longread> Op 5 november 1985 blies de CCC de bank op het Ladeuzeplein op
“Wat is dat hier in dit land?”
Tijdens de jaren ’80 waren bomaanslagen en schietpartijen schering en inslag. De CCC blies deze week exact 30 jaar geleden de bank op het Ladeuzeplein
De Cellules Communistes Combattantes. Voor de meeste studenten iets waar ze nooit van gehoord hebben. Voor de vorige generatie bittere ernst. De werkwijze van de CCC: bomaanslagen op kapitalistische en politieke doelwitten. Tussen ‘84 en ‘85 voerden ze meer dan tien aanvallen uit met 28 gewonden en 2 dode brandweerlieden als gevolg. Bij het opblazen van de toenmalige Kredietbank vielen geen doden, maar de materiële schade was groot. Terreur in het pre-9/11-tijdperk.
Dirk Van Daele, Hoogleraar aan het Instituut voor Strafrecht, was toen nog een puber. “Ik was 15 en zat in het middelbaar. Ik heb nog vage herinneringen aan die periode. Ik weet nog dat de broer van een kameraad een opeisingspamflet had gevonden.”
Voor Emmanuel Gerard, professor hedendaagse geschiedenis aan de faculteit Sociale Wetenschappen, was het een bewogen periode. “Ik was in Brussel op een besloten vergadering met syndicale leiders en er werd daarover gesproken met grote bezorgdheid. Ik heb ook de verwoesting op het Ladeuzeplein gezien natuurlijk.”
De CCC was niet de enige groepering die een spoor van vernieling achter zich liet. Ook de Bende van Nijvel pleegde verschillende bloedige overvallen. Van Daele: “In die periode zijn een aantal zaken gebeurd in ons land waardoor men het gevoel kreeg dat er bij de politie vanalles misliep. De maatschappelijke onrust steeg in ons land, de mensen durfden amper nog naar het warenhuis te gaan. Dat ging tot en met paracommando’s met het wapen in aanslag, op wacht bij warenhuizen. De bevolking vroeg zich af of ons systeem wel uitgerust was om zo’n groepen tijdig op te sporen en te arresteren.”
“De eerste helft van de jaren 80 waren als gevolg van de aanslagen van de CCC en de Bende van Nijvel toch wel spannende jaren. Dat zorgde voor ongerustheid bij de bevolking. Toen had men toch het gevoel: Wat is dat hier in dit land?”, aldus Gerard.
Concurrerende politiediensten
De toenmalige politiediensten werkten niet altijd even goed samen, wat ten koste ging van het onderzoek.
Zo liep de rivaliteit tussen de toenmalige Rijkswacht en de gemeentepolitie hoog op, legt Van Daele uit. “Tijdens die periode in de jaren ‘80 was het al duidelijk dat er een politieoorlog was. Een ware concurrentiestrijd was losgebarsten. Enerzijds was er concurrentie tussen de toenmalige Rijkswacht en de Gerechtelijke Politie op vlak van onderzoek van misdrijven. Het ging zo ver dat men voor elkaar informatie achterhield. Anderzijds was er concurrentie tussen de Rijkswacht en de gemeentepolitie op vlak van ordehandhaving, zeker in de grotere steden. Dat leidde tot een systeem waar de drie diensten elkaar beconcurreerden.”
De politiediensten werden in die periode nog niet gestuurd vanuit het centrale niveau. “Er was amper beleid vanuit Justitie en Binnenlandse zaken. Het eerste politioneel beleidsplan is er pas in de jaren 90 gekomen.” Ook de Dienst voor de Veiligheid van de Staat was niet wettelijk geregeld. “De Staatsveiligheid is ouder dan ons land zelf. Die dienst was niet wettelijk geregeld. Er waren wel interne beleidsdocumenten en het heeft geduurd tot eind jaren 90 vooraleer er een wet werd gestemd,” aldus Van Daele.
