Bijna helft proffen vond dat KU Leuven zaak-Reuzegom fout aanpakte

Uit een bevraging bij het KU Leuven-personeel die Veto vorige maand uitstuurde, blijkt dat 45% van de professoren meent dat de universiteit niet correct gehandeld heeft in de zaak, terwijl 46% oppert van wel. De resterende 9% verkoos om 'neutraal' te antwoorden op de stelling. 'Wel juridisch correct maar moreel echt niet. Ik schaam me hiervoor', verklaart één van de 206 respondenten. De cijfers zijn afkomstig van een bevraging die Veto begin februari uitstuurde in het kader van de evaluatiereeks.

Na de fatale doop van de voormalige studentenvereniging Reuzegom, vaardigde de universiteit aanvankelijk slechts lichte tuchtsancties uit ten aanzien van de betrokkenen. In september werd een tweede onderzoek geopend, dat vorige maand werd afgesloten en leidde tot de definitieve schorsing van de zeven nog actieve studenten.

Hoewel het professorenkorps verdeeld is op vlak van aanpak van de zaak Reuzegom, stelt de meerderheid (74%) dat het imago van de KU Leuven geschaad is. De reactie van de universiteit zorgde voor een grote media-aandacht in binnen- en buitenland. 'De communicatie was rampzalig, waardoor ondertussen bijna niet Reuzegom maar de KU Leuven de boeman werd', stelt een professor.

Verdeeld

Het professorenkorps uit zich duidelijk verdeeld over de behandeling van het dossier. Het lijkt vooral de eerste sanctie die tegen de borst stoot: 'De eerste reactie op het Reuzegom-incident was verkeerd ingeschat; de tweede sanctie is duidelijk als remediëring gekomen', klinkt het.

Toch is ook lof te horen voor de communicatiestijl die de rector doorheen de crisis hanteerde: 'De rector heeft zich niet laten meeslepen door alle mediagekte en rustig zijn standpunt uitgelegd. Zijn argument dat de KU Leuven geen rechtbank is, vond ik sterk'. 'Heel humane uitstraling', valt elders.

Imagoprobleem

Een grote meerderheid van zeven op tien professoren vreest dat de universiteit door de crisis imagoschade heeft opgelopen. Het verhaal van de Reuzegomdoop haalde na een mediastorm in het binnenland ook de buitenlandse krantenkoppen en stond zelfs op de voorpagina van The New York Times.

'Ik vond het wel hard aankomen hoe sommige mensen gereageerd hebben. En sommige mensen gingen er echt wel over', vertelt Isabelle Van Geet, directeur van de Dienst Marketing en Communicatie. Dat er blijvende imagoschade zou zijn, dat betwijfelt ze, 'maar het zou goed zijn om mensen meer te laten weten dat we wat inclusiever zijn.'