waren betrokken bij de gesprekken. ‘Snel na het incident in december heeft minister Crevits de studentenraden van KU Leuven en UAntwerpen en de VVS (Vlaamse Vereniging van Studenten, red.) samengeroepen om te praten over een charter op Vlaams niveau’, aldus Robbe Van Hoof, voorzitter van Stura. Momenteel zijn er alleen lokale charters, bijvoorbeeld in Leuven, Antwerpen, Gent en Geel. De minister wil nu een algemener kader dat een richtlijn kan vormen voor de lokale charters, en dus vertaald kan worden naar de lokale regelgevingen en tradities.

Het charter zou zich niet beperken tot dopen, maar zou van toepassing zijn op alle studentikoze activiteiten. ‘Vlaanderen heeft een rijke traditie in het studentenleven, daarvoor moeten we respect hebben, maar anderzijds is het belangrijk dat deze tradities gepaard gaan met verwachtingen en afspraken. Dat is waar men met het Vlaams kader op wil inzetten. Zo krijg je een aangename en in ludieke organisatie van studentikoze activiteiten', zodus Van Hoof. Het nu opgestelde document zou normaliter nog voor de verkiezingen naar het parlement gaan.

'Het belangrijkste aan dit Vlaamse charter is dat er ook concrete sancties mee verbonden zijn'

Robbe Van Hoof, voorzitter Stura

Het gaat om een beknopte tekst, die een kader van tien punten omvat. ‘Het belangrijkste aan dit kader is dat er ook heel concreet sancties mee verbonden zijn. Op dit moment zijn sancties afhankelijk van de tuchtreglementen van de individuele onderwijsinstellingen, maar is er geen algemeen kader’, zo verduidelijkt Van Hoof. Dit charter zou zo’n kader van basisprincipes voorzien, dat iedere student individueel moet ondertekenen. Dat zou de vorm kunnen aannemen van een addendum aan de reglementen die je als student ondertekent aan het begin van het academiejaar, of een addendum aan lokale doopcharters.

Dennis Laveaux (SK) is het idee van een Vlaams charter minder genegen: ‘Ik denk dat zoiets uiteindelijk moet groeien vanuit de basis, vanuit onszelf. Zaken opleggen van bovenaf kan soms nodig zijn maar is niet altijd de beste manier.’ Laveaux wijst erop dat de clubs zelf initiatieven nemen, die volgens hen doeltreffender zullen zijn. ‘Aangezien wij zelf met een doopgroep én algemene groep samenzitten, willen we echt wel positieve zaken realiseren.’ Op deze manier werken heeft bepaalde voordelen volgens Laveaux: ‘als je vanuit de basis werkt heb je draagvlak en moet je niet over een jaar of over een aantal jaren opnieuw gelijkaardige discussies voeren. Mensen dwingen om iets te tekenen is in onze ogen niet de juiste manier. Uiteraard willen we samenwerken maar dan moet er naar elkaar geluisterd worden.’

'Het is vanzelfsprekend dat het studentenleven gepaard gaat met plezier maken, maar de grenzeloosheid waarmee dat nu gebeurt moet aan banden gelegd worden'

Chantal Van Audenhove, Vicerector Studentenbeleid

Vicerector Studentenbeleid Van Audenhove vindt het net positief dat er over een hoger charter wordt nagedacht: ‘Ik ben blij om vast te stellen dat dezelfde bezorgdheid leeft binnen heel Vlaanderen. Minister Crevits neemt initiatief om met alle onderwijsinstellingen alsook de studentenvertegenwoordigers consensus te bereiken. Als vicerector Studentenbeleid ben ik vooral bezorgd over de gevaren die gepaard gaan met overmatig alcoholgebruik en andere risicovolle activiteiten die me vaak ter oren komen. Het is vanzelfsprekend dat het studentenleven gepaard gaat met plezier maken, maar de grenzeloosheid waarmee dat nu gebeurt moet aan banden gelegd worden.’

Powered by Labrador CMS