interview> 'Het is onontbeerlijk om mensen bij te brengen dat wij niet de besten zijn'
De Legende: Werner Thomas
Haast iedere geschiedenisstudent kent Werner Thomas. Voor velen van hen vormden zijn afschrikwekkende peptalks, die hij als voormalig hoofd van de POC Geschiedenis gaf, de echte start van hun studies.
Wat vindt u ervan dat u in De Legende terecht gekomen bent?
Werner Thomas: 'Goh ik denk dat er veel grotere legendes op deze universiteit rondlopen, zeker. Ik denk dat ik ook een beetje de pineut ben van het feit dat er bij Veto veel historici rondlopen. Anders zou niemand mijn bestaan opgemerkt hebben.'
Denkt u niet dat het te maken heeft met uw stijl van lesgeven? Misschien door het welkomstwoord dat u als voormalig hoofd van de POC gaf?
'Ah, daar komt het vandaan! (lacht). Op school bij mijn dochter zat er voor de opvang iemand, waarschijnlijk een jobstudent, die eens vroeg: 'Ben jij de dochter van...? Ik heb een vreselijke speech gehoord van uw pa.' De eerstejaars moet je ook een beetje wakker schudden.'
'Elders beschouwt men ons als barbaren omdat we onze oudjes wegsteken in een rusthuis'
Werner Thomas
Denkt u dat zo’n speech op u als student enig effect zou hebben gehad?
'Ik was altijd een voorbeeldige student (lacht). Nee, wij hadden ook wel zulke proffen, maar ik voelde mij daardoor niet aangesproken. Jos Monballyu bijvoorbeeld, die gaf het eerste jaar het vak Inleiding tot het recht: dat was echt terreur alom, al bleek hij in het derde jaar wel goed mee te vallen. Maar ik heb mij daar niet op geïnspireerd hoor.'
'Eén keer ben ik wel voor het shockeffect gegaan. Studenten hadden hun eerste onderzoeksopdrachten ingediend en die waren zo slecht dat ik niet anders kon. Ik heb toen gevraagd waar ze zichzelf binnen vijf jaar zagen. Ze hadden allemaal hoge verwachtingen, een ervan wou zelfs prof worden, maar ik zei toen 'ja, dat blijkt alvast niet uit de oefeningen, want dit is het niveau van gaan werken in den Delhaize, aan de kassa'. Toen waren er wel een paar geshockt.'
Een muur tegen duikboten
Eind vorig jaar werden Slavistiek en Oost-Europakunde als opleidingen geschrapt. U geeft zelf geschiedenis van Latijns-Amerika, hoe ziet u de toekomst van de regiostudies?
'Objectief gezien hangen er bijkomende kosten vast aan dat type ManaMa’s, alleen moet men mij eens uitleggen wat deze kosten precies zijn, behalve dan de administratie van de studenten en hun bijhorende sociale voorzieningen. Op het niveau van lessen zijn er geen bijkomende kosten.'
'Het enige wat wij doen, is twee uur onderzoek inruilen voor twee uur les. Wij worden niet meer betaald, er zijn niet meer assistenten voorzien en de lokalen zijn er toch. De master Iberische studies is overigens betalend, dus die zal men niet snel afschaffen.'
Wat denkt u dat de grootste meerwaarde is van het bestuderen van een regio?
'Het is onontbeerlijk om mensen bij te brengen dat wij niet het centrum van de wereld zijn, dat wij niet de beste zijn. Dat is wel wat we continu in kranten lezen: we hebben zogezegd het beste onderwijs en de beste gezondheidszorg. Dat is niet waar.'
'Verder zorgen deze regiostudies ervoor dat je empathie kunt opbrengen voor de situaties van anderen, in plaats van te staan scanderen dat er een muur moet komen. Ik geloof wel in universele waarden, maar niet dat de hele westerse cultuur wel zo ideaal is. Elders beschouwt men ons bijvoorbeeld als barbaren omdat we onze oudjes wegsteken in een rusthuis. Dat is eigenlijk een wachtkamer voor de dood. Wat is het verschil tussen een gevangenis en een rusthuis?'
