artikel> In gesprek met Zuhal Demir
Zuhal Demir: "Ik besef dat ik streng ben, maar door rondhangen ga je er niet komen"
Pitbull van de N-VA, allesbehalve verlegen om straffe uitspraken, een veelbesproken passage in 'Terug naar eigen land' en een verleden aan de KU Leuven. Stof genoeg voor een gesprek met Zuhal Demir.
Een zomerse dag in de Wetstraat. Zomers genoeg om te interviewen in open lucht, dacht Zuhal Demir. In het nabijgelegen Warandepark ploffen we ons neer op een graspleintje voor een gesprek. “Wat een nostalgie, de studenten van Veto op bezoek,” zegt ze. "Is het redactielokaal nog altijd zo vuil?”
Je hebt een verleden aan de KU Leuven. Waarom koos je voor rechten?
Zuhal Demir: “Ik heb heel duidelijk gekozen vanuit mijn engagement om mensen juridisch te kunnen bijstaan. Ik was ook al sinds de middelbare school actief bezig met mensenrechten bij Amnesty International en organiseerde bijvoorbeeld ook activiteiten zoals Schrijf-ze-VRIJdagen.”
“Ik was trouwens de eerste binnen mijn familie die ging studeren. Daarbovenop was ik ook de eerste uit onze allochtone gemeenschap in Genk. 'Op kot gaan' kenden ze niet. We hebben, en vooral mijn papa, dat vaak moeten uitleggen. Mensen uit de gemeenschap spraken mijn vader aan: "Uw dochter op kot, zou je dat wel doen?"
“Mijn ouders wisten echter zelf ook niet goed hoe alles precies verliep. In de eerste kandidatuur (equivalent van huidige eerste bachelor, red.) feestte ik heel veel en kwam ik dan ook elk weekend doodop thuis. En mijn ouders maar medelijden hebben met mij omdat ik daar in Leuven zo hard moest studeren!” (lacht)
Had je het gevoel dat je als pioniersstudent barrières moest overbruggen?
Demir: “Ik voelde mij echt Alice in Wonderland op de universiteit. In mijn tijd was er ook geen begeleiding voor pioniersstudenten. Dat was niet evident.”
"Er zijn grote barrières voor mensen die uit een arbeidersgezin of allochtone gemeenschap komen"
“Kijk, wij politiekers zeggen altijd: we moeten kansen scheppen en grijpen. Ik was beursstudent, mijn ouders kregen kindergeld en ik kon op peda in Leuven. De kansen waren er en ik heb ze ook gegrepen."
"Een derde belangrijke factor is context. Er zijn grote barrières voor mensen die uit een arbeidersgezin of allochtone gemeenschap komen. Dat zijn hoge drempels die je moet overwinnen en dat is niet evident. Ik geloof heel erg in opgaande mobiliteit vanuit een arbeidersmilieu en allochtone gemeenschap. Als je de cijfers bekijkt, denk ik niet dat dat nu goed zit.”
“Context is heel bepalend. Kansen grijpen en kansen nemen, allemaal goed. Je hebt ook een context waarin je vastzit. Dat wordt soms vergeten.“
De politiek heeft daar dan toch een verantwoordelijkheid?
Demir: “Dat is moeilijk. Ik vind dat wij heel veel kansen hebben in Vlaanderen. Mits een goeie sociale verzorgingsstaat met goede voorzieningen denk ik dat het mogelijk moet zijn om vanuit context omhoog te klimmen. Het verhaal van yes you can: daar geloof ik in. Wij moeten er als overheid over waken dat we genoeg kansen voorzien.”
“Ik hoor dan van tweede- of derdegeneratieallochtonen de opmerking: mevrouw, we krijgen toch geen kansen, ze zeggen toch tegen ons, we gaan niet worden aangeworven. Als ik dat hoor, word ik keikwaad natuurlijk. Ik zeg dan terug: zie eerst dat je zelf in orde bent en je diploma haalt of goeie stiel leert."
