NAVRAAG SPINVIS
'Zodra liedjes op een plaat staan, zijn ze onvermijdelijk mislukt'
'Een supersonische koortsdroom met een tedere ondertoon', zo beschreven we Spinvis' recentste album. De muzikale laatbloeier is heer en meester van mysterieuze, maar rake teksten. Al ging die muzikale zegetocht niet zonder slag of stoot: 'Het paradijs ligt voorgoed achter me.'
Je moet het maar kunnen: tot je veertigste zorgeloos aan het werk zijn in een postkantoor – 'leven in het paradijs' – en dan plots doorbreken tot een van de meest bekroonde Nederlandse artiesten van de voorbije jaren. Erik de Jong – alias Spinvis – kon het.
Een paar uur verwijderd van zijn volgepropte concert in Het Depot, vond Spinvis de tijd om zijn 'favoriete studentenblaadje' te spreken. In de backstage hadden we het over zijn muzikale proces, zijn liefde voor België en zijn voortdurende balansoefening tussen authenticiteit en commercialiteit: 'Ik wil niet in een bubbel van muziek en showbizz leven.'
U treedt vanavond op in Leuven, een heuse studentenstad. Hoe was uw eigen studententijd?
Spinvis: 'Ik heb niet echt een studententijd gehad. Dat was oorspronkelijk wel de bedoeling, maar ik maakte er niet zo veel van…'
Was u toen al veel met muziek bezig?
'Altijd. Dat was misschien deels ook het probleem. Ik had wel willen studeren, maar die plannen zijn verdwenen in een soort prepuberale chaos.'
'Ik heb vervolgens allerlei baantjes uitgeprobeerd en kwam uiteindelijk bij de post terecht. Dat was een heel fijne job, waar ik veel mensen heb ontmoet. Het was bovendien heel eenvoudig werk; terwijl mijn handen het werk deden, kon mijn hoofd nadenken. Ik bleef dus voortdurend bezig met muziek, teksten en poëzie.'
'De verhalen van mensen vormen mijn schatkist, mijn kapitaal'
'Ik had collega’s uit Eritrea, Marokko, Turkije... Heel de wereld leek samen te komen bij de post. Als je goed kan luisteren – wat ik bijzonder goed kan – zijn mensen best snel geneigd om hun verhaal te vertellen. Door de jaren heen heb ik al die verhalen verzameld en opgeschreven. Die verzameling vormt mijn schatkist, mijn kapitaal. Bijna alle personages uit mijn teksten vloeien daaruit voort.'
U haalt veel inspiratie uit mensen en verhalen rondom u; is de manier waarop u muziek maakt bijgevolg veranderd sinds u voltijds artiest bent?
'Mijn leven is volkomen veranderd. Ik kom vrijwel alleen nog in aanraking met muzikanten of mensen uit de media, terwijl ik niet in een bubbel van muziek en showbizz wil leven. Ik ben ervan overtuigd dat de echte romantiek in de levens en verhalen van gewone mensen zit. Ik moet dus veel actiever op zoek gaan naar zulke connecties in tegenstelling tot vroeger.'
U schrijft uw teksten zelf. Welke rol speelt uw huidige band in uw muziek?
'Wat ik opneem in de studio, is volledig van mij afkomstig. Maar als het eenmaal af is, en we live spelen, wordt het van de hele band. De liedjes die we live spelen zijn nooit zoals de versie op de plaat.'
'Een liedje live spelen, is een tweede kans'
'Vaak zijn liedjes, eenmaal ze op de plaat staan, onvermijdelijk mislukt. Het is meestal die eerste schets van je lied, de eerste demo, het eerste idee, waar de kern zit. Daarna neemt de ratio en de "goede smaak" het over.'
En dan is het liedje live spelen een tweede kans?
'Precies. Muzikanten en mensen in het algemeen zijn op hun best wanneer ze vrij zijn. Ik voorzie de muzikanten hoogstens van een partituur, maar na pakweg drie repetities blijft daar niet veel meer van over, ten voordele van de muziek weliswaar. De dynamiek van een groep is zo anders dan de dynamiek van een eenmansband, van een studioalbum.'
'Ik vind het steeds opnieuw magisch hoe een liedje op de plaat heel goed kan werken, maar live helemaal niet. Of andersom. Dat heeft te maken met interactie, met het publiek, met de mensen.'
Merkt u verschil tussen een Nederlands en een Belgisch publiek?
'We treden al 22 jaar, sinds het begin, in België op. Het was meteen een goed huwelijk. Hoe zuidelijker je komt in Europa, hoe meer liefde en respect er is voor kunst en cultuur. Zeker voor het surrealisme.'
'In Nederland krijg ik heel vaak de vraag: "Waar gaat het over?" Een volkomen irrelevante vraag. Waar het over gaat is niet belangrijk als je het mooi vindt en het je iets doet. "Vind je de ondergaande zon mooi? Waar gaat dat over dan?", is meestal mijn antwoord daarop.' (lacht)
'Ik heb geen boodschap over te brengen, buiten voor mezelf'
'In België hoor ik die vraag vrijwel nooit. Het Belgische publiek staat voor veel meer open. Dat voel je ook tijdens een optreden.'
