Leuvense café-uitbaters ontwaken maar niet uit nachtmerrie

De wet van Murphy slaat opnieuw toe. Na al een zware periode achter de rug te hebben, moeten cafés en restaurants weer voor een maand de deuren sluiten. Peter De Winter, uitbater van de Rumba en Maxim’O Bar, en Bram Piqeur, uitbater van Villa Artois, vertellen over de stand van zaken in hun cafés en hoe zij de afgelopen maanden beleefden.

Zowel Piqeur als De Winter kwamen tijdens de lockdown plots zonder werk te zitten. 'Wij zijn voornamelijk bezig geweest met verbouwingswerken', zegt Piqeur, 'maar als je drie maanden moet sluiten terwijl je anders continu tussen de mensen zit, dan word je gek natuurlijk.' Ook voor De Winter was het geen leuke periode: 'Er waren geen nuttige dingen die ik kon doen. Zelfs geen betalingen, want er kwam nul euro bij op de rekening.'

Strenge voorwaarden bij heropening

Vanaf maandag 8 juni gingen cafés terug open mits strenge maatregelen. 'Toen de versoepelingen werden aangekondigd, kreeg ik wel meteen een nieuwe drive', zegt De Winter. 'Het enige vervelende was dat we slechts een paar dagen hadden tussen de aankondiging van de versoepelingen en het heropenen.' Ook Villa Artois heeft op korte termijn alles in gereedheid moeten brengen. 'Wij hebben ervoor gekozen om te wachten op zoveel mogelijk verduidelijking', zegt Piqeur. 'We zagen dat sommige zaken iets te snel gegokt hadden op bepaalde investeringen, zoals het aankopen van plexiglas.'

Niet voor alle horecazaken was het even evident om zich aan te passen aan de maatregelen. In tegenstelling tot de Maxim’O, zag De Winter voor het danscafé de Rumba geen mogelijkheid. 'We hebben een aantal scenario’s op tafel gelegd, maar in eender welke setting is het concept nog steeds met dj’s. Dan loop je het risico dat mensen willen dansen en dat risico is het niet waard.' Het danscafé Villa Artoisheeft zijn concept wel aangepast. In de dansruimte staan nu tafels en stoelen op een veilige afstand. Daarnaast is het drankenassortiment vergroot, waardoor de zaak meer bieren serveert.

Schuld van de horeca?

Beiden snappen de noodzaak van de strenge maatregelen, maar vragen zich af of de horeca wel in sterke mate verantwoordelijk is voor de stijgende besmettingscurve. Villa Artois-uitbater zou graag cijfers zien die aantonen dat de broeihaarden zich effectief in de horeca bevinden. 'Ze moeten op basis van gegrond cijfermateriaal beslissingen nemen. Je krijgt nu als gevolg dat de studenten op kot afspreken waar geen sociale controle is en waar ze veel minder geneigd zijn om de regels na te leven. In mijn ogen is dat gevaarlijker dan een omgeving waar telkens alles wordt ontsmet', zegt Piqeur.

Ook De Winter heeft vragen bij de aanpak van de overheid: 'Ik vind dat er heel zwart-wit gedacht wordt. Ze zijn het nu vooral op de horeca en jongeren aan het schuiven terwijl er op heel wat andere vlakken kansen gemist zijn. Van de horeca wordt eindeloze flexibiliteit verwacht, terwijl de uren van bijvoorbeeld het onderwijs ook zouden kunnen veranderen om het openbaar vervoer te ontlasten.'

Coronamoeheid

De horeca-uitbaters kunnen gelukkig rekenen op financiële steun van de overheid en de stad Leuven. Zo heeft Leuven de terrastaksen laten vallen. 'Met de financiële bijstand hebben we een deel van de kosten kunnen recupereren, maar toch is dat slechts een fractie van wat we normaal zouden verdienen', zegt Piqeur. Voor de Rumba krijgt De Winter een hinderpremie, maar voor hem gaat het niet langer enkel om het financiële aspect. De motivatie moet er ook nog zijn. 'Het is niet alleen meer een kwestie van kunnen, maar ook van willen. Ik wil nu gerust vechten voor de Maxim’O, maar als ze mij in een situatie plaatsen zonder verbetering, wordt dat ontzettend moeilijk.' Ook Piqeur geeft toe de coronamoeheid te voelen: 'Je hebt je net aangepast aan de regels en een week later komen er nieuwe bij. Op een gegeven moment ben je er gewoon klaar mee.'

Vrijdag 9 oktober moesten de cafés hun sluitingsuur vervroegen tot 23u. Dat zorgde de avond voordien voor heel wat oproer bij jongeren op de Oude Markt. 'Andere dagen gingen de studenten tussen 23u30 en 1u geleidelijk aan weg', zegt Piqeur, 'maar donderdag had je allemaal volle terrassen die in één keer ontruimd moesten worden. De jongeren willen dan napraten op het middenstuk van de Oude Markt. Daarbij heb je dan nog eens de mensen die problemen willen veroorzaken. Dat is natuurlijk jammer.'

Toch begrijpen zowel Piqeur als De Winter wat er bij de jongeren omgaat. 'Je neemt hen bijna de meest waardevolle jaren van hun leven af', zegt De Winter. 'Ik ben dan ook in hun plaats kwaad over hoe dat sommige dingen gelopen zijn. Tegen dat virus moeten er nu eenmaal maatregelen genomen worden, maar ik heb het gevoel dat er van die jongeren heel veel aanpassingen worden verwacht, terwijl er vanuit de overheid te weinig creatief gedacht wordt. De studenten moeten zich nog goed aan de maatregelen proberen te houden, maar ze mogen zeker voldoende hun stem laten horen.'