artikel> Dringt een hervorming van het aantal politiezones zich op?
"In Brussel steek je de straat over en je bent in een andere politiezone”
Professor politierecht Dirk Van Daele pleit voor een herleiding van het aantal politiezones. Leuvens burgemeester Tobback blijft sceptisch.
Het debat rond de politiezones laaide dit weekend weer op. De 6 Brusselse politiezones zouden slecht functioneren en de Vlaamse meerderheidspartijen willen een fusie. De Brusselse burgemeesters zetten hun hakken in het zand. Zij zijn nog altijd het hoofd van de bestuurlijke politie. In Europa blijft België een buitenbeentje met zijn groot aantal politiezones. Een vaak aangehaald buurland is Duitsland, waar er maar 16 politiezones zijn.
Professor politierecht Dirk Van Daele legt uit: “In Duitsland hebben ze één politiekorps per deelstaat. Voor de 16 Länder is er per deelstaat een Ministerie van Binnenlandse Zaken, dat de regie voert. Nordrhein-Westfalen is zo een zone, qua oppervlakte, inwoners en criminaliteit vergelijkbaar met België.” Burgemeester Louis Tobback is het niet eens met de professor. “Wat betreft de verdeling van politiezones in Duitsland, dat argument raakt kant noch wal. Denken dat de burgemeesters in Keulen en Dusseldorf, beiden gelegen in Nordrhein-Westfalen, niks te zeggen hebben over het politioneel beleid is naïef.”
Deze grote hoeveelheid aan kleine korpsen is een historische erfenis uit een ver verleden. Van Daele verklaart waarom we van 589 naar 192 zones zijn geëvolueerd. “Dat gaat heel ver terug. We hebben een tijd gehad waar we geen lokale politie hadden, maar gemeentepolitie. Er was toen één korps per gemeente, wat neerkwam op 589 korpsen. In de loop van de jaren ’90 heeft men ingezien dat die korpsen veel te klein waren. Die stelden bijna niks voor. Die kleine korpsen zijn dan gaan samenwerken met elkaar en de toenmalige Rijkswacht om zo 198 “interpolitiezones” te vormen. Binnenlandse Zaken gaf extra geld aan politiekorpsen die samenwerkten en zo is dat eigenlijk eerder toevallig gegroeid. Op het moment dat de politie werd hervormd in 1998 heeft men gewoon die interpolitiezones, die toch al bestonden, verder gebruikt.”
De bedoeling was om nog veel minder zones te hebben dan vandaag de dag. “Binnenlandse Zaken en Justitie wilden meer vrijwillige fusies, veel minder zones dan 198. Nu zijn er 192 zones, maar dat is nog altijd heel veel.” België is qua aantal politiezones niet te vergelijken met het buitenland. Van Daele vindt de Belgische verdeling dan ook archaïsch. “Als ik naar het buitenland ga en vertel over de Belgische politie, kijken mensen daar toch raar van op. Men vindt dat bijzonder veel voor een klein land zoals België.”
Verantwoordelijkheid
Sommigen menen dat het 200-tal kleine lokale politiezones nodig zijn om dicht bij de burger te kunnen staan. Van Daele is het daar niet mee eens. “Ik zeg het al jaren, het is niet meer van deze tijd om met die 200-tal zones te werken. Men moet verantwoordelijkheid durven opnemen op federaal niveau. Het argument van een aantal mensen dat de lokale politie dan verder van de burger zou staan, raakt kant noch wal. De schaalvergroting biedt het voordeel dat je het korps centraal kan beheren, dat neemt niet weg dat je nog altijd je buurtwerking kan verzorgen op een degelijke manier.”
Van Daele meent dat deze 192 zones ook veel meer zijn dan de wetgever beoogde.
“Ik vind het absoluut niet van deze tijd en ik ben daar ook niet alleen in. Er zijn nog altijd een aantal korpsen die hun taak niet aankunnen. De originele bedoeling was dat het lokaal korps alle “normale” niet-complexe politietaken aankon, zonder constante ondersteuning van de federale politie. De bedoeling is ook nooit geweest te stoppen bij die kleine 200 zones.”