Stadsterrorisme
De aanvallen van de CCC waren geen geïsoleerde feiten. In heel West-Europa laaide de terreur op. Gerard: “Men moet de CCC kaderen in een bredere beweging die West-Europa trof in de tweede helft van de jaren 70. Ik noem dat stadsterrorisme. Dat is een verlengstuk van een onvervulde realisatie van de linkerzijde. De linkse eisen van 1968 waren nog niet vervuld. Het regime zou zich hervormen. Dat mondde uit in een aantal terroristische groeperingen. Er zit een patroon in dat heel West-Europa heeft gekenmerkt.”
Vandaag siddert en beeft heel het land als politici beslissen om het dreigingsniveau van 2 naar 3 te verhogen. In vergelijking met de terreur van vandaag, waren de verschillende rode terroristische groeperingen veel actiever. “Geweld in West-Europa was toen breed aanwezig, zeker als je dat vergelijkt met vandaag. We hebben nu heel specifieke terreuracties met grote reikwijdte, maar niet met de frequentie van de jaren ’70 en ‘80.” Al merkt Gerard ook gelijkenissen op tussen de terreur van toen en nu.
“Terreur vandaag is ook onbestemd. Hetgeen we de afgelopen 15 jaar gekend hebben, van de Twin Towers tot de aanslagen in Frankrijk, het zijn telkens onverwachte aanslagen. In die zin verschilt terreur vandaag niet zoveel met die van toen. Maar bij de CCC, en de Bende van Nijvel ging het om de eigen mensen die daarbij betrokken waren.”
Rote Armee Fraktion
De wortels van de CCC liggen dan ook in het buitenland. Al tijdens de jaren 70 waren groepen zoals de Rode Brigades en Rote Armee Fraktion actief. “De terreur van de Rode Brigades in Italië, de Rote Armee Fraktion in Duitsland en de CCC in België heeft ook te maken met de specifieke context van de tweede helft van de jaren 70 en de eerste helft van de jaren 80. Toen voelde men de effecten van de diepe economische crisis die in de jaren 70 was uitgebroken. Dat zorgde dan voor extreme reacties,” besluit Gerard.
Of er een link zou zijn tussen de Bende van Nijvel en de CCC? Gerard denkt van niet. “Je zou kunnen denken dat de CCC het linkse antwoord is en de bende van Nijvel het rechtse antwoord. Maar zo heeft men dat in de tijd niet gepercipieerd. Dat zijn gewoon twee zaken die in de tijd samenvallen.”
Toch had terrorisme België nog niet volledig in zijn greep volgens Van Daele. “Terrorisme was toen een probleem in heel West-Europa. In België hadden we dat nog niet tot op het moment dat de CCC opdook. Toen had men in België wel schrik dat wij ook in de greep zouden geraken van een terroristische groepering. Maar de CCC bleek achteraf een vrij kleine groepering, die men snel heeft kunnen opsporen.”
“Dat waren radicalen, die mee beïnvloed waren door wat er in de rest van Europa gebeurde. De CCC was ook al langer actief in extreem gedachtegoed. Na een tijdje is dat dan geëvolueerd naar geweld,” vervolgt Van Daele.
Nochtans had België hetzelfde lot kunnen delen als Duitsland, waar de Rote Armee Fraktion procureur-generaal Siegfried Buback in 1977 in zijn wagen doodschoot. “De CCC heeft dat nooit gedaan, of men heeft ze althans snel genoeg gevat. Zij pleegden aanslagen op kapitalistische doelwitten. De CCC heeft nooit de bedoeling gehad om te doden maar hebben wel onbedoeld slachtoffers gemaakt,” vertelt Van Daele.
De Bende
In diezelfde periode was ook de Bende van Nijvel actief, die veel bloediger te werk ging. De Bende van Nijvel pleegde meer dan 16 gewapende overvallen tijdens de periode ’82- ’85 met 28 doden tot gevolg. In vergelijking met het dodentol was de buit opvallend mager. Het dossier van de Bende van Nijvel is ongetwijfeld de bekendste cold case in België.
