DE LEGENDE ANDRÉ DECOSTER
'In de les komen de grote inzichten niet. Sla eens een krant open'
Professor welvaartseconomie André Decoster is dan wel op emeritaat, hij geeft nog steeds les aan de KU Leuven. Nog net op tijd om ingekaderd te worden in onze reeks 'De Legende': 'Ik bied nooit juiste of foute antwoorden aan.'
Eerder in deze reeks >
Zorgde het lot ervoor dat een jonge André Decoster Economie ging studeren aan de KU Leuven, of was het louter een kwestie van toeval? Wij gokken op het eerste. Decoster wilde eigenlijk burgerlijk ingenieur worden, maar na ontdekt te hebben dat hij daarvoor een ijkingstoets moest hebben afgelegd, schreef hij zich – op advies van zijn broer – dan maar in voor de richting Economische Wetenschappen. 'Ze vroegen mijn bewijs van de toelatingsproef. Ik vroeg waar ik die kon afleggen', lacht Decoster.
Economie bleek een voltreffer. 'Ik heb nog geen seconde spijt gehad', zegt Decoster. 'Dat er een richting bestond tussen de exacte en humane wetenschappen in, wist ik niet. We slagen er trouwens nog steeds niet in om aan potentiële studenten duidelijk te maken wat voor een interessante richting Economie wel niet is. Ze is maatschappelijk relevant, en toch steeds goed gekwantificeerd met modelmatige benadering.'
'Wanneer je de studenten ziet evolueren, merk je ook het onvermijdelijke verouderen van jezelf'
Al tijdens zijn studie rolde Decoster in het academisch onderzoek. 'Men vroeg me om mee te werken aan een onderzoeksproject. Bleek dat eigenlijk voor Jean-Luc Dehaene te zijn, die toen in 1981 voor het eerst minister (van Sociale Zaken, red.) werd', lacht Decoster.
'Een professor vroeg me vervolgens: "Als je toch zo graag onderzoek doet, waarom vraag je geen financiering aan bij het FWO?" Toen ik die dan kreeg, schreef ik een doctoraat. Maar als je mij op voorhand had gezegd dat ik onderzoek zou doen over belastingen, had ik dat nooit geloofd.' En zo werd Decoster professor, gespecialiseerd in de welvaartseconomie. En ook al is hij sinds september met emeritaat, hij geeft nog steeds het vak publieke financiën.
Wat is voor u het recept van een geslaagde les?
André Decoster: 'Een les is maar geslaagd als studenten met het gevoel weggaan, dat er geen eenvoudige antwoorden zijn, zeker nadat ze de leerstof gestudeerd hebben. Sommige studenten vinden dat iets teleurstellends, maar ik bied nooit juiste of foute antwoorden aan.'
'Veel studenten die naar mijn lessen over ongelijkheid komen, doen dat met bepaalde vooringenomenheden. Ze geloven bijvoorbeeld dat de ongelijkheid in de wereld toeneemt en dat dat een groot probleem vormt. Als ik dan toon dat dat eigenlijk allemaal niet zo zeker is, zijn ze ontgoocheld. Maar je moet naar de empirie kijken, en die wijst zeker in België in een andere richting. Je moet kritisch durven nadenken, maar wel binnen duidelijke conceptuele structuren.'
Heeft u de student doorheen uw carrière zien veranderen?
'Ik denk dat studenten gemiddeld genomen nu wat minder weerbaar zijn. De zorg voor de individuele student op het vlak van bijvoorbeeld examenvormen is naar mijn mening wat doorgeslagen. Maar wat ik een groter probleem vind: wanneer je de studenten ziet evolueren, merk je het onvermijdelijke verouderen van jezelf – en dus ook het verjongen van de studenten. De spreidstand wordt jaar na jaar groter.'
'Ik erger me eraan wanneer sommige economen in een praatprogramma gaan zitten met een te grote zelfzekerheid'
'Als ik in mijn vak publieke financiën spreek over de schulden, dan is de gigantische put van de jaren tachtig daar een mooi voorbeeld van. Wilfried Martens (premier van België van 1979 tot 1992, red.) komt dan aan bod, maar de huidige generatie studenten weet niet meer wie dat is. Toch begin ik nog altijd graag aan een nieuw academiejaar. De nieuwe groep studenten zit vaak nog vol enthousiasme. Dat verandert volgens mij niet.'
Wat wel veranderd is: de aanwezigheid van laptops in de aula.
