interview> Interview met Amrit Kc, uitbater van snackbar Chick-Away
De patron der Leuvense nachtraven
Als kind namen we de culinaire leus van ons aller leermeesters Gert en Samson aan voor zoete koek. Vandaag slaat onze benevelde studentenkop dat devies obstinaat in de wind: 'Spaghetti? Frieten!'
Als je bij Leuvense studenten polst waar ze ‘s nachts hun frieten halen, kan je er donder op zeggen dat 'Chick-Away' van menig tong zal rollen. Frituur Chick-Away is een begrip, en heeft dat voor een groot deel te danken aan haar immer sympathieke uitbater, Amrit Kc (ook wel: 'Keesie').
Ik heb om 9 uur afgesproken met Amrit in zijn friettent aan de Zeelstraat, op een steenworp van de Oude Markt. Wie denkt dat je in hartje Leuven enkel ’s nachts opmerkelijke taferelen aantreft, heeft het schromelijk mis. Ik baan me een weg tussen fulminerende leveranciers, feestvierders die meanderend hun weg naar huis inzetten en een vrouw wier ontbijt kennelijk uit Jupiler bestaat. De ochtendstond heeft goud in de mond.
Te midden van die ochtendlijke reuring word ik breed glimlachend onthaald door Amrit - 'Alles goed, matie?' - die tussen het lossen door even verpoost met een sigaret. Uit collegialiteit steek ik er zelf eentje op en vraag hem, het vroege uur indachtig, of het laat was vannacht. 'Laat? Ik ben nog steeds wakker!' Amrit oogt nerveus en verzoekt me hem even te assisteren bij het uitpakken van de nuggets. Een van zenuwen gespeende interviewee is geen overbodige luxe, dus stem ik gedwee in. Amrit hervindt zijn goedlachse zelf en de toon is gezet voor een openhartig gesprek.
'Een frituur is op en top Belgisch. De Vlaming eet het graag. Zeker als hij zat is'
Stel jezelf even voor aan de Veto-lezer.
Amrit Kc: 'Mijn naam is Amrit Kc, 38 jaar en zaakvoerder van Chick-Away. Ik ben van Nepalese afkomst, maar woon al ruim twintig jaar in België.'
Hoe lang sta je nu al achter de frietketels van Chick-Away, en vanwaar de naam?
'Ik werk hier nu ongeveer twaalf jaar. Het frituur bestond wel al voor ik opdaagde. De naam Chick-Away komt niet van mij, die is bedacht door een collega toen hij de Verenigde Staten bezocht. De oorspronkelijke bedoeling was namelijk om kip te verkopen. Maar dat voorspelde weinig rendabiliteit, en dus besloten we een frituur uit te baten. Een frituur is op en top Belgisch. De Vlaming eet het graag. Zeker als hij zat is. (lacht)'
Wat zijn de leukste en minst leuke aspecten aan jouw job?
'Ik ben graag onder mensen en apprecieer het enorm als mensen vriendelijk zijn tegen mij en op een fatsoenlijke manier bestellen. Vriendelijk zijn kost geen geld, én je krijgt er een betere service voor in de plaats.
Minder leuk is als mensen in een te grote groep komen eten - pakweg tien mensen. Zeker wanneer ze binnenkomen met pintjes of etenswaren die ze elders hebben gekocht. Of dan bestellen die tien mensen één ding en blijven hier hangen. Maar ik kan hen natuurlijk niet de toegang verhinderen, want dan ben ik de slechterik.'
Hoe ervaar je de concurrentie van andere snack-zaken?
'Concurrentie is goed voor de zaak. Je wordt uitgedaagd om het beter te doen. Het is vooral zaak om vriendelijk te zijn tegen de klant en te zorgen voor een goede en vlotte bediening. Dan komen de mensen graag. Ik denk ook dat we in trek zijn door de studentikoze prijzen. Maar: belangrijk is natuurlijk dat de frieten ook lekker zijn.'
'Soms tref ik studenten slapend aan op de wc'
Je frituur heeft natuurlijk ook een perfecte ligging.
'Ja, het frituur trekt uiteraard veel feestende studenten. Maar soms zorgt het ook voor een teveel aan volk. Al zou ik daar eigenlijk niet over mogen klagen. Gelukkig heb ik ook veel klanten die frieten komen eten zonder dat ze daarvoor uit hoeven te gaan.'
Je zei me daarstraks dat je nog niet geslapen hebt. Hoe hou je die gekke uren vol?
'Het graag doen, natuurlijk. Mijn ritme is anders dan bij de meesten: ik slaap overdag. Maar ik kan je niet vertellen van wanneer tot wanneer ik slaap, vaste uren heb ik niet. Van drugs is alleszins geen sprake.'
Hoe ga je om met studenten die hier het varken uithangen?
'Ik probeer eerst vriendelijk te vragen om kalm te blijven. Doen ze dat niet, dan smijt ik ze buiten of bel de politie. Eenmaal de politie gebeld kan ik natuurlijk niet voorkomen dat ze weglopen. Maar als ze iets gestolen hebben, bijvoorbeeld drank uit de frigo, dan hou ik ze vast. Sommige studenten tref ik slapend aan op het toilet, anderen weigeren te betalen voor hun eten - makkelijk is het niet altijd.'
'Ooit trok een man een vuurwapen en een mes. Gelukkig zonder erg'
Je komt al twaalf jaar bijna dagelijks in contact met studenten, heb je hen zien veranderen doorheen de jaren?
'Moeilijk te zeggen. Ik zie natuurlijk alleen hoe ze zich in het frituur gedragen, niet zelden in beschonken toestand. Sommigen zijn beleefd, anderen niet, dat is altijd zo geweest. Men schrijft die onbeleefdheid wel eens toe aan de drank, maar daar geloof ik niet in - degenen met een slecht karakter pik ik er zo uit. Wat ik wel opmerk: vandaag drinken de meeste studenten zich in op kot voor ze komen feesten op de Oude Markt. Iets wat vroeger veel minder het geval was.'
Heb je nog opmerkelijke anekdotes?
'Ooit is hier een student door het raam gegooid, net op de plaats waar mensen zaten te eten. En een jaar geleden is hier een zestigjarige man binnengewandeld, die initieel erg sympathiek overkwam, maar na een dispuut met studenten plots een vuurwapen en een mes bovenhaalde. Gelukkig zonder erg (de man werd opgepakt door de politie, red.).'
Hoe ziet de toekomst er voor je uit?
'Ik ben tevreden, maar het nachtleven is niet eenvoudig. Ik ga de job van friturist dus niet bijster lang meer uitoefenen. Om meer tijd te spenderen aan mijn familie zou ik liever overdag iets doen. Wat precies weet ik nog niet.'