artikel> Namen die vereeuwigd zijn in Leuven

Een eerbetoon aan de personen achter de aula's

Het verleden van Leuven bruist van roemrijke figuren. Als aandenken heeft de KU Leuven aan enkelen notabele dames of heren een aula opgedragen.

Aula Pieter De Somer, Charles Deberiotstraat 24

De eerste aula op onze lijst is vernoemd naar de eerste rector van de zelfstandige Nederlandstalige KU Leuven: Pieter De Somer (1917-1985). Als jongeman trok hij naar Leuven om geneeskunde te studeren in 1935. Uiteindelijk behaalde De Somer zijn diploma na zeven jaar hard werken. In de loop van zijn carrière kwam hij bovendien terecht in de onderzoekswereld en verdiepte hij zich in de microbiologie en immunologie.

In 1968 braken er in Leuven studentenprotesten uit, geleid door de Vlaamse studenten. Ze ijverden voor een splitsing van de katholieke universiteit, die destijds tweetalig was. Die opdeling kwam er effectief, waardoor de Franstalige afdeling zich in Louvain-la-Neuve vestigde.

Professor Van Hee gebruikte geen nota's of cursussen

Hoewel Leuven zich in het oog van de storm bevond, slaagde rector De Somer in zijn ambitie om de universiteit een invloedrijk imago aan te meten. Hij drukte zijn stempel op de universiteit door maar liefst driemaal tot rector verkozen te worden. Die functie bekleedde hij tot zijn dood in 1985. Een blijk van zijn idealen is campus Gasthuisberg, dat onder zijn vleugels tot het grootste ziekenhuis van België zou uitgroeien.

Auditorium Zeger Van Hee, Tiensestraat 4

Professor Zeger Van Hee (1909 – 1971) was decaan en hoogleraar aan de rechtenfaculteit. Hij speelde een belangrijke rol in de vernederlandsing van de lessen aan de KU Leuven, een trend die begon in de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw. Hij was ook voortrekker van de opsplitsing van de Leuvense universiteit in de jaren 60. Tot slot kennen we hem ook als de medeoprichter van Tijdschrift voor Notarissen.

Een weetje: zijn manier van lesgeven was enigszins bijzonder, want hij gebruikte geen nota’s of cursussen. Een echte uitdaging voor de strevers onder ons.

Aula Vesalius, Andreas Vesaliusstraat 11

Andries van Wesele, alias Andreas Vesalius (1514 – 1564) was de grondlegger van de hedendaagse anatomie. Ook hij zat niet stil in Leuven: Vesalius volgde maar liefst vier studierichtingen. Hij begon met recht, waarna filosofie, Grieks en Latijn volgden.

Zijn onderricht vond hij in het Paedagogium Castri en het befaamde Collegium Trilingue. Vervolgens vatte Vesalius de studie geneeskunde aan de Parijse Sorbonne aan. Destijds was de leer gebaseerd op de inzichten van de Griekse arts Galenus, die tot zijn visies kwam door het ontleden van dieren.

Vorlat was een gedreven vrouwenrechtenactiviste

Andreas Vesalius verzette zich gaandeweg tegen die leer, omdat de werkelijkheid niet overeenstemde met wat Galenus beschreven had. Later trok hij naar Padua, waar hij anatomisch onderzoek verrichtte. Zijn bevindingen publiceerde hij uiteindelijk in zijn boek getiteld De humani corporis fabrica libri septem. Daarmee kwam ook de allereerste complete verhandeling over de anatomie op de markt.

Vesalius kreeg echter te maken met veel tegenstand van de aanhangers van Galenus en hield zijn academische carrière even voor bekeken. Kort na de publicatie van zijn boek in 1543, nam keizer Karel V hem in dienst als lijfarts. Ook zou Vesalius onder de heerschappij van Karels zoon, Filip II, in dienst staan van de vorst.

Auditorium Emma Vorlat, Edward Van Evenstraat 4

Emma Vorlat (1929 – 2017), studeerde Germaanse talen en promoveerde tot doctor in de Engelse taalkunde. Ze was een gedreven vrouwenrechtenactiviste. Vorlat zette haar vleugels onder de denktank Vrouw en Universiteit.

Weber zat niet stil tijdens zijn loopbaan

Ze was leidster van de interfacultaire raad Vrouw-Man-Universiteit en – niet minder opmerkelijk – de eerste vrouwelijke vicerector van onze universiteit. Tot slot was Vorlat ook voorzitster van de onderwijsraad en een bestuurslid van de KU Leuven.

Aula Max Weber, Parkstraat 51

De naam Max Weber (1864 – 1920), zal ongetwijfeld bij enkelen een belletje doen rinkelen. Weber is immers de grondlegger van de sociologie, maar was daarnaast ook begeesterd in politiek, recht, economie en geschiedenis. Aanvankelijk studeerde hij recht in Heidelberg, maar schakelde na zijn legerdienst over naar de universiteit van Berlijn.

Gedurende zijn academische loopbaan zat Weber niet stil: hij doceerde zowel in Freiburg, Heidelberg, Wenen als München. Naast hoogleraar economie was Weber ook werkzaam als advocaat.

