50% van studenten heeft sportkaart

De afgelopen acht jaar had steeds 50% tot 55% van de studenten een sportkaart, dus de fluctuaties zijn nooit heel groot geweest. Zelf is de KU Leuven heel tevreden met die cijfers. ‘Natuurlijk proberen we nog meer studenten aan het sporten te krijgen’, voegt Pieter van Kelst van het Universitair Sportcentrum toe. ‘Maar zeker in vergelijking met andere universiteiten is het een uitstekend cijfer.’

Dat meer studenten in Leuven de sportkaart aanschaffen, kan gemakkelijk verklaard worden door de prijs. Die bedraagt in Leuven €23, terwijl je voor zo’n kaart aan de VUB en de UGent al snel het driedubbele betaalt. Bovendien moet je bij andere universiteiten vaak nog een supplement betalen bij het volgen van een sessie, terwijl zo’n instapbedrag eerder uitzonderlijk is in Leuven.

Dat de helft van de studenten een sportkaart heeft, betekent nog niet dat die ook daadwerkelijk wordt gebruikt. Cijfers hierover zijn er echter niet, omdat er geen toegangscontrole is op het sportcentrum. Een actiepunt voor volgend jaar, geeft Van Kelst toe. ‘Toch leiden we af uit de participatiecijfers van de sporten met verplichte inschrijving, dat ons aanbod wordt gesmaakt.’

Humane sport minder

De sportkaart blijkt ongeveer even populair bij jongens als bij meisjes. Net iets meer dan de helft van de mannelijke studenten heeft een sportkaart. Bij de vrouwelijke is dat net iets minder dan de helft.

Opvallend is het verschil tussen de faculteiten. Vooral de faculteiten van de verschillende Ingenieurswetenschappen hebben bovengemiddeld vaak een sportkaart. Niet verwonderlijk leidt de faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen de statistieken met 80% van haar studenten. Studenten uit de humane wetenschappen kiezen dan weer het minst vaak voor de sportkaart.