Tobback wil juist meer federale steun voor de lokale politiezones. “Plots heeft men 400 miljoen gevonden maar in het verleden heeft de federale overheid de zogenaamde “federale politiereserve” totaal verwaarloosd. Zowel de vorige regering als die daarvoor hebben dat gedaan ter wille van budgettaire redenen. Dat moet je dan maar uit de sociale zekerheid gaan halen, zeggen sommigen. Volgens mij moet je de moed hebben om de vermogensbelasting in te voeren. Maar die reserve blijven verwaarlozen, dat kan niet meer.”
Het is niet moeilijk, het is gemakkelijk
Nochtans zou een hervorming van de politiezones vrij gemakkelijk zijn, meent Van Daele. “In artikel 9 van de Politiewet staat dat de regering het grondgebied indeelt in zones, weliswaar na advies van onder meer de betrokken burgemeesters en de gouverneurs. Bij KB kan je dus vrij eenvoudig beslissen om naar veel minder zones te gaan.” Tobback ziet er het nut niet van in. “Op dit ogenblik draaien de meeste politiezones goed. Als je de zone van Ieper samenvoegt met die van Eeklo, wat ben je dan vooruit? Niks.” Tobback begrijpt niet waarom de politiezones zouden moeten worden hertekend. “Ik wil die verdeling van politiezones niet per se behouden, maar ik vraag me af welk probleem ze willen oplossen.”
Van Daele denkt dat de burgemeesters niet snel hun bevoegdheid over de bestuurlijke taken van politie willen afgeven. “Het streven en behouden van macht zit er zeker bij een aantal burgemeesters in. Dat kleurt het debat omdat we veel burgemeesters hebben die ook op het federaal niveau meespelen.”
Bruxelles
De situatie in Brussel is nog een graad erger, legt Van Daele uit. “Je zit in Brussel met zes zones en dat is echt niet meer van deze tijd. Je steekt de straat over en je bent in een andere politiezone met een ander lokaal politiebeleid. Zo maak je het jezelf enorm moeilijk als overheid.”
Ook Tobback vindt de Brusselse situatie schrijnend. “Ik heb in 1998 nog geëist dat de Brusselse zones werden samengevoegd. Brussel is een apart geval. Het is voor ieder marsmannetje duidelijk dat die 19 gemeenten onder één politiegezag zouden moeten vallen. Onder één burgemeester of minister-president. Alleen zij met persoonlijke motieven zijn daartegen.”
Volgens de Leuvense burgemeester is deze evaluatie niet door te trekken naar de rest van het land. “De Brusselse problematiek heeft niets te maken met het rest van het land, dat is iets totaal anders. Ik wil er op wijzen dat in Nederland er 26 politiezones waren tot een aantal jaar geleden. Elk met een eigen politieplan en -beheer. Het probleem is altijd: wie is de politiek verantwoordelijke? In Nederland functioneerde dat niet, daar heeft de minister van Justitie en de korpschef van Amsterdam hun ontslag moeten geven. Op dit ogenblik is er één minister van Veiligheid en die heeft nog maar pas ontslag genomen.”
Zondebok
Brusselse burgemeesters voeren ter hun verdediging aan dat zij niet degenen zijn die gespecialiseerd zijn in terrorisme. Van Daele is het niet met hen eens. “Sommige burgemeesters zeggen over de radicalisering: dat zijn allemaal taken voor de federale politie. Dat is volledig verkeerd. Het is de wijkwerking die het zou moeten toelaten dat je via de lokale politie signalen opvangt over radicalisering.”
Tobback meent dat vooral de intelligentiediensten zouden moeten hervormd worden. “Inzake informatiegaring is er nog vooruitgang te boeken. Daar zit het probleem dat we een van de weinige landen zijn waar de staatsveiligheid bij Justitie zit. Daar hoort zij niet thuis, zij is geen gerechtelijke dienst. Op basis van het huidige drama zou men nu van de crisis gebruik moeten maken om de zes Brusselse politiezones samen te voegen tot één politie. Ten tweede zou men de staatsveiligheid moeten brengen waar ze thuishoort, bij Binnenlandse Zaken. Men zou mij er zelfs van kunnen verdenken dat ik voor minister Jambon ben.”