INTERVIEW BÉNÉDICTE LEMMELIJN
'Mensen herkennen de religieuze thema's in Star Wars niet, maar worden er sterk door aangesproken'
Bénédicte Lemmelijn is de eerste vrouwelijke decaan aan de faculteit Theologie en Religiewetenschappen. Ze staat bekend om haar open houding en ontwapenende warmte. 'Het is tijd dat de Kerk haar deuren wagenwijd opengooit.'
In 2016 schreef Bénédicte Lemmelijn een boek over haar eigen geloofsovertuiging: Mijn geloof als Bijbelwetenschapper? Een broos en eerlijk antwoord. Dat laatste kenmerkt ook haar antwoorden in ons gesprek: Lemmelijn heeftt het hart op de tong.
Sinds haar aanstelling als eerste vrouwelijke decaan aan de faculteit Theologie- en Religiewetenschappen, voerde ze tal van hervormingen door. Transparantie, participatie en warme menselijkheid staan daarin centraal. Een aanpak die haar geliefd maakt bij studenten. We spraken haar over de rol die religie vandaag nog kan spelen voor jongeren.
U bent vorig jaar met meer dan 85 procent van de studentenstemmen verkozen tot decaan. Kunnen we u terecht een legende noemen onder studenten?
Bénédicte Lemmelijn: 'Ik vind het moeilijk om zoiets over mezelf te zeggen. Ik voel me geen legende, maar ik waardeerde wel enorm het vertrouwen dat studenten me gaven met die stemming. Ik wilde de zaken over een fundamenteel andere boeg gooien, naar een warmer en menselijker klimaat. De steun in de verkiezing sterkte me in dat verlangen.'
Was dat een gewaagde stap, achteraf gezien?
(Ernstig) 'Voor mij was dat gewoon een noodzaak. En blijkbaar deelden alle geledingen dat gevoel. Bepaalde aspecten in mijn visietekst reageren op het werkdrukverhaal dat in de hele academische wereld heerst. Het kaderde binnen het heersend regime van "moeten, moeten en nog meer moeten". Maar academisch werk mag geen slavenwerk zijn, en tegelijk ook geen verslaving worden. In zo'n context ervaren wij allemaal grote druk.'
'Ons grootste probleem is ons imago'
'Een ander element in mijn visietekst was het menselijke aspect. Ik wilde dat men hier een 'heel' mens kon zijn. Niet enkel een wetenschapper met in de marge een stukje mens, maar een volledig persoon in integriteit. Ons academische hoeft niet los te staan van ons persoonlijke leven, en onze eigen zingeving.'
Wilt u dan ook dat theologen meer stappen in de wereld zetten met hun kennis over zingeving?
'We beleven een paradoxale tijd: enerzijds lopen de kerken leeg en verdwijnen de traditionele godsdienstige kaders, anderzijds zijn net nu veel jongeren op zoek naar zingeving. Mensen zoeken naar wat er echt toe doet, naar wat vervulling brengt in heelheid. Daarom vind ik dat wij, als onze faculteit een expertisecentrum is omtrent zingeving, daarmee meer naar buiten moeten treden.'
'Veel studenten zijn bezig met de vraag wat de zin is van het leven, of wat het eigenlijk betekent om mens te zijn. Ze komen met hun vragen vaak elders terecht, bijvoorbeeld in de antropologie, de psychologie of de sociologie. Maar eigenlijk zijn ze dikwijls op zoek naar datgene wat wij hier aan onze faculteit aanbieden.'
'Ons grootste probleem is echter ons imago. We mogen niet overkomen alsof we samenvallen met een bepaalde strekking in de Kerk of alsof we staan voor een afgesloten geheel van waarheden, die te nemen of te laten zijn. We moeten een open blik hebben op het heden en vertrekken vanuit de vragen die vandaag gesteld worden. Ik gooi de deuren graag wagenwijd open, maar dat gebeurt nog te weinig binnen de Kerk in het algemeen.'
Als mensen voor hun zingeving dan toch al niet meer naar religie kijken, is die dan überhaupt nog zinvol?
'Iedere religie ontstaat in hetzelfde grondbeginsel, namelijk dat de zoekende mens, vanuit de ervaring van en reflectie op de verbondenheid met de hem omringende grotere werkelijkheid, ook behoedzaam een overstijgende, transecedentale werkelijkheid vermoedt. Om die te overwegen ontstaan er woorden, verhalen, kaders, rituelen, enzovoort. Het zijn vertalingen om iets onder woorden te brengen wat eigenlijk woorden overstijgt.'
