ANALYSE ACADEMISCHE VRIJHEID

Waarom Mattias Desmet (niet) voor de aula mag blijven staan

De academische vrijheid lijkt onder druk te staan. Wokeness, complotdenkers, doodsbedreigingen... Wat houdt de academische vrijheid precies in en wordt deze echt bedreigd? In een tweeluik zoekt Veto het uit. Vandaag deel één.

Gepubliceerd Laatst geüpdatet

Waar is Mattias Desmet in dit artikel?

Veto heeft professor Desmet gecontacteerd voor dit artikel. Veto laat geïnterviewden altijd hun eigen citaten controleren, maar professor Desmet wilde het volledige artikel voor publicatie kunnen nalezen. Dat gaat in tegen onze huisregels. Om die reden ontbreekt Desmets perspectief in dit stuk.

De Gentse professor klinische psychologie Mattias Desmet krijgt een andere docent naast zich voor het vak cultuur- en maatschappijkritiek. Zijn handboek 'De psychologie van het totalitarisme', waarin hij stevige kritiek uit op het coronabeleid, wordt uit de opleiding geweerd.

Dat besloot de opleidingscommissie na een onderzoek van de Commissie voor Wetenschappelijk Integriteit aan de UGent begin deze maand. De redenen die daarvoor aangehaald werden, waren dat het handboek verouderde wetenschap en slordigheden zou bevatten.

Desmet kwam onder vuur te liggen nadat hij aanschoof bij de talkshow van complotdenker Alex Jones. Desmet staat bekend als een coronacriticus en beweerde daar onder meer een openhartoperatie onder hypnose gezien te hebben. Later nam hij afstand van de uitspraken. De maatregelen die nu genomen zijn openen het debat over de limieten van academische vrijheid.

Waarzeggers en charlatans

Academische vrijheid omvat twee belangrijke aspecten volgens wetenschapsfilosoof Gustaaf Cornelis (VUB). Enerzijds op onderzoeksvlak, waarbij een wetenschapper zelf de methode en het onderwerp van diens onderzoek kiest. En anderzijds op onderwijsvlak, waarbij docenten vrij zijn om invulling te geven aan de inhoud van hun vak.

Professor Publiekrecht aan de KU Leuven Kurt Willems haalt aan dat de academische vrijheid de vooruitgang van wetenschappelijke kennis moet ondersteunen. Daar is echter ook een belangrijke voorwaarde aan verbonden, namelijk dat je je baseert op de wetenschappelijke methode en rekening houdt met eerder onderzoek.

'Als je denkt dat iedereen verkeerd is vanwege een bepaalde reden, moet je net worden beschermd'

Kurt Willems, professor Publiekrecht (KU Leuven)

Bij het bepalen van welke wetenschappelijke methode dan correct is, hoogleraar Publiekrecht aan de KU Leuven duidt Koen Lemmens op het belang van peerreview - waarbij onderzoek beoordeeld wordt door vakgenoten. Dat houdt volgens Lemmens echter ook enkele belangrijke beperkingen in.

Enerzijds kunnen peers zich volledig vergissen. 'Anderzijds zijn de peers van waarzeggers natuurlijk ook charlatans', zegt Lemmens. 'Dat systeem biedt dus geen 100% garantie. Maar dan moet je je de vraag stellen of er een beter systeem is. En dan denk ik dat het antwoord neen is.'

Boycot

Willems wijst erop dat mensenrechten er net zijn voor de minderheid: 'Als je denkt dat iedereen verkeerd is omwille van een wetenschappelijk te verantwoorden reden, dan dient de academische vrijheid net om jou daarin te beschermen.'

Al betekent controle op de kwaliteit van het onderwijs niet noodzakelijk een inbreuk op de academische vrijheid volgens professor Wetenschapsfilosofie Andreas De Block (KU Leuven). 'Wanneer de POC meent dat er lacunes zitten in hoe een bepaald vak gedoceerd wordt, kan ze ingrijpen.'

