artikel> De universiteit en het maatschappelijk debat
Dwaallicht of baken?
Wat bepaalt de rol en de positie van de wetenschapper in het maatschappelijk debat? Hoe zouden wetenschappers zich hierin moeten mengen? Kan de wetenschap überhaupt wel neutraal zijn?
In zijn Lof der zotheid veegt de humanist Erasmus de vloer aan met alles wat naar ‘wetenschapper’ ruikt. Wetenschappers geloven dat zij de enige met wijsheid zijn, maar eigenlijk weten ze niets. Een beetje spelen met de zon, de maan de sterren en planeten en voor de rest onophoudelijke ruzies. Sinds de tijd van Erasmus is de discussie rond de rol van de wetenschap en de universiteit in het publieke debat allerminst geluwd. Veel vragen rond dit onderwerp blijven ook vandaag nog actueel. Want wat bepaalt de rol en de positie van de wetenschapper in het maatschappelijk debat? Hoe zouden wetenschappers zich hierin moeten mengen? Kan de wetenschap überhaupt wel neutraal zijn? Dick Houtman, Mathijs Lamberigts en Jo Tollebeek spraken zich hierover uit.
De universiteit in de maatschappij
Een universiteit dient om na te denken, om inzicht te verwerven. Het is niet meer dan logisch dat de universiteit die inzichten met de rest van de maatschappij probeert te delen. Dit bleek ook uit meerdere artikels die onlangs in Veto verschenen. Men ziet ‘maatschappelijke dienstverlening’ als een kerntaak van de universiteit, naast onderzoek en onderwijs. Toch heeft de universiteit dat op verschillende manieren ingevuld. Je kan engagement zien als iets dat je naast wetenschap doet, of als iets dat je vanuit de wetenschap zelf doet, aldus professor Jo Tollebeek, historicus en decaan van de letterenfaculteit.
‘Toen de Nederlandstalige sectie van de universiteit in de jaren zestig een autonome universiteit werd, was engagement erg belangrijk, voor de studenten, maar ook voor de professoren. Er waren in die post-conciliaire tijd onder studenten en professoren heel wat stemmen die pleitten voor een deklerikalisering, of toch voor een bepaalde mate van vrijheid van de Kerk. Tegelijk groeide er een tegenbeweging van conservatieve katholieken.'
'De aard van het engagement ging ook verschillen. Voordien betekende engagement ‘vanuit de wetenschap groeien naar geloof',' gaat Tollebeek verder. 'Tijdens de jaren 1970 en 80 probeerde men een nieuwe weg te zoeken: niet langer ten dienste van de Kerk, maar nog wel een grote maatschappelijke betrokkenheid. Men wilde niet verzanden in specialistische wetenschap. Men zag ook in dat waardevrije wetenschap niet bestaat.’ Engagement groeit veel breder dan alleen met betrekking tot de katholieke identiteit: ‘de derde wereld, vrede, de strijd tegen armoede, duurzaamheid en zo voort.’
Ofschoon er van secularisering sprake is, is het verleden nog steeds bepalend, volgens Prof. Mathijs Lamberigts, decaan van de faculteit theologie en religiewetenschappen. Hij wijst op het feit dat er in België vrije en staatsuniversiteiten zijn, met pluralistische, katholieke en vrijzinnige instellingen: ‘de traditie in Vlaanderen is er altijd een geweest van levensbeschouwelijkheid, dat is nog steeds zo. De VUB is nog steeds de grootste voortrekker in het euthanasiedossier.’
Dat het katholicisme in traditionele zin afkalft wil volgens Lamberigts niet zeggen dat haar levensbeschouwelijke accenten ook verdwijnen: ‘rechtvaardigheid, vrede, zorg voor het milieu, dat zijn elementen die men in de geschiedenis van het christendom steeds gezocht heeft, die men ook af en toe vergeten heeft, maar die er nog steeds zijn. Over omgeving en natuur hebben we sinds st. Franciscus van Assisi een programma en tot nu wordt dat levend gehouden. Dus een universiteit zonder levensbeschouwing, daar geloof ik niets van.’
