artikel> Hoe de studentenfuif stamt uit oude hofmakerij
Van thee tot TD
Wie enkele weken geleden stond aan te schuiven voor de Sletteren TD in een overbevolkte Albatros, kan erover meepraten: de TD is nog lang niet dood en begraven.
Half studerend Leuven gaat nog steeds overstag voor een goed ingeklede TD, in de hoop een knappe griet of een hete bonk te scoren, en als dat niet lukt, toch op zijn minst de ziel uit het lijf te dansen (en/of drinken). Maar vanwaar eigenlijk die afkorting, ‘TD’, en niet gewoon ‘fuif’ of ‘party’?
Voor een antwoord op die vraag moeten we maar liefst driehonderd jaar terug in de tijd, meer bepaald naar achttiende-eeuws Engeland. Onder het bewind van Queen Anne (1702-1714) groeide de Engelse thee-gekte naar ongekende hoogtes, en ontstonden over het hele land thee- en koffiehuisjes. In diezelfde periode werden ook de zogenaamde tea gardens populair - plaatsen waar men al wandelend thee kon degusteren.
Tea time
Vanaf de jaren 1880 veranderden deze tea gatherings. Zo werden ze volledig opengesteld voor vrouwen, die graag bijeenkwamen om te roddelen rond een lekker potje thee. Om wat extra spice toe te voegen aan de bijeenkomsten, kwam er ook steeds meer randanimatie aan te pas. Zo waren er bijvoorbeeld piano recitals, opera gezangen of zelfs gokspelletjes. Wie moedig was, waagde zich ook aan dancing on the carpet.
Zonder het te beseffen legden deze ‘Tea Dances’ of ‘Thé Dansants’ de basis voor wat de Leuvense student nog steeds kent als de ‘TD’. Vanaf het begin van de 20ste eeuw raakten de danspartijen helemaal ingeburgerd.
Voor de upper class van de samenleving was het een manier om huwbare mannen en jonge meisjes aan elkaar voor te stellen. Een groot verschil met de huidige TD is wel dat toen ook de ouders en chaperonnes, begeleiders van ongehuwde meisjes, nog aanwezig waren op de dansvloer. Er moest maar eens iemand te dicht tegen het andere geslacht gaan schuren. Wie zich toen op een Thé Dansant waagde had in het beste geval ook de walz, de tango en de charleston in de voeten.
Zonder het te beseffen legden deze ‘Tea Dances’ of ‘Thé Dansants’ de basis voor wat de Leuvense student nog steeds kent als de ‘TD’
Gezien de hoge status van de deelnemers van dit sociale evenement, werd er van hen verlangd zich in hun meest zondagse outfit uit te dossen. Je kwam naar een Thé Dansant om te kijken, én om gezien te worden.
Na de oorlog
Na de Tweede Wereldoorlog verdwenen de tea dances enigszins uit de spotlight - thee werd meer en meer gezien als een drank van de oudere generatie - en was bovendien ook een stuk duurder in de jaren na de oorlog. Door een andere invulling van het dagelijkse leven verplaatste de focus van het sociale leven zich bovendien naar de avond en de nacht, en mocht het onder impuls van de rock-‘n-roll ook al eens een stuk stouter dan een kopje thee.
In de jaren 60 kende de tea dance een opmerkelijke revival. Leden van de holebiscene, die toen maar op weinig sympathie kon rekenen, organiseerden dergelijke feestjes in de namiddag om zo ongemerkt toch sociale bijeenkomsten te organiseren. Uiteindelijk deemsterde het gebruik van de term TD weg, aangezien deze te vaak geassocieerd werd met het stereotiepe beeld dat toen vastgemaakt werd aan homoseksuele mannen. In de plaats ervan kwam het hippere T-dance.
Leuven en de TD
Wanneer de TD dan precies overgewaaid is naar de studentenwereld, is moeilijk vast te stellen. In Gent werd de eerste TD georganiseerd in het jaar 1936. Voor Leuven is een dergelijke begindatum niet voorhanden. Wel is er geweten dat Thé Dansants onder de studenten opnieuw in zwang kwamen na de oorlog in de jaren 50, en dat zij onmogelijk te negeren waren.
Om voldoende volk naar deze feestjes te krijgen, werden in de Alma briefjes rondgedeeld met reclame, en ging men in sommige gevallen zelfs zo ver dat een auto door de straten reed met een megafoon om mensen te lokken.
Net zoals bij de vooroorlogse Thé Dansants werden TD’s georganiseerd met de hoop op het stimuleren van - al dan niet romantisch - contact tussen jongens en meisjes. Het was echter niet evident om voldoende meisjes naar een TD te krijgen, zo stelt Peter Cuypers in zijn boek, Op kot in Leuven.
‘Een studiejaar dat een Thé Dansant organiseerde, zag zich gedwongen in andere jaren en faculteiten meisjes warm te maken voor zijn activiteit’, aldus Cuypers. ‘Een statistisch onvermijdelijk gevolg hiervan was dat jongens eens om de drie weken naar een TD gingen, en meisjes tot driemaal in één week. In de loop der jaren kwam er meer evenwicht tussen jongens en meisjes in de meeste faculteiten, al bleven sommige, meer wetenschappelijke richtingen, hier moeilijkheden mee ondervinden’.
Het begrip Thé Dansant bleek in deze periode nog zo weinig met echte thee te maken te hebben, dat er langzaamaan een wijziging optrad in de naamgeving van deze feestjes. Vandaar dat in de volksmond langzaam maar zeker de afkorting TD gebruikt werd. In de jaren 60 heeft men nog geprobeerd het begrip ‘koffiezwiertje’ ingang te doen vinden, wat echter niet fel gesmaakt werd. De TD was gekomen om te blijven.
'Jongens gingen eens om de drie weken naar een TD , en meisjes tot driemaal in één week.'
Peter Cuypers, auteur 'Op kot in Leuven'
Het is onduidelijk wanneer studentenkringen begonnen zijn met hun TD’s de geestige namen te geven zoals we ze vandaag kennen. Waarschijnlijk is er ooit één of andere grapjas op het idee gekomen een feestje een jolige naam te geven. In een poging niet onder te doen voor elkaar, zijn andere kringen hoogstwaarschijnlijk het voorbeeld gevolgd. Ook vandaag proberen kringen steevast de meest kostelijke - vaak seksueel getinte - namen te verzinnen voor hun TD’s.
Thé Dansants, en de afgeleide TD’s, bekoren al meer dan 100 jaar jongeren in hun zoektocht naar plezierig tijdverdrijf. De omstandigheden, de klederdracht en de naamgeving mogen dan wel veranderd zijn, de essentie van een TD blijft tot op vandaag bestaan: dansen, plezier maken en jongens of meisjes leren kennen in de hoop deze kennismaking in iets meer intieme kring voort te mogen zetten.