interview> In 'De Figuur' komen Leuvense fenomenen aan het woord

Loof Joes: de man achter de sticker

Joes Minis. U kent hem zonder dat u het zelf beseft. Zijn stickers prijken op honderden plaatsen in Leuven en ver daarbuiten. ‘Loof Joes’, gebieden ze. Maar wie is Joes? Eén man kent het antwoord.

Gepubliceerd

Joes Minis is een fenomeen dat in 1992 in Maastricht geboren werd. Hij studeerde Oude Geschiedenis in Leuven en bedacht in 2015 het project 'Loof Joes'. Daarnaast is hij sinds 2014 aorist bij studentenvereniging Morpheus en sinds mensenheugnis een verfijnd estheet.

Iedereen in Leuven zal ze wel kennen: de alomtegenwoordige stickers waarop het hoofd van Joes Minis te zien is. De boodschap die er naast staat is simpel: Loof Joes, gewoon Loof Joes. ‘Ik ben ondertussen al anderhalf jaar bezig met de stickercampagne’, vertelt de maker zelf. ‘Soms kom ik wel eens op plaatsen in België, Nederland, Frankrijk of Duitsland waar ik een sticker van mezelf zie hangen die ik daar nooit heb geplakt. Of op een wc in Leuven, waar ik plots ‘Loof Joes’ zie. Dat is heel raar, maar ook heel leuk.’

Loof Joes

Naar eigen schatting heeft Joes sinds mei 2015 al bijna 3.000 stickers verspreid in Leuven. Niet slecht voor een idee dat – zoals zo vaak in Leuven – ontstond tijdens een avondje uit. ‘Loof Joes is eigenlijk ontstaan toen ik een beetje te veel had gedronken. Aan een vriend gaf ik toen echt ongelofelijk goede raad. Die zei tegen mij: ‘Wauw, je bent echt geweldig.’ Toen zei ik tegen hem: ‘Loof mij.’ ‘Iedereen moet mij loven’, dacht ik toen. Daarna heb ik die stickers besteld.’

'Loof Joes is eigenlijk ontstaan toen ik een beetje te veel had gedronken'

Al snel ontgroeide het project echter het statuut van bevlieging. Joes vertelt geanimeerd wat de actie volgens hem kan betekenen.

‘Iedereen is op zoek naar erkenning. Jullie schrijven nu bijvoorbeeld een artikel over mij. Jullie zullen dat straks bijvoorbeeld op Facebook zetten en zeggen: kijk, wij hebben dat geschreven. Wat je daarmee wil bereiken, is: ‘Zeg dat ik dat goed heb gedaan.’ Je roept dus iemand op om jou te loven.'

'Welnu, het idee achter Loof Joes, is dat ik wil dat mensen mij loven, gewoon voor Joes en niemand anders. Het is een vorm van hyperrealisme. Je slaat alle tussenstappen over en je zegt gewoon: ‘Loof mij.’ Zonder uitleg. Mensen vinden dat absurd, maar dat is het niet. Het is hyperrealistisch.'

‘Een kunstproject’

De meeste reacties op de stickers gaan volgens Joes van positief tot onbegrip. En onbegrip, dat moet je vooral onbegrepen laten. ‘Dan wordt het nog veel grappiger’. Er zijn blijkbaar zelfs mensen die die stickers - tot groot jolijt van Joes - wegkrabben of overplakken met iets anders.

‘Natuurlijk is dat grappig, want zij zijn veel langer bezig met het afkrabben van een sticker dan dat ik bezig men met het opplakken ervan! Ooit werd ik aangesproken door iemand die naar een sticker wees en vroeg: ‘Wat is dat?’ Ik zei: ‘Een kunstproject.’ Waarop hij zei: ‘Stel nu dat iedereen dat zou doen?’ ‘Ja, dan zou ik iets anders moeten verzinnen.’ Bij die man stuitte ik natuurlijk nog verder op onbegrip. Maar over het algemeen is iedereen enthousiast.’

‘Ik zou graag een standbeeld van mezelf willen in Leuven’

Wat Joes betreft stopt het dan ook niet bij stickers. Hij droomt ervan om nog meer Joes in het Leuvense straatbeeld te zien. ‘Ik zou bijvoorbeeld graag een standbeeld van mijzelf hebben staan in Leuven. Dat is moeilijk om te realiseren, maar het moet te doen zijn. Al blijft het natuurlijk niet voor langere tijd staan. Verder wil ik ook merchandise. T-shirts, tassen…Oh, en onderbroeken! En posters, vlaggen, noem maar op.’

Pindakaas

Als grote voorbeeld haalt Joes de Nederlander Wim T. Schippers aan, een Nederlands kunstenaar die ‘briljant is in zijn uitvoering van alles’.

‘Schippers is iemand die volledig deed wat hij zelf wilde. Zijn eerste grote daad was het leeggieten van een flesje limonade in de Noordzee bij Petten. Hij had de hele Nederlandse pers opgetrommeld met de boodschap: 'Er gaat een happening gebeuren, ik ga iets geweldigs doen.' En die hele pers staat daar dan. Schippers loopt naar het water, opent het flesje limonade, giet dat leeg in de zee. En al die mensen die gingen kijken naar dat gebeuren hadden totaal niet door dat zij het kunstwerk waren.

Zelf zegt Schippers dat hij geen kunst maakt. Een aantal jaren geleden heeft hij bijvoorbeeld de vloer van het Centraal Museum in Utrecht met pindakaas ingesmeerd. Gewoon, omdat het kan. Om dan te kijken hoe mensen rond die vloer moeten lopen. Het is werken met humor, om de zaken te ontregelen.’

Die ontregelende impuls lijkt ook ingebakken bij Joes. ‘Mensen moeten meer dingen gaan doen omdat het kan, of meer specifiek, omdat ze het gewoon leuk vinden.’

‘Ik was laatst in Nieuwpoort, en daar kwam een jongen op mij af om te vragen of ik geld wilde geven voor de berggorilla. Volgens mij heb ik tien minuten met die jongen gesproken zonder het nog over de berggorilla te hebben. Wel vroeg ik hem waarom hij dat werk deed, of hij het leuk vond, of hij al veel donaties had ontvangen enzovoort. Telkens als hij wilde teruggrijpen op die berggorilla had ik weer iets anders paraat. Die frustratie die dat teweeg brengt bij iemand omdat die een opdracht heeft en die niet kan uitvoeren, ja, dat is heerlijk.’

Powered by Labrador CMS