NAVRAAG LIESBETH VAN IMPE
'Voor hetzelfde geld zeggen we binnen vijftien jaar dat fake news de journalistiek gered heeft'
Liesbeth Van Impe merkt dat de journalistieke en politieke wereld is veranderd. Maar de hoofdredacteur van het Nieuwsblad is klaar om de uitdagingen met beide handen vast te pakken. 'Wij moeten ervoor zorgen dat onze lezers hun stem geïnformeerd kunnen uitbrengen.'
'De politieke campagne speelt zich steeds meer af op sociale media', stelt Liesbeth Van Impe vast. 'Dat is een zeer bevreemdend gevoel als politiek journalist. Je hebt nu geen volledig beeld meer op een campagne, terwijl dat vroeger wél het geval was. Daardoor blijven heel wat zaken onder de waterlijn.'
Liesbeth Van Impe is gepokt en gemazeld in de Wetstraatjournalistiek. Goed twintig jaar geleden schreef ze al voor De Morgen als politiek journalist, maar daar nam ze in 2009 misnoegd ontslag na een schrijnende ontslagronde. Ze koos vervolgens voor Het Nieuwsblad, en maakte van politieke verslaggeving een speerpunt bij de populaire krant.
Vandaag staan nieuwsmedia voor de grote uitdaging om first time voters zo goed mogelijk te bereiken én te informeren. 'Politiek is een van die domeinen waarbij je het sterkst merkt dat jongeren liever swipen dan lezen', vertelt Van Impe.
Heeft het vandaag dan minder invloed wat het Nieuwsblad schrijft op het vlak van politiek?
Liesbeth Van Impe: 'Die invloed moet je niet overschatten. Er is nooit een tijd geweest waarin mensen 's ochtends op religieuze wijze het Nieuwsblad open sloegen, en dan wisten wat ze moesten denken. (lacht) Dat is nooit zo geweest, tenzij je teruggaat naar de tijd van de verzuiling. Ik vind ook niet dat het onze taak moet zijn om het stemgedrag van onze lezers te beïnvloeden. Waar wij voor moeten zorgen, is dat ze hun stem geïnformeerd kunnen uitbrengen.'
Heeft u als journalist nog meer een onderrichtende rol, in plaats van een zuiver informatieve in deze tijden? Je moet jongeren misschien nog álles aanleren qua politieke kennis.
'De uitdaging heeft er voor ons altijd in gelegen – dat is de reden dat ik voor het Nieuwsblad werk – om de tien procent extra van het electoraat te bereiken. Toen ik bij De Morgen werkte, was ik bezig met hoeveel lezers haar evenknie De Standaard had. Sinds ik voor het Nieuwsblad schrijf, gaat het mij om de mensen die nog geen nieuws lezen.'
'Instagram en TikTok zorgen ervoor dat als er aan een vierentwintigjarige gevraagd wordt vanwaar die het Nieuwsblad kent, het antwoord niet is: "Mijn bomma leest dat"'
'Ik heb een chef politiek die nog maar vijfentwintig is, de jongste in die functie in járen. We hebben een jonge redactie met veel twintigers en dertigers, daarom proberen we ook echt hun perspectief op bepaalde uitdagingen te raadplegen. Je moet ervoor oppassen dat je de actualiteit niet teveel benadert vanuit het perspectief van een vijftigjarige met een afbetaald huis en een spaarboekje. Niet gemakkelijk, maar we zijn er tenminste wel mee bezig.'
Is het in deze tijden een uphill battle voor een krant om de verschillende doelgroepen te bereiken?
'We zijn hard bezig te experimenteren met short-form video, podcasts, en dergelijke meer. Anderzijds blijven we ervoor zorgen dat er een aanbod is voor mensen die de zaken wat dieper willen begrijpen. Op die manier proberen we het hele spectrum te bespelen. Tegelijk hebben we zo een groot, gratis aanbod.'
'Filmpjes op TikTok, is dat makkelijk en evident? Nee, maar we zijn dat volop aan het ontdekken. Ik ben zelf geen tiktokker, maar ik zit wel op een redactie waar we mensen ook heel specifiek hebben aangenomen om die skills. Instagram en TikTok zorgen ervoor dat als er aan een vierentwintigjarige gevraagd wordt vanwaar die het Nieuwsblad kent, het antwoord niet is: "Mijn bomma leest dat." Nu horen we vaker: "Ah ja, ik zie jullie passeren op Instagram…", dat horen we liever.' (lacht)
Is het dan de taak van een krant om zijn inhoud zo te simplificeren?
'Dat is een zoektocht. De wereld in twee swipes uitleggen, dat gaat niet lukken. Ik begrijp dat je aan een ondergrens kan komen, maar het is altijd al de taak van journalistiek geweest om een complexe wereld op een behapbare manier tot bij onze lezers te brengen. In die zin liggen TikTok-video's gewoon in het verlengde van wat we altijd al hebben gedaan.’