Omtrent de Bende van Nijvel circuleren meerdere complottheoriën, de meeste raken kant noch wal volgens Van Daele. “Het probleem met het dossier van de Bende is dat daar een bepaalde soort pers is opgesprongen. Bij De Morgen en Humo zaten een aantal journalisten die de gekste complottheorieën verzonnen. Gaande van een staatsgreep van de Rijkswacht tot afpersing van Delhaize. Ik ben van geen enkel van die theorieën fan.”
De overheid reageerde met een onderzoek naar het onderzoek. Van Daele: “Er zijn twee parlementaire commissies geweest over de Bende. Die hebben in kaart gebracht wat er allemaal gezegd en beweerd werd over het gerechtelijk onderzoek. De overgrote meerderheid waren leugens of misverstanden. Er is toen vastgesteld dat er inderdaad een extreemrechtse groep was binnen de Rijkswacht. Zeer klein, maar er was er wel een. Justitie heeft dat onderzocht en is er tegen opgetreden. Het is dus niet zo dat dat toen in de doofpot is gestopt.”
Al heeft zelfs Van Daele twijfels bij het gevoerde onderzoek. “Er zijn wel een aantal pistes minder of niet onderzocht. Zoals bijvoorbeeld de link met de zogenaamde practical shooting clubs. Het is niet zo makkelijk vanuit een rijdende wagen goed te schieten, daarvoor moet je een geoefend schutter zijn. Ook een warenhuis binnengaan met zware wapens en koelbloedig beginnen rond te schieten, ik denk niet dat iedereen dat in zich heeft. Dan blijft de vraag: waren dat geen getrainde mensen? Daar heeft de commissie ook gezegd dat die piste te weinig onderzocht is. Het onderzoek loopt nog, men heeft ook de verjaringstermijn weer verlengd zodat de zaak niet verjaart. Gaan we het ooit weten?”
Gerard kadert de Bende in de sfeer van de Koude Oorlog. “In die periode is er een nieuwe fase in de Koude Oorlog. Denk aan de kruisraketten, de vredesbetogingen. Bepaalde geheime diensten zouden bepaalde groepen hebben gestuurd en dat zou dan uit de hand zijn gelopen. Maar het blijven speculaties.”
Niet voor herhaling vatbaar
Na de bewogen jaren 80 en 90 werd de politie grondig hervormd. De Rijkswacht, gemeentepolitie en Gerechtelijke politie zijn niet meer. Van Daele: “Op dit moment is de staatsveiligheid veel transparanter en helderder. Zij hebben verregaande bevoegdheden, maar die zijn nu wel wettelijk geregeld. Ook de concurrentie tussen de politiediensten is sterk verminderd.”
“De vraag blijft wel in hoeverre de federale politie genoeg middelen en personeel heeft op dit moment. Er is een betere samenwerking tussen zowel de inlichtingendiensten als de politiediensten. We staan er beter voor,” vindt Van Daele.
Het dossier van de Bende is veel complexer dan dat van de CCC, zo vindt Gerard. “Tot op vandaag weet men niet wie de mensen achter de Bende Van Nijvel waren en waarom zij die daden hebben gepleegd.Voor de CCC weten we dat wel, die mensen zijn opgepakt en veroordeeld. Zij hebben gevangenisstraffen gekregen en zijn ondertussen ook opnieuw vrijgekomen.”
“Pierre Carette, de leider van de groep, heeft bij zijn vrijlating in 2003 nog een debat gevoerd met toenmalig premier Martens. Dat was een heel merkwaardig debat, omdat Carette niet afgestapt was van zijn gewelddadige extreemlinkse ideeën van de jaren ’80. Het was alsof zijn ideeën bevroren waren.”