Lamberigts is ervan overtuigd dat die zaken nog steeds leven. ‘Idealen moeten uiteraard gerealiseerd worden. Ik ben echter soms jaloers om te zien dat, waar vroeger solidariteit erg institutioneel georganiseerd was, er nu ongelooflijk fantastische dingen bottom-up gebeuren. In de grondtoon denk ik nog altijd dat de christelijke waarden niet alleen in mijn kop zitten, maar ook nog tegen de muren plakken.’
De traditie in Vlaanderen is er altijd een geweest van levensbeschouwelijkheid
Prof. Mathijs Lamberigts
Wetenschap: dienstmaagd der samenleving?
De universiteit heeft het volgens Tollebeek nooit als een optie gezien om wetenschap en engagement als twee aparte sferen te zien: ‘Als je een opleiding sociologie organiseert, doe je dat bijvoorbeeld omdat je gelooft tot de oplossing van arbeidsvraagstukken te kunnen bijdragen. Als je internationaal recht studeert, kan je dat doen om de reflectie op de mensenrechten te verdiepen. Als je bio-ingenieurs opleidt, doe je dat ook om aan duurzame landbouw bij te dragen. Wetenschap moet ook een maatschappelijke relevantie hebben om te kunnen bestaan. Relevantie bepaalt immers dat we er geld in steken.’
Heel wat initiatieven worden in die zin opgesomd: academische steunpunten die een brug moeten slaan tussen de wetenschap en het beleid, instituten als het Hoger Instituut voor Arbeid (faculteit Sociale Wetenschappen) en uiteraard contractonderzoek, waarbij men samenwerkt met de industrie. Aldus Tollebeek: ‘Je hebt sinds lang LRD (Leuven Research & Development, red.) dat contractonderzoek stimuleert. Zo kan je fundamenteel onderzoek valoriseren en commercialiseren. Daar gaat het natuurlijk lang niet altijd om maatschappelijke betrokkenheid, maar het toont wél hoe de grenzen van de wetenschap steeds worden verlegd.’
Meewerken of afstand bewaren
Hoe de wetenschap de maatschappij juist ten dienste moet staan, is niet eenduidig bepaald. Volgens Dick Houtman, hoogleraar godsdienstsociologie aan de faculteit sociale wetenschappen, zijn er, bijvoorbeeld in de sociologie, twee grote manieren om dat te bekijken: ‘Enerzijds kan je je als wetenschap aansluiten bij politiek en en beleid, en dus werken rond die problemen en definities die daar worden gebruikt. Sociologie wordt dan beleidssociologie, toegepaste, adviserende sociologie. Daarnaast kan je meer reflexieve ingesteldheid hanteren, waarbij je meer afstand bewaart en de kijk op problemen van het beleid niet zomaar slikt, en inzoomt op de omgeving van beleid, het tot stand komen ervan, enzovoort. Zo’n reflexieve sociologie heeft wat mij betreft minstens zo veel betekenis. De wetenschap is niet bedoeld om de lakei te zijn van the powers that be’.
Wetenschap is niet bedoeld om de lakei te zijn van 'the powers that be'
Prof. Dick Houtman
Dat wil niet zeggen dat de wetenschap haar eigen wil moet opleggen. Aldus Houtman: ‘ik vind dat de sociologie kritisch moet zijn, niet dat ze moet kiezen voor een bepaald levensbeschouwelijk verhaal om dan daar reclame voor te maken. We moeten juist een stap terug zetten en onderkennen dat er over veel grote kwesties helemaal geen overeenstemming bestaat.’
Het juiste evenwicht tussen afstand en betrokkenheid, dat is waar we als universiteit voortdurend naar op zoek moeten. Aandachtig de wereld observeren, afstand nemen, de zaken vanop afstand bekijken, verschillende perspectieven hanteren. En als het nodig is horzel zijn en een spreekwoordelijke prik toedienen aan de maatschappij. Genieten van dat o zo mooie ‘recht om te dwalen’, maar als het nodig is een standvastig baken zijn. En op tijd en stond een j’accuse! in de plaatselijke ochtendkrant.