U bent al twintig jaar actief als wetstraatjournalist. Hoe is de stiel geëvolueerd?
'De essentie blijft heel hard hetzelfde. Alleen wordt er niet meer gebeld, maar "gewhatsappt". Ik dacht eerst dat je niets te weten kwam via Whatsapp, maar ik ben van mening veranderd na een gesprekje met Conner Rousseau.' (lacht)
'Vandaag ontstaat inderdaad al snel de "rel van de dag", die de dag zelf niet eens overleeft'
'De snelheid en hyper-bereikbaarheid waren er al toen ik toekwam. De versnelling van nieuws is in de twintig jaar erop gebeurd, op het moment dat we websites en apps ontwikkelden en meerdere deadlines op een dag begonnen te hanteren.'
Er is bijgevolg meer nood aan output. Dat wordt zichtbaar wanneer de zoveelste boude uitspraak van een politicus op Twitter/X tot nieuws wordt gemaakt.
'Vandaag ontstaat inderdaad al snel de 'rel van de dag', die de dag zelf niet eens overleeft. Onze redactie discussieert hoe we daarmee omgaan. X wordt pas relevant als wij erover schrijven.'
'Het blijft een voortdurende uitdaging. Aan de ene kant kan een bepaalde uitspraak soms gewoonweg belangrijk zijn. Dan kan je niet anders dan ermee aan de slag te gaan. Anderzijds mag je het niet zomaar je nieuwsagenda laten bepalen.'
'Wat echt veranderd is de voorbije jaren, is de relevantie van het parlement. Toen ik begon als journalist was dat al voor een groot deel buiten spel gezet door de regering en de partijen. De voorbije twintig jaar ging die evolutie nog verder. Vandaag zijn ook de regeringen buitenspel gezet.'
Alles voor de partij.
'Ik heb veel van die lange regeringsformaties vanop de eerste rij meegemaakt. Er is een soort wanhoop in het systeem geslopen, een soort aanvaarding dat dit de normale gang van zaken is en dat formaties zo lang mogen duren als dat nodig is. Op den duur hoor je dan ook nog eens politieke analisten die dat goedkeuren.'
De Morgen-journalist Joël de Ceulaer is er misschien een van. Omdat we in een democratie leven, blijft gewoon alles draaien, redeneerde hij.
'Ik dacht dat Joël aan mijn kant stond? (lacht) De kostprijs voor de samenleving van al die onderhandelingen frustreert me mateloos. Regeringen korten eigenhandig hun ambtstermijnen met de helft in, omdat ze de eerste helft aan onderhandelingen besteden. Om vervolgens pas aan een regering te beginnen wanneer het laatste sprankeltje hoop op beterschap eigenlijk al lang verdwenen is.'
'De politiek blijft zijn eigen geloofwaardigheid daarmee ondermijnen. Ik heb het gevoel dat ik al twintig jaar een systeem beschouw dat voortdurend over zichzelf spreekt alsof het in crisis is.'
Ligt het probleem bij de grote polarisatie van het debat?
'Dat is net een goede zaak. Toen ik als politiek journalist van start ging, wilde op dat moment iedere partij een beetje "paars" zijn. Het was 2003 en we hadden net de late jaren negentig achter de rug, waarvan het gevolg was dat iedereen het er min of meer over eens was hoe de maatschappelijke uitdagingen moesten worden aangepakt. Elke partij hengelde naar dezelfde kiezer. De grote klacht die je toen hoorde, was dat partijen net teveel eenheidsworst waren.'
'Bij profilering barst de politiek uit zijn voegen en gaat het over niets meer'
'Vandaag is het debat steviger en staat het weer op scherp. Er is weer een uitgesproken conservatief denken teruggekomen, wat op zijn beurt de progressieven een duidelijke kleur heeft gegeven. Dat er polarisatie is, is een goede zaak. Het wordt pas een probleem als dat zich uit in moddergevechten, bijvoorbeeld op sociale media.'
Spreken we dan niet eerder over profileringsdrang?
'Polarisatie openbreken is goed, maar vervolgens komt daar profilering bij kijken, barst alles uit zijn voegen en gaat het over niets meer.'
'Politiek en journalistiek hebben elkaar nodig. Ik heb altijd geprobeerd ze niet té afhankelijk te maken — op dat vlak ben ik trouwens blij dat we een beweging zien die afstand neemt van de zogenaamde "insider-journalistiek". Er is een tijd geweest dat het symbiotischer was.'
Vermindert die onderlinge afhankelijkheid volgens u?
'Politici hebben ons in ieder geval minder nodig vandaag. Als je Theo Francken bent, en je hebt eigenlijk geen zichtbare rol of een rol waarbij je veel verantwoording moet afleggen, maar je kiest ervoor om op sociale media aanwezig te zijn, dan kan een politicus vandaag veel meer een eigen profiel hebben dan vroeger. In de jaren negentig moest je dat niet proberen.'