“Ik besef dat ik streng ben. Maar door gewoon rond te hangen ga je er niet komen: je moet wel iets doen. Vergooi toch die kansen niet! Laat je niet inpraten in een negatief verhaal en laat je niet in de rol van slachtoffer duwen. Als die jongeren dat horen, vinden ze dat hard. Maar het leven is niet gemakkelijk natuurlijk."
Pintjes tappen
Je was heel erg actief als student. Kenmerkt die gedrevenheid jou?
Demir: “Ik ben actief geweest bij VRG en dat was echt the time of my life. Ik tapte pintjes in het HdR. Maar wat ik ook zo fantastisch vond, was dat groepsgevoel. Mijn studententijd was echt de beste tijd van mijn leven.”
"Wij moeten er als overheid over waken dat we genoeg kansen voorzien"
Is het datzelfde engagement dat je drijft in je job als parlementslid?
Demir: “Ja. Uiteindelijk is politiek ook een engagement. Dat mag je niet zien als een job of beroep. Diegenen die dat louter doen om een inkomen te hebben, zijn niet goed bezig.”
“Ik stoorde me vorige week bijvoorbeeld echt aan het debat over het langer werken van parlementsleden. Ik vind het niet meer dan normaal dat wij het goede voorbeeld geven. Ik heb zelfs nooit gedacht om te stoppen wanneer ik 55 ben.”
“Ik doe het nog steeds met hetzelfde engagement als toen ik student was. Eigenlijk is mijn huidige job daar wel een verlengstuk van. Studentenleven bis!” (lacht)
Zijn er nog grote drijfveren naast dat engagement?
Demir: “Verontwaardiging is volgens mij ook een vereiste. Als je dingen in beweging wilt brengen en dossiers wilt veranderen, moet je eerst verontwaardigd zijn. Als er twee doden vallen bij een staking of Coucke (Marc, oprichter van Omega-Pharma en investeerder, red.) betaalt zijn belastingen niet, moet je vanuit die verontwaardiging de dingen proberen te veranderen.”
Sympathieke kant
Velen waren verontwaardigd na je passage in 'Terug Naar Eigen Land', waar je nogal ongezouten discussies aanging met vluchtelingen en medereizigers over migratiethema’s.
Demir: “Ik merkte daar toch twee verschillende reacties. Er waren inderdaad mensen die vonden dat ik te hard was, vooral op social media en in de pers. Mensen die mij aanspreken, zijn meestal erg positief en zijn blij dat ik ook de moeilijkere dingen durfde te zeggen.”
“Je kon daar ook gratuit verklaringen gaan afleggen en je van je meest sympathieke kant laten zien. Soms had ik zelf het gevoel dat ik al die mensen wilde helpen en ze allemaal wilde meenemen, maar je weet ook wel dat dat niet de juiste oplossing is.”
Begrijp je dan niet dat mensen dat hard vinden?
Demir: “Ik denk ook wel dat dat lag aan de taal. Ik vond het mijn taak om de leugens van de mensensmokkelaars daar te doorbreken en uit te leggen aan die mensen dat het hier in Europa niet gaat op de manier die hen beloofd is. Maar dat moest dan in heel gemakkelijk Engels zonder al te veel nuances.”
Je reageerde heel kwaad toen men de vergelijking maakte met jouw migratieachtergrond.
Demir: “Ja tuurlijk, mijn pa was geen vluchteling hé! Mijn vader is naar hier gekomen op vraag van de overheid. De Belgen wilden de jobs in de mijnen niet doen. Mijn vader heeft vanaf dag één moeten werken en moeten bijdragen tot het sociale systeem.”
Hoe zou jij de vluchtelingenproblematiek dan aanpakken?
Demir: “Hoe langer ik daar was, hoe meer ik de indruk kreeg dat het echt geen oplossing is om mensen naar hier te laten komen. Mensensmokkelaars verrijken zich met die big business, terwijl er jaarlijks 5.000 mensen sterven in die Middellandse zee. Waar zijn we dan in godsnaam toch mee bezig?”