'Laptops storen me niet bepaald. (wijst naar zijn computer) Alles wat we nodig hebben staat er dan ook op. Maar het is belangrijk dat studenten, ondanks dat ze de slides krijgen, nog steeds genoeg lezen en teksten samenvatten. Vroeger kregen we enkel een cursustekst, dus moest je die wel samenvatten. Maar onderwijs blijft ook te beperkt tot de inhoud van een les. Het is nog belangrijker om als student ook voldoende de kranten open te slaan, want het is niet in de les dat het gebeurt, maar juist daarbuiten.'
Menselijke wetenschap
De stelling wordt weleens verkondigd dat economie geen echte wetenschap is, omdat je op basis van dezelfde cijfers tot andere conclusies kan komen. Hoe kijkt u naar dat debat?
'Economie blijft een menswetenschap, en is daardoor onvermijdelijk minder "hard" dan de fysica of de scheikunde. Toch is de economie sterk genoeg geformaliseerd om je logisch-deductieve redeneringen zuiver te houden en je hypotheses goed te testen.'
'Maar je moet als econoom goed het verschil onderscheiden tussen positieve en normatieve uitspraken. Het is daar dat economen in het publieke debat vaak de mist in gaan. Ik erger me er vaak aan wanneer sommige economen in een praatprogramma gaan zitten met een te grote zelfzekerheid. Het is daardoor dat veel andere economen huiverig staan tegenover het publieke debat te treden.'
'Zelf zat ik in de commissie-Delanote (in het leven geroepen door minister van Financiën Vincent Van Peteghem om een fiscale hervorming voor te bereiden, red.). Wij hebben daar onder andere aan juristen proberen uit te leggen wat de welvaartskost van belastingen is, maar dat is natuurlijk geen "feit" zoals in de exacte wetenschappen. De welvaartskost is deels ook normatief, omdat die sterk bepaald wordt door de voorkeuren van consumenten.'
'Economen beschouwen die meestal als gegeven, maar we weten dat die onder andere mee gevormd worden door sociale interacties. Ze mogen dus niet al té stellig uitspraken doen over belastingen op basis van dat concept.'
Wat onderzoekt de welvaartseconomie juist?
'De welvaartseconomie onderzoekt hoe je de samenleving het best kunt organiseren vanuit het algemeen belang. Wij kijken naar hoe je de samenleving moet organiseren op economisch vlak, met bijvoorbeeld belastingen of sociale zekerheid. Hoe kunnen we het best onze markten organiseren? Willen we meer of minder competitie?'
'De welvaartseconomie vraagt zich dan af wat de overheid moet doen. De "overheid" staat hier dan voor het abstracte begrip van degene die verantwoordelijk is voor het organiseren van de samenleving, zodat de samenleving als geheel er goed aan toe is.'
'Maar dan is de vraag natuurlijk welk criterium we belangrijk achten en beslissend vinden voor vooruitgang in de samenleving: dat noemen we dan individuele welvaart. Betekent dat alleen maar meer geld verdienen of is ook een goede job hebben waarin je gelukkig bent, belangrijk?'
Klimaat boven schuld
U doet onderzoek naar belastingen, en die zijn nu niet bepaald populair bij studenten. Vindt u dat jammer?
'Natuurlijk. Als economen scheiden wij ook altijd de vraag tussen hoeveel inkomen de overheid nodig heeft om te doen wat ze wil doen, en hoe je aan die inkomsten moet geraken. In de commissie-Delanote was de opdracht van de minister om budgetneutraal te werk te gaan. Wij hebben onderzocht hoe je de belastingen kon verschuiven, niet of je ze al dan niet moet verhogen of verlagen.'
Veel jongeren hebben een heel negatief toekomstbeeld. Wat zegt u tegen zij die bezorgd zijn over hun pensioen?
'Dat moet niet de grootste bekommernis zijn. Ik zou me meer zorgen maken over de klimaatopwarming en de teloorgang van de liberale democratie in de wereld. Maar nog even over de staatsschuld: in België is die vooralsnog houdbaar. Het is een goed voorbeeld van hoe ik verwacht dat studenten conceptueel nadenken en kritische vragen moeten stellen bij te dramatiserende uitspraken. Momenteel bedraagt onze staatsschuld 105 procent van het bbp. Maar als lagere schuld beter is, waarom dan niet naar nul? (lacht) De standaard van 60% is volledig arbitrair bepaald.'
'Dat betekent echter niet dat er geen probleem is. Dat ons toekomstig tekort te groot is, daar is geen twijfel over. Maar een sanering van de overheidsfinanciën is niet kosteloos: iemand moet inleveren. Die boodschap wordt niet vaak gebracht.'