artikel> 'Frats van Gatz' valt niet in goede aarde

Subsidies jongerenpartijen geschrapt

Er is geen overheidsgeld meer voor Vlaamse jongerenpartijen. Die moeten vanaf 2017 hun geld elders gaan zoeken, bijvoorbeeld bij de moederpartij. Niet iedereen is daar onverdeeld gelukkig mee.

Gepubliceerd

De jongerenafdelingen van de klassieke partijen worden momenteel apart gefinancierd in het Vlaamse jeugdwerk. Zeven politieke jongerenorganisaties of PJO's krijgen zo een half miljoen euro. Minister van Jeugd Sven Gatz wil deze pot in 2017 echter afschaffen. De PJO's zullen dan helemaal afhankelijk worden van hun moederpartijen.

Politieke besparing

Sven Gatz verdedigt de beslissing: 'Ik vind dit een logische keuze, aangezien het niet aan het jeugdwerk is om politieke partijen te subsidiëren.' Bovendien wordt volgens de minister het advies gevolgd van het SARC (Strategische AdviesRaad voor Cultuur Jeugd, Sport en Media). 'Dit is geen besparing, maar een herverdeling van middelen om het bredere jeugdwerk meer ademruimte te geven,' stelt hij. Elk jaar worden er immers meer gewone jeugdverenigingen gesubsidieerd uit dezelfde pot. 'Dat is op zich niet problematisch, maar het kan leiden tot versnippering van de subsidies. Daarom wordt deze pot met één miljoen euro vergroot.' Een half miljoen komt dus van het stopzetten van de subsidie aan PJO's.

'Het is niet aan het jeugdwerk om politieke partijen te financieren'

Sven Gatz, minister van Jeugd (Open Vld)

Thomas Roggeman, de voorzitter van Jong N-VA, vindt het vanzelfsprekend dat moederpartijen hun jongerenafdelingen financieren. ‘Het is evident dat een partij haar jongeren financieel ondersteunt. Een regeling voor de jongerenpartijen via de bestaande partijfinanciering is daarvoor een geschikt instrument. Zo blijft een duidelijk kader bestaan voor de jongerenwerkingen,' zegt hij in een statement op hun website.

Dat argument kan bij Comac, de studentenbeweging van de PVDA, niet op veel bijval rekenen. ‘Niet verrassend dat de jongeren van de N-VA, veruit de rijkste partij, deze beslissing toejuichen,’ vindt Comac-ondervoorzitter Oliver Goessens. Ook Kristof Calvo, Kamerlid en voormalig jongerenvoorzitter van Groen, heeft zijn bedenkingen bij de houding van Jong N-VA: ‘Ik kan moeilijk geloven dat een partij die recent nog twee dissidente partijleden heeft geschorst, zou luisteren naar kritische jongeren.’

Goessens is dan ook scherp: 'Dit is een politieke besparing. De partijen die vandaag het grootst zijn, zullen zo extra weerklank krijgen bij de jonge generaties, terwijl opkomende partijen met een verfrissend geluid, zoals de PVDA, worden uitgesloten.’

Gatz geeft toe dat dat argument op korte termijn wel steek houdt. ‘Wanneer een partij het goed doet bij de verkiezingen en meer dotaties ontvangt, kan er een groter bedrag bij de PJO’s terechtkomen.' Toch denkt Gatz dat dit op middellange termijn geen probleem hoeft te zijn. 'Het interessante aan democratie is juist dat grote partijen niet groot blijven. Er kunnen in enkele verkiezingen ingrijpende wijzigingen plaatsvinden. Dat hangt niet enkel van financiële middelen af, maar vooral van de politieke voorkeur van de kiezer, aan de hand van zeer concrete dossiers.'

​‘Niet verrassend dat de jongeren van de N-VA, veruit de rijkste partij, deze beslissing toejuichen’

Oliver Goessens, ondervoorzitter Comac

Verdoken partijfinanciering

Ook Bart Maddens, politicoloog aan de KU Leuven, ziet geen graten in de regeling zoals die nu werd uitgewerkt. 'Partijen krijgen genoeg dotaties om hun PJO's te financieren. Het is bovendien in hun belang om hen niets tekort te doen. Ze vormen een brug naar de jongere generatie.'

Volgens Maddens zijn de subsidies zelfs een vorm van verdoken partijfinanciering. ‘Ze maken het mogelijk om de wet op de partijfinanciering te omzeilen. Het is een extraatje voor de partijen, dat verborgen blijft omdat het niet in de partijboekhouding verschijnt.' Dit achterpoortje wordt nu gesloten, stelt Maddens, en dat is volgens hem geen slechte zaak. Ook Thomas Roggeman sluit zich daar bij aan: ‘De maatregel is niet enkel goedkoper voor de belastingbetaler, maar ook een stuk transparanter.'

Onafhankelijkheid?

Nu de moederpartijen moeten instaan voor de financiering van hun jongerenafdelingen, vrezen enkele jongerenvoorzitters voor de onafhankelijkheid van hun afdelingen. Luidt het spreekwoord niet: 'Uit wiens hand men eet, wiens woord men spreekt'?

‘Wij zijn vaak de luis in de pels en willen dat zo houden’, stellen de politieke jongerenverenigingen Jong CD&V, Jongsocialisten, COMAC en Jong Groen in een open brief. ‘We laten een kritische stem horen die soms tegen de stroom in roeit. Die onafhankelijkheid schaft minister Gatz de facto af.’

‘We laten een kritische stem horen die soms tegen de stroom in roeit. Die onafhankelijkheid schaft minister Gatz de facto af'

Jong CD&V, Jongsocialisten, Jong Groen en Comac

Minister Gatz tempert. ‘Ik begrijp de vrees voor het verdwijnen van de politieke onafhankelijkheid. Maar die vrees moet niet overspannen worden.' Volgens Gatz is de band tussen de moederpartij en haar jongerenafdeling er al. 'Zo genieten de PJO’s nu al van vele voordelen via de moederpartij, zoals huizing en verschillende diensten.’

Ook Maddens nuanceert: 'Vroeger wogen PJO's meer op het beleid. Dat is nu anders.' Tom Van Grieken, voorzitter van het Vlaams Belang en zelf een product van de jongerenafdeling van zijn partij, ziet de beslissing net als een verhoging van de onafhankelijkheid. 'Het subsidie-infuus is nefast voor het politieke engagement,' stelt hij. 'Je moet onafhankelijk een boodschap kunnen verkondigen, zonder overheidssubsidie. Desnoods moet de moederpartij maar betalen.’

Powered by Labrador CMS