'Tolkien schreef terecht: "Not all those who wander are lost"'
'Dat zoekende is er vandaag nog, alsook het besef dat er een grotere werkelijkheid is dan onszelf. Dat idee leeft nog steeds bij veel mensen: de vraag naar wat de zin is in alles dat gebeurt. En juist omdat de traditionele religieuze kaders niet meer worden opgelegd, en ook niet meer zo gekend zijn, zijn mensen vandaag des te meer zoekende.'
Wat is dan die hogere waarheid voor u?
'Ik krijg vaak die vraag wanneer ik lezingen geef: "Gelooft u eigenlijk zelf nog in de Bijbel?". Het is belangrijk om te begrijpen dat de Bijbel bovenal existentiële literatuur is. Van mensen, voor mensen, en over een kracht die niemand kan vatten.'
En dat impliceert dat het werk vatbaar is voor menselijke gebreken.
(Instemmend) 'Het is in principe niet meer dan een poging om datgene op schrift te stellen wat mensen eigenlijk niet op schrift kunnen stellen. Ik schreef er zelf een boek over: Mijn geloof als Bijbelwetenschapper? Een broos en eerlijk antwoord.'
Wat is uw broos en eerlijk antwoord?
(lacht) 'Ik kwam tot de conclusie dat geloven een kwestie is van keuzes maken. Je hebt er geen bewijs of argumentatie voor. Daarbij is duidelijk dat er meer is dat je niet weet dan dat je wel weet. Dat is de evolutie die ik als theoloog maakte: van een niet-kritisch weten naar een kritisch niet-weten.'
'Geloof is voor mij dan een overgave aan die onvatbare realiteit van ultieme liefde. Want met ons verstand kunnen we die transcendente werkelijkheid niet vatten. Spreken erover brengt je overigens in een ander taalregister, niet dat van het 'weten', maar dat van het 'vertrouwen', met woorden als "overgave" en "geloof".'
'"May the force be with you" kan je vergelijken met het oude "God zegene en beware u"'
'Geloof is voor mij dus een bewuste keuze. Ik ervaar dat er een werkelijkheid is die ik niet kan vatten. Binnen mijn persoonlijke bedding, dat van de joods-christelijke traditie, vind ik dan houvast in de idee dat God intrinsiek mensen goed genegen is, dat hij ultieme liefde is, die werkelijk wordt in wat goed, waar en schoon is.'
Voor u moet de Kerk haar deuren opengooien indien ze relevant wil blijven. U was twee weken geleden in Rome voor de Pauselijke Bijbelcommissie. Zijn ze daar op de hoogte van die nood?
'Het is een wereld op zichzelf daar in Rome, dat geef ik toe. De aanstelling in die commissie kwam trouwens heel onverwacht. Opeens ontving ik een brief in het Latijn met de boodschap dat ik was benoemd, terwijl niemand me iets had gevraagd. (lacht)'
'Ik kon het eerst niet echt geloven. Temeer omdat al wat ik al schreef over geloof en religie vandaag erg open-minded en kritisch is. Ik dacht dus eerst: "ofwel hebben ze mijn werk niet gelezen, ofwel zijn ze echt opener geworden". Vorige week heb ik evenwel gemerkt dat ik wel nog steeds de enige 'lekenvrouw' ben, getrouwd en met kinderen, terwijl de drie anderen religieuzen waren. En we waren ook sterk in de minderheid.'
Waarom koos de paus u dan?
'Op een gegeven moment heb ik de kans gekregen om met hem en een kardinaal erover te spreken. Mijn aanstelling is voor paus Franciscus een manier om een beweging op geleidelijke wijze in gang te zetten. Want in Rome bruuskeer je al bepaalde kringen als je überhaupt vrouwen wil binnenbrengen.'
'Als je niet zorgt voor een gevoelige sfeer waarin er aandacht is voor grenzen, dan komt niemand je grensoverschrijdend gedrag melden'
'De bedoeling van de commissie is om een document met een universele boodschap uit te dragen vanuit en voor de wereldkerk. Aan de ene kant is dat een boeiende ervaring en een lovenswaardige onderneming, maar langs de andere kant is dat, precies vanwege al die verschillende contexten, erg moeilijk. Eigenlijk zou de Kerk wat meer mogen benadrukken dat ze zelf zoekende is.'
