artikel> Studenten sensibiliseren rond alcoholgebruik
Drinken studenten te veel in?
De Leuvense studentenkoepel houdt een sensibiliseringscampagne rond verantwoord indrinken. De actie focust vooral op de overlast die het voor omwonenden kan veroorzaken.
Jaarlijks organiseert de Leuvense Overkoepelende Studentenorganisatie (LOKO) een Oktobercampagne die moet sensibiliseren rond overlastthema’s. Dit jaar draait de campagne rond indrinken: met een hele resem aan acties wil LOKO duidelijk maken dat indrinken op kot overlast veroorzaakt en aanmoedigen tot verantwoord drinken in de fakbars of op de fuiven. Dat doen ze in samenwerking met de kringen en de fakbars, en met de politie, de stad, de KU Leuven en de UCLL.
‘Als studenten indrinken gaat dat gepaard met grote hoeveelheden alcohol, wat vaak zowel voor de omwonenden als later op straat veel overlast kan veroorzaken’, vertelt Pieterjan Vaneerdewegh, overlastmandataris bij LOKO.
'Indrinken veroorzaakt op vele vlakken overlast,' vult Bieke Verlinden, schepen van studentenzaken (sp.a) aan, 'op kot, onderweg en ter plaatse zelf. De klachten zijn niet uitsluitend van Leuvenaars alleen. Evenzeer brengt het overmatig indrinken op kot ook ongemakken mee naar medestudenten. We willen dat het aangenaam wonen en verblijven is voor iedereen en hopen dat iedereen verantwoordelijkheid voor en naar elkaar toe opneemt.'
Sterke drank
Indrinken is echter problematischer dan alleen overlast voor medebewoners. Onderzoek toont aan dat jongeren die aan indrinken doen vatbaarder zijn voor intoxicatie en een grotere kans lopen om later overmatig te drinken en alcoholgerelateerde problemen te ondervinden. Dat zou vooral komen omdat er dan langer wordt gedronken.
Daarom is het wat jammer dat de campagne vooral focust op het overlastaspect en niet op het overmatige drankgebruik, waarvan het vooral wil vermijden dat het thuis gebeurt.
Vaneerdewegh legt uit: ‘We leggen de focus vooral op de overlast die gepaard gaat met het fenomeen. We pleiten altijd voor verantwoord alcoholgebruik, maar dat thema is vorig jaar al uitgebreid aangehaald. Bovendien merken we dat studenten op kot meer sterkedrank drinken; er is een enorm verschil tussen indrinken met vijf pintjes in de fakbar of sloten goedkope wodka naar binnen hijsen op kot.’
Dat vindt ook studenteninspecteur Rik De Langhe: ‘We willen vooral gewone, alcoholische dranken promoten, in tegenstelling tot sterkedrank. Bovendien willen we ook de boodschap meegeven dat het niet mis is om nuchter te zijn.’
Verder is volgens De Langhe de fakbar een betere plaats om alcohol te consumeren: ‘Er zijn daar ook stewards, die de situatie in de hand hebben indien het misloopt. Wanneer studenten al vroeg in de avond alcohol beginnen drinken, kan het ernstig fout gaan. Ik denk dat elke collega wel erge gevallen kan opsommen. Eens bleef er zelfs een student drie weken in coma.’
Om de studenten vroeger van hun kot naar de fakbar te halen organiseert LOKO verschillende acties. ‘Tijdens de komende twee weken zal je als je vroeger op een feestje aankomt een tombolabandje krijgen’, vertelt Pieterjan. ‘Daarmee kan je dan prijzen winnen zoals een combiticket voor Werchter of Les Ardentes.’
‘Die prijzen worden uitgedeeld op donderdag 13 oktober op de Aperitief Collectief, een gezamenlijk verantwoord indrinkmoment in het stadhuis. De bedoeling is vooral om er een gezellig evenement van te maken dat benadrukt dat je de sfeer van op je kot ook ergens anders kan ervaren waar je minder overlast veroorzaakt.’
Ook zal LOKO in de loop van de campagne, die loopt van 3 tot 13 oktober, samen met de studentenflik op pad gaan om studenten die in de vroege late avond nog nuchter zijn, te belonen met een VIP-diner in de Alma.
Of de actie ook effectief studenten minder zal laten indrinken, is koffiedik kijken. ‘Het is altijd moeilijk om het effect van zo’n actie in te schatten’, vertelt De Langhe. ‘Wij weten ook wel dat we met zo’n actie het fenomeen niet kunnen uitroeien, maar we willen vooral sensibiliseren zodat studenten beseffen dat het indrinken misschien niet zo prettig is voor de mensen rond hen’, concludeert Vaneerdewegh aan.