Monnet: de vader van de Europese Unie

Weber was ervan overtuigd dat de industrialisatie de positie van geloof en religie in onze maatschappij ondermijnt. Hij pende zijn gedachten neer en in 1905 verscheen zijn bekendste werk: Die protestantische Ethik und der Geist des Kapitalismus. Hierin stelde hij dat het protestantisme zijn aanhangers aanspoorde om hard te werken en weinig uit te geven, wat leidde tot een accumulatie van kapitaal.

Aula Jean Monnet, Parkstraat 51

Op zestienjarige leeftijd raakte de Fransman Jean Monnet (1888 – 1979) betrokken bij zijn familiezaak: de verkoop van cognac. Al van jongs af aan leerde Monnet de wereld van ondernemers kennen. Zijn talent voor organisatie zou zich gauw openbaren tijdens de Eerste Wereldoorlog, waar Monnet een rol speelde in de aanvoer van goederen en maritiem transport.

Door zijn optreden vergaarde hij later de post van secretaris-generaal van de Volkenbond, de gefaalde voorloper van de VN. Vervolgens werd Monnet financieel adviseur en bankier. Zijn grootste verdienste haalde hij echter als voortrekker van de Europese Gemeenschappen, waaruit later de Europese Unie geboren zou worden. Daardoor wordt Monnet wel eens de ‘vader van de Europese Unie’ genoemd.

Aula Gaston Eyskens, Dekenstraat 2

Gaston Eyskens (1905 – 1988) werd bekend als toppoliticus en als drievoudig premier van België. Enkele ijkpunten onder zijn beleid waren het verdwijnen van de Belgische unitaire staat en de onafhankelijkheid van Congo. Tevens is hij de vader van latere premier Mark Eyskens.

Van Der Eecken profileerde zich als een van de eerste professor-managers van de KU Leuven

In zijn jeugdige jaren studeerde Gaston Eyskens handelswetenschappen en politieke en sociale wetenschappen aan, onder meer, de KU Leuven. Bovendien verwierf hij in zijn latere leven een leerstoel, waardoor hij ook professor en later decaan was. Net zoals een paar collega’s, was ook Eyskens een voorstander van het vernederlandsen van de colleges.

Aula Michotte, Tiensestraat 102

Albert Michotte (1881 – 1965), was een Belgische psycholoog. Als filosofiestudent vond hij zijn onderricht aan de KU Leuven. Hij leverde baanbrekend werk in de experimentele psychologie, een tak van de psychologie die de nadruk legt op de invloed van de hersenen op het gedrag.

Michotte richtte verschillende laboratoria op waarin ook psychologisch onderzoek werd verricht. Uiteindelijk ging hij zelf aan de slag als professor aan de faculteit Letteren en Wijsbegeerte.

Aula J. Van Der Eecken, Naamstestraat 69

Jacques Van Der Eecken (1941 – 1995) was een econoom en decaan van de faculteit Economische en Toegepaste Wetenschappen. Gedurende zijn loopbaan verwierf hij de hoofdpost van het onderzoeks- en ontwikkelingsdepartement van de KU Leuven, een positie die hem de mogelijkheid bood om bruggen te slaan tussen de universiteit en de zakenwereld. Daarmee profileerde Van Der Eecken zich als een van de eerste professor-managers van de KU Leuven.

Aula Bouckaert, Dekenstraat 6

Jozef-Paul Bouckaert (1896 – 1976) was hoofd van het fysiologisch instituut, dat uitgroeide tot een actief onderzoekscentrum in Leuven. Onder meer Nobelprijswinnaar Christian de Duve zou daar gevormd worden.

Tijdgenoten hadden nooit voor ogen dat Maria-Theresia de troon zou bestijgen

De ligging van de aula is trouwens opmerkelijk: tegenwoordig bevindt die zich in een taleninstituut, maar vroeger was dit een wetenschappelijk gebouw waar dieren in formol bewaard werden.

Maria-Theresiacollege, Sint-Michielsstraat 6

Maria-Theresia van Oostenrijk (1717 – 1780) was een invloedrijke vorstin. Haar aanwezigheid liet ze niet onopgemerkt.

Gedurende veertig jaar was zij aartshertogin van Oostenrijk en koningin van Hongarije en van de Bohemen. Haar leiderschap is des te meer bijzonder omdat haar tijdgenoten nooit voor ogen hadden dat de jonge Maria-Theresia van Oostenrijk de troon zou bestijgen, wat wettelijk wel mogelijk was door de Pragmatieke Sanctie van 1713.

Maria-Theresia van Oostenrijk gold als een intellectuele heerseres. Dat blijkt uit verschillende maatregelen die ze in haar rijk trof zoals secularisatie van het onderwijs of de intrede in 1778 van het instituut voor Theologie in Leuven, dat haar naam draagt. Zo streefde ze ernaar dat ook haar kinderen, waaronder Marie-Antoinette, hun talenten en sterke kanten in de schijnwerpers zouden zetten.

Powered by Labrador CMS