'Wanneer rectoren het niet met professoren eens zijn, kunnen zij hen ook ter verantwoording roepen'

Koen Lemmens, hoogleraar Publiekrecht (KU Leuven)

Ook Lemmens benadrukt dat een universiteit die aan kwaliteitscontrole doet niet botst met de academische vrijheid. 'Een universiteit mag daarin opleggen wat er gegeven moet worden binnen een bepaald vak, zolang deze niet intervenieert met de inhoud omdat een bepaalde invalshoek haar niet bevalt.'

De belangrijkste controle moet er echter komen vanuit de studenten, vindt Cornelis. 'Een betere oplossing dan controle van bovenaf, zijn studenten die de discussie aangaan of ervoor kiezen om een cursus te boycotten.'

Hard tegen onzacht

Willems is het eens dat je moet opletten met sancties. Hij meent dat een rector beter zelf kan spreken wanneer die het oneens is met wat professoren zeggen en diens eigen academische vrijheid gebruiken.

Lemmens treedt hem bij: 'In dat geval kunnen zij hun eigen mensen ook ter verantwoording roepen, binnen het publieke debat. Dat moet zeker niet op een intimiderende manier, maar mag hard tegen onzacht zijn over de inhoud.'

Het vrije debat

Toch hoeft niet elk conflict in de publieke ruimte te worden beslecht. Cornelis haalt aan dat een academicus zich er bij de ondertekening van een contract toe verbindt om de academische regels te volgen. Dat houdt in dat wanneer een docent spreekt als expert, die dat ook doet op basis van onderzoek volgens de regels van het vak. Anders is er volgens Cornelis sprake van contractbreuk.

Lemmens zegt ook dat academici een loyauteitsverklaring tekenen bij de start van de academische carrière, al is die weliswaar niet zo strikt in vergelijking met private bedrijven. Daar ligt de focus op winst maken en schikt men zich er dus veel makkelijker naar de cliënten. Universiteiten daarentegen hebben een nog grotere loyauteitsplicht tegenover het vrije debat, meent Lemmens.

'Je kan niet verwachten dat een academicus altijd spreekt volgens de laatste stand van het wetenschappelijk onderzoek'

Kurt Willems, professor publiekrecht (KU Leuven)

Toch is het volgens Willems mogelijk dat er opgetreden wordt, bijvoorbeeld als een prof te vaak opdraaft in neonazikanalen: 'Universiteiten genieten immers ook van academische vrijheid en institutionele autonomie. Ze dragen daarnaast een maatschappelijke verantwoordelijkheid en een verantwoordelijkheid naar studenten en personeel. Er moet daarin een evenwicht gezocht worden.'

Als er dan actie ondernomen wordt, gebeurt dat eerst sturend en eventueel daarna ook sanctionerend. Al moet dat altijd met de nodige terughoudendheid.

Public intellectual

Universiteiten moeten volgens Lemmens echter omgekeerd ook achter hun academici staan wanneer die zich publiekelijk uitlaten. 'In tegenstelling tot vroeger, staan universiteiten nu met twee voeten in de wereld. Academici krijgen de boodschap om ook deel te nemen aan het publieke debat als public intellectuals. Dan moet je verdragen dat een academicus zich soms ook gedraagt zoals het er in de wereld aan toe gaat', aldus Lemmens.

'Academici moeten zelf de vrijheid hebben om, wanneer ze bijvoorbeeld uitgenodigd worden in praatprogramma's, mee te blijven praten, ook als het onderwerp aan de tafel verandert. Ze moeten wel goed beseffen wanneer ze spreken volgens hun rationeel buikgevoel en wanneer ze dat doen op basis van wetenschappelijk inzicht, en dat best ook aangeven. Je kan niet verwachten dat een academicus daar altijd spreekt volgens de laatste stand van het wetenschappelijk onderzoek', vult Willems aan.

Powered by Labrador CMS