'Ik heb geen boodschap over te brengen, buiten voor mezelf. Vroeger maakte ik weleens de fout om mensen te verbeteren, maar dat heb ik afgeleerd. Ik heb er mijn betekenis aan gegeven, jij geeft er de jouwe aan.'
Een stoute vraag: treedt u liever in Nederland of in België op?
'Losstaand van mijn accent, gebruik ik zoveel typisch Nederlandse uitdrukkingen, waardoor ik me soms afvraag of het Belgische publiek wel altijd begrijpt wat ik bedoel, waar het over gaat. Ik denk dat veel kleine Nederlandse – in het bijzonder Utrechtse – finesses verloren gaan. Dat is niet erg natuurlijk, maar wel jammer.'
Staat u op het podium als Spinvis of Erik de Jong?
'Ik ben daar voortdurend mee bezig. Als je voor een zaal staat, met honderden ogen op je gericht, kan je onmogelijk jezelf zijn. Wanneer ik op een podium sta, komt er iets in mezelf naar boven, wat enkel tijdens zulke momenten naar boven kan komen. Je bent je heel erg bewust van jezelf. Op het podium heeft elke kleine handeling, elk klein gebaar een betekenis.'
Bent u bijgevolg graag frontman? Uw eerste podiumervaring was immers als drummer.
'Het zit allebei in mij. Ik zou heel graag weer drummen. Maar wat het frontman zijn betreft: ik ben zeker geen podiumbeest. Ik doe misschien niet wat een frontman "hoort te doen", maar kom er wel mee weg, en ik vind het heel leuk om te doen.'
'Ik hoef niet meer jong, sexy of cool te zijn'
'Stel je voor dat je doorbreekt op je twintigste als een metalgitarist, dan moet je tot je veertigste een metalgitarist blijven en je imago uitdragen. Ik debuteerde toen ik veertig was als Spinvis, ondertussen ben ik 62. Ik hoef niet meer jong, sexy of cool te zijn. Ik blijk gewoon te kunnen zijn wie ik ben. Dat is een grote bevrijding.'
Ondervindt u ook nadelen aan het feit dat u op latere leeftijd pas debuteerde?
'Dé tantaliserende vraag blijft voor altijd: wat als ik op mijn twintigste al was doorgebroken? Dan had ik nog eens twintig jaar extra tijd gehad om te ontdekken.'
Voelt u zich gehaast om die 'verloren' tijd in te halen?
'Ik denk het wel. Ik ben geneigd om veel "ja" te zeggen. Samenwerkingen met filmmakers, dansers, theater... Alles is interessant. Al wil ik daar voortaan voorzichtiger mee zijn. De kern van mijn werk, dat blijft het maken van die stomme liedjes van drie minuten. Dat is wat ik echt goed kan.'
Heeft u nog andere ambities, naast uw muzikale carrière?
'Zoveel, zoveel! Striptekenen bijvoorbeeld, ik had zo graag striptekenaar geweest willen zijn. Ik maak ook allerlei posters.'
U ontwierp uw meest recente albumhoes dan ook zelf.
'Ik ben graag grafisch bezig. Daar ligt een hele wereld voor me open, maar het kan niet allemaal. In feite kan natuurlijk alles, maar dan versnipper je je hele leven. Dat wil ik niet. Ik moet en wil dit blijven doen.'
Heeft u het gevoel dat u nog veel evolueert op muzikaal vlak?
'Mijn muziek evolueert volgens mij zonder twijfel, maar of het al dan niet ten goede verandert, dat weet ik niet. Het is vergelijkbaar met ouder worden: onderweg pik je dingen op, verrijk je jezelf, maar verlies je ook van alles en nog wat.'
'Jullie luisteren naar mijn muziek zoals het geworden is, ik hoor vooral wat het had moeten zijn'
'Een weegschaal kan zichzelf niet wegen. Als maker kan ik niet naar mijn muziek luisteren, zoals jullie dat kunnen. Als ik een liedje van tien jaren geleden hoor, dan pas hoor ik – soms – wat jullie horen. Pas dan ben ik even vergeten wat het had moeten worden. Ik wandel al eens een café binnen terwijl er een liedje speelt, en denk dan: "Oh, dat klinkt goed. Wacht, het is van mij!"' (lacht)
'Als je op vakantie bent geweest en je komt terug in je kamer, dan zie je heel even hoe het is door de ogen van anderen. Heel even, voor een vluchtig moment, ben je een vreemde in je huis. Dat is wat ik slechts soms met mijn liedjes ervaar.'
Is er iets dat u anders zou hebben gedaan in uw carrière, achteraf gezien?