En in dat zoekende slagen andere vormen van zingeving dan weer wel.
'Het is inderdaad niet zo dat iedereen met religie bezig is, maar men is zich vandaag wel duidelijk bewuster van die fundamentele vragen naar de grond en het doel van het bestaan, naar wat echt telt, naar wat ertoe doet, naar wat of Wie ons overstijgt. Ikzelf benoem God graag als de dragende grond en de oriënterende horizon in het leven.'
'In elk geval, we zijn zoekende naar de zin achter alles. En we kennen niet altijd het antwoord. Vergelijk het met wat Tolkien schreef: "Not all those who wander are lost". Zijn werk zit trouwens vol religieuze thema's en verwijzingen naar de Joods-Christelijke traditie.'
'Maar in de Kerk hoor je nog soms het tegenovergestelde: dat zoekende zijn gelijk staat aan dwalen. Je moet het zoekende echter op zichzelf omarmen. Je kan niet op alles sluitende antwoorden geven.'
Bewijst iemand als Tolkien dan dat religie aantrekkelijk kan zijn als je het juist vertaalt?
'Precies! Ook andere films, zoals Star Wars, zitten vol met religieuze insteken. "May the force be with you", komt ongeveer neer op het oude "God zegene en beware u". Mensen herkennen die religieuze onderstroom niet altijd, maar worden er sterk door aangesproken. We leven niet in een tijd wars van religie, maar zijn juist meer dan ooit op zoek.'
U bent de eerste vrouwelijke decaan van uw faculteit ooit, u was de eerste vrouwelijke gewoon hoogleraar aan uw faculteit, en nu bent u ook nog eens de eerste getrouwde vrouw in de Bijbelcommissie. Ziet u uzelf als een soort rolmodel?
'Ik ben vaak letterlijk een pionier geweest, maar dat lag vooral aan de tijd waarin ik leef. Ik had niemand die het me voordeed, dus ik heb zelf keuzes moeten maken. Mijn eigen parcours heeft me wel gevoelig gemaakt voor de noden van anderen. Dat nam ik mee in mijn visietekst. Ik gaf er het voorbeeld van de professor die heus eens een vergadering mag missen om zijn of haar kinderen op te halen van school.'
Een gevoelige vorm van leiderschap.
'Ja, en dat hebben mensen nodig. Op dat voorbeeld van de professor en zijn kinderen hebben heel veel mensen me aangesproken: "Dat je dat hebt durven schrijven was bewonderenswaardig". Maar dat is toch waar het nu juist op aan komt? Je moet je openstellen voor de bezorgdheden van de mensen die hier aan het werk zijn. Ook wanneer je niet kan toveren, probeer je wel om iedereens bezorgdheden tenminste te erkennen.'
Is dat soort leiderschap de toekomst?
'Leiderschap is voor mij dienend leiderschap. Ik snap niet goed wat mensen aantrekkelijk vinden aan macht, mij interesseert het geen zier. Ik wil hier niet alles alleen beslissen en dat doe ik daarom ook niet. Mensen moeten zich goed voelen in wat ze doen; dan groeit inzet vanzelf, omdat ze intrinsiek is.'
'Ik vind het fundamenteel te starten vanuit een a priori van vertrouwen in de mensen rond je, niet vanuit voortdurend ingebouwde controle. Trouwens, de gemeenschap waarvoor je verantwoordelijk bent, heeft jou ook hun vertrouwen gegeven. Verantwoordelijk leiderschap moet zorgen voor een klimaat waarin mensen kunnen groeien en bloeien.'
En waarin ze kwetsbaar mogen zijn.
'En waarin ze inderdaad kwetsbaar mogen zijn, want anders groeien mensen niet. Er zijn collega's hier die pas nu durven vertellen dat het werk hen soms echt te veel is geworden. Daar ga je dan begripvol op in, en je probeert hen te helpen om wat meer evenwicht te vinden, wat meer ruimte te creëren, mee te geven dat het niet altijd nóg meer hoeft te zijn.'
'Dat geldt trouwens ook voor grensoverschrijdend gedrag en het bevorderen van sociale veiligheid. Als je niet zorgt voor een gevoelige sfeer waarin er aandacht voor is, dan komt niemand je iets melden. Elkaar respecteren en waarderen, dingen bespreekbaar maken, beschikbaar zijn en verantwoordelijkheid opnemen voor wie mij toevertrouwd is: dat is waarvoor ik sta.'