Tim Rummens combineert blokken en lopen

Hoe ben je begonnen met hordelopen?

Tim Rummens: «Ik ben eigenlijk begonnen als hoogspringer, maar daardoor heb ik een hernia ontwikkeld. Op aanraden van de dokters ben ik zo overgeschakeld naar lopen. Anders was ik waarschijnlijk kreupel geworden.»

«Bij het lopen ging mijn interesse meteen naar de 400m horden. Ik wou graag deel uit maken van het 4x400m-team. Coach Jacques Borlée selecteerde me voor het Europees Kampioenschap Indoor Atletiek in 2013 waar we op de vierde plaats eindigden.»

Je studeert momenteel Elektromechanica aan Groep T, maar dat is niet je eerste studierichting.

Rummens: «Dat klopt. Ik begon met Archeologie, maar dat was niet mijn ding. We moesten te veel teksten uit het hoofd leren.»

«Na twee jaar ben ik gestopt met studeren en ben ik gaan werken als geluids- en lichttechnicus bij de Stad Leuven. Dat was zeer tof, maar niet te combineren met mijn sport. ’s Avonds tot een uur of twee werken in de Stadsschouwburg is moeilijk combineerbaar met een trainingsschema.»

«Daarna heb ik de professionele bachelor Ontwerp- en Productietechnologie gedaan in Mechelen. Na het behalen van dat diploma en een schakelprogramma zit ik in Groep T. Nu heb ik echt gevonden wat ik wil doen!»

Studeren in Zürich

Wat bracht 2014 voor jou als atleet?

Rummens: «Ondanks een winter met veel blessures was het mijn beste jaar ooit. Ik ben eindelijk onder de 50 seconden gedoken. Dat is het grote doel voor iedere 400m-hordeloper. Ik was toen héél happy! (lacht) Op Europees niveau sta je met zo’n chrono (49.90) in de top 15.»

«Op het EK in Zürich werd ik deze zomer uitgeschakeld in de reeksen. Ik heb daar een stomme technische fout gemaakt. Normaal gezien loop ik dertien passen tussen mijn eerste zeven horden en dan moet ik verkleinen naar vijftien passen uit vermoeidheid. Maar op het EK heb ik bewust al vroeger kleinere passen genomen. Daardoor kwam het helemaal niet meer uit. Het was een ingeving tijdens de race die slecht is uitgedraaid. Jammer.»

«De dag na het EK had ik een herexamen en daar ben ik op geslaagd. Wel maar een tien, maar het is gelukt. Voor en na de dag van mijn race blokte ik op mijn hotelkamer in Zürich. Er was daar toch niets anders te doen.»

Helpt het topsportstatuut (zie kader) je met de combinatie van topsport en studie?

Rummens: «Ik gebruik het vooral voor het verplaatsen van verplichte labo’s die ik niet kan meedoen als ik op stage ben. In Groep T zijn ze gelukkig wel heel soepel, dat is nooit een probleem.»

«Vorig jaar had ik slechts een B-statuut, waardoor ik geen examens mocht spreiden. Ik veronderstel dat ik dit jaar wel een A-statuut zal krijgen.»

«Ik denk wel dat, als ik niet zou trainen, ik minder vakken zou meenemen. Het is toch vooral door de atletiek dat ik examens in tweede zit moet doen. Mijn studies lijden een beetje onder mijn atletiek, maar mijn atletiek lijdt niet onder mijn studies.»

Is de stress voor een wedstrijd te vergelijken met die voor een moeilijk examen?

Rummens: «Het is een ander soort stress. Ik weet dat ik goed kan lopen, dus dat is gezonde stress. Voor de examens heb ik eerder stress dat ik het niet zal kunnen. Ik heb liever de loopstress dan examenstress.» (grijnst)

Je woont in een huis in Leuven met vrienden. Is het dan niet moeilijk om aan de verleidingen van een studentenstad te weerstaan?

Rummens: «Een van mijn huisgenoten doet ook atletiek en dat helpt. De anderen zijn al redelijk oud en zitten in hun specialisatiejaren, dus ze gaan niet veel uit. Nu heb ik een maand rust en het zijn momenteel ook de eerste feestjes. Die doe ik dus wel mee. Binnen een maand is het weer trainen en dan denk je daar niet meer aan.»

«Discotheken bezoek ik alleen in september of oktober. Op café kan je me wel het hele jaar door tegenkomen! Ik drink altijd wel wat bier. Sommige atleten zijn daar veel te streng over, maar volgens mij kan dat echt geen kwaad.»

Wat is je toekomstdroom?

Rummens: «De Olympische Spelen van Rio 2016! 49.20 is de tijdslimiet en dat is dus nog een halve seconde sneller dan mijn huidig record.»