'Ik zou al mijn liedjes herschrijven. Jullie luisteren naar mijn muziek zoals het geworden is, ik hoor vooral wat het had moeten zijn. Neem bijvoorbeeld Kom Terug: als ik dat vandaag herbeluister, zing ik het als een robot! Ik zou het hebben willen zingen zoals ik het vandaag op het podium zing. Maar de boodschap blijft wel hetzelfde.'
En wat is die boodschap?
'Goed geprobeerd. (lacht) "Gooi een steen naar de dag", "spoel het zand van je huid", het zijn allemaal beelden die gewoon goed voelen. Een goede zin, die trilt. Er zit een geheim in, er zit iets inherent goed in. De ene zin kan trillen, de andere totaal niet.'
'Ik ben eigenlijk gewoon op zoek naar de zinnen die een flux hebben. Daar maak ik dan een collage van – een container, die alles samenvat. Daar houd ik van.'
'Zo bestaat Voor ik vergeet bijvoorbeeld uit allerlei herinneringen, allerlei kleine toevalligheden, maar omdat voortdurend "voor ik vergeet" wordt herhaald, ontstaat er een groter geheel. Zonder noodzakelijk inhoudelijk verbonden te zijn, schep je wel één wereld binnen die container.'
U sprak al vol lof over uw periode bij de post. Mist u die rust soms?
'Niemand wist wat ik deed. Er was nog geen sprake van een luisterend publiek, het was gewoon ik, mijn demo's en schriftjes. Dat was in zekere zin het paradijs: ik kon alles maken, niets was ondenkbaar en het was voor mezelf. Ik was trouwens erg gelukkig, met goede mensen om me heen.'
'We hebben het paradijs verlaten en zijn ons té bewust geworden van onszelf'
'Nu is er wel een publiek. Elk woord dat ik nu verzin, is belangrijk geworden. Het kan niet meer speels en vrijblijvend zijn. Ik probeer dat te ontkennen, maar het lukt niet.'
'Het is het verhaal van de mensheid: we hebben het paradijs verlaten en zijn ons té bewust geworden van onszelf. Het is een luxeprobleem, mijn leven is ontzettend tof. Het is de prijs die ik betaal.'
En toch wilde u graag 'gehoord' worden?
'Dat kwam pas op mijn veertigste. Destijds had je een aantal grote Nederlandstalige hits, en op een dag dacht ik: "Ik kan beter!" Ik werd plots erg ambitieus.'
'Ik zong de liedjes in in een studio en bedacht de naam Spinvis. Dat gebeurde allemaal op een half jaar tijd. Het zat gewoon in mijn hoofd: "Ik wil hier weg, ik moet hier uit, het is tijd." En dat gebeurde.'
Vanwaar de naam Spinvis?
'Het bevat twee s'en aan beide uiteinden. Een mooi woordbeeld. Bovendien zijn het twee dieren die elkaar helemaal niet kennen. Twee werelden. Welja, blijkbaar was dat dus een goede naam.' (lacht)
Zoals u net al zei: er is een publiek ondertussen. Trekt u het zich aan wat critici zeggen?
'Het is natuurlijk heel stoer om te zeggen dat je dat niet doet, maar uiteraard doe ik het wel, wat ik ook probeer. Het is een constante strijd. Ook naar slechtere reacties moet je luisteren, beter nog ter harte nemen, maar er is altijd een kleine geheime kamer die enkel van jou is. Daar mag niemand aan raken. Die moet je koesteren.'
Heeft de aanwezigheid van publiek desondanks uw muziek beïnvloed?
'Wat ik maak, maak ik niet met de verkoop ervan in mijn achterhoofd. Ik maak het omdat het mijn leven zin geeft. Maar ik denk ook aan de mensen rondom me, mijn team. Dit is hun beroep, zij moeten hier van leven. Ik voel me daar verantwoordelijk voor. Het moet verkopen. Ik wil dat niet echt, maar dat is wel hoe het is.'
'Het hoeft niet groter dan dit, dat wordt het ook niet'
'Dat zijn nu eenmaal de krachten waarmee je te maken krijgt als je paradijs opent en groter wordt. Je enige opdracht is om een integer pad te bewaren dat niet te zeer afschuift richting commercialiteit. Maar je blijft tegelijk altijd een winkel.'
Waar ziet u uzelf naartoe evolueren de volgende jaren?
'Je moet je voorstellen dat mijn leven in een laat stadium, en op zeer korte tijd, volledig gekanteld is. Mijn grote droom is om dit nog twintig jaar te mogen doen. Als dat mogelijk zou zijn, is dat voor mij het grootste dat er is.'
'Het hoeft niet groter dan dit, dat wordt het ook niet. Dan zou ik andere muziek aan het maken moeten zijn, maar dat wil ik niet.'
Een laatste vraag, hoe is het nog met Ronnie?
'Nou, met hem alles goed! Ik heb al drie liedjes over hem geschreven, al is een daarvan nooit gelukt. We zijn allemaal Ronnie. Ron leeft in ons. Jullie hebben de groeten, en hij maakt het wel.' (lacht)