'In 1985 had ik ongezien de Centrale Bibliotheek kunnen leegplunderen'
Werner Thomas
U liet reeds 'de muur' vallen. Gezien uw expertise en omdat het tegenwoordig bon ton is om over Donald Trump te spreken: hoe ziet u de relaties tussen de VS en Mexico evolueren?
'Die muur gaat niks oplossen. De drugsbendes beschikken over grote middelen, die gebruiken duikboten en graven tunnels dus ze zullen wel een omweg vinden. Het enige wat die muur gaat oplossen, is dat arme sukkelaars wat meer worden tegengehouden of dat ze meer moeten betalen om te mogen passeren. Ook nu kunnen drugbendes gewoon de grens oversteken om in de VS zware wapens te kopen die in Mexico niet beschikbaar zijn.'
'Dat was één van de grote problemen met die drugsoorlog: men heeft er het leger op afgestuurd in de hoop dat dit effectief zou zijn, maar de bendes schoten niet terug met een pistooltje, maar met een bazooka.'
Kan dat ook een effect hebben op de zwarte economie die er bestaat van migranten die geld terugsturen naar hun families in het thuisland?
'Migranten sturen geld terug en dat geld is zichtbaar. Het is niet zoals bij ons, waar het in Luxemburg op een rekening staat, die families investeren hiermee in hun eigen huis. De dorpsbesturen vragen ook een vrijwillige bijdrage van hen om werken uit te voeren. Dan zie je dus bordjes staan zoals: deze weg werd gebouwd met de bijdrage van onze migranten in de VS. Dat is niet negatief, het is een vorm van ontwikkelingssamenwerking. Misschien dat de volgende generatie het zo wel financieel goed zal hebben en niet de noodzaak voelt om naar de VS te gaan.'
Historische sensatie
Een klassieke vraag: welke historische gebeurtenis had u zelf graag meegemaakt?
'Er zijn er zoveel, maar één van de meest magische momenten voor mij was de maanlanding in 1969, ik was toen 2 à 3 jaar en mocht langer opblijven. Dat beeld van iemand die uit die capsule komt en een voet op de maan zet, is me altijd bijgebleven. Dus ik denk dat op het schip van Columbus zitten, wanneer hij de kusten van Amerika ontdekte, eenzelfde soort ervaring moet geweest zijn. Dat is zoals vandaag op Mars terecht komen.'
'Een student zei dat hij prof wou worden: ik zei dat hij het niveau had om aan de kassa te werken'
Werner Thomas
Tijdens uw studies in Leuven was er ook de aanslag van de CCC (Cellules Communistes Combattantes) op de Kredietbank, in 1985 (het huidige KBC-kantoor op het Ladeuzeplein). Ook wel een historische gebeurtenis, heeft u daar iets van geweten?
'Ja, dat was eigenlijk wel hilarisch. Wij zaten toen te werken in de Centrale Bibliotheek en dan plots kregen we bericht dat we het gebouw moesten verlaten. Maar vroeger had je daar een vestiaire waar je je boekentas en jas moest afgeven en dat was altijd miserie: daar stond steeds veel volk aan te schuiven. Het was immers absoluut verboden om zelf je spullen op te halen. Behalve die dag, toen hadden die mannen van de vestiaire als eersten het gebouw verlaten (lacht).'
'Daarna stonden we op het Ladeuzeplein, wat eigenlijk heel onwezenlijk was. Iedereen stond daar af te tellen en min of meer op het moment dat ze het gezegd hadden, vloog de zaak in de fik (de CCC kondigde steeds haar aanslagen aan, red.). Hadden we toen de bibliotheek leeggeplunderd, geen kind dat dat gezien zou hebben.