'Je zal me nooit vinden op het trouwfeest van een politicus'
'Ik ben nooit een grote voorstander geweest van access-journalism: je hebt goede connecties nodig, je moet mensen kunnen opbellen, maar je zal me nooit vinden op het trouwfeest van een politicus.'
In de zaak-Rousseau was er nochtans een intense wisselwerking tussen de betrokken journalisten en de slachtoffers die opgepookt werden om een klacht in te dienen.
'De beschuldiging dat sommige journalisten te ver zouden zijn gegaan, gaat niet over Nieuwsblad-journalisten. Daar ga ik me dus niet over uitspreken. Al was de zaak-Rousseau was voor alle media lastig.'
'Over privézaken schrijven we doorgaans niet, van zulke verhalen blijf je beter af als journalist. Maar sinds de MeToo-tijden is de gevoeligheid omtrent zulke zaken wel toegenomen.'
'Toen hij zijn coming-out aankondigde – met een betaalde documentaire – dachten we: wacht eens even. We kenden heel de achterliggende context. Daar heeft de partij haar hand overspeeld in hoe ver het dacht de pers te kunnen bespelen.'
Was dat voldoende aanleiding om te schrijven over die achterliggende context, die op dat moment nog niet bevestigd was?
'We konden het coming-out verhaal brengen met het hele "och God" en "hoe dapper om dat te doen in deze tijden"-aspect eraan, maar met alles wat we toen wisten was het moeilijk om ons een artikel in te beelden waarbij we die achterliggende context niet meegaven.'
Na diverse beschuldigingen van seksueel misbruik tegen de Amerikaanse filmproducent Harvey Weinstein en de opkomst van de hashtag #metoo, werden er ook in Vlaanderen verschillende onderzoeken geopend. Later vloeide daar de zaak-De Pauw uit voort. Waar ligt voor een journalist de grens wat meldingsplicht enerzijds betreft, en zelf de schandalen oppoken anderzijds?
'Rondbellen is onze job. Er is uiteindelijk niets over geschreven, tot het moment dat de VRT de beslissing nam om Bart De Pauw op non-actief te zetten na klachten bij hun ombudsdienst. Nog voor ons stuk klaar was, koos De Pauw zélf de vlucht vooruit en verspreidde hij een boodschap via Facebook. De Pauw is bovendien geen Vlaamse Weinstein. Die vergelijking hebben we zeer bewust en expliciet nooit gemaakt.'
'Wanneer de publieke opinie een vonnis als licht aanvoelt, kijken ze naar ons om een extra straf op te leggen'
'Tot het moment waarop we publiceren wordt er eindeloos gediscussieerd: over woordgebruik, titels en toon. We wéten wat voor een impact een artikel kan hebben. Waar we soms denken dat snelheid een grote factor is in hoe gretig een stuk wordt gebracht, is dat bij dit soort zaken absoluut niet het geval. Er wordt over nagedacht. '
In de perceptie bij het publiek is dat misschien niet altijd zo. Jullie stootten op veel onbegrip wat het anonimiseren van de namen van de Reuzegommers betrof.
'De publieke opinie keek een beetje naar ons om een extra straf op te leggen, omdat ze het vonnis als eerder licht aanvoelden. Dat is onze taak niet. We zijn er niet om na de rechter nog een extra straf uit te delen.'
'De backlash zou nooit de reden mogen zijn om van gedachten te veranderen. Het feit dat alle andere media het ook zo gedaan hebben, bevestigt naar de buitenwereld toe het vermeende complot, maar voor ons toont het aan dat de inschatting de juiste was, volgens de geldende regels.'
'Het gebrek aan vertrouwen in onze instellingen, ligt soms aan onszelf: pers, politiek, onderwijs, justitie. We hebben daar zelf een groot aandeel in. Anderzijds nemen mensen vaak ook gewoonweg niet meer aan, wat ze zelf niet willen geloven. Geen enkele instelling kan je het recht op eigen waarheid geven.'
Is er een groot verschil tussen populaire kranten en kwaliteitskranten wat betreft politieke verslaggeving?
'Wij hoeven niet volledig te zijn. Dat is zo'n bevrijding. Onze politieke redactie bestaat uit vijf journalisten. Voor een populaire krant zijn we dus eigenlijk goed bestaft voor politiek. Dat betekent dat ze wel wat dingen kunnen opvolgen, maar er niet altijd stukken uit moeten komen.'
Over bestaffing gesproken: welke rol speelt AI momenteel op jullie redactie?
'Er is al een kader, een AI-charter, en we toetsen nu vooral af waar we het kunnen inzetten. Ik zal nooit treuren dat mensen niet meer een volledige dag moeten besteden aan het uittikken van een opname. Dat is niet de teloorgang van de journalistiek. Zolang het ons hulpmiddelen aanreikt die die technische processen kunnen versnellen, omarm ik het. Maar we voelen ook aan dat er mogelijkheden zullen komen waar we harder over gaan moeten discussiëren.'
'De facto moeten we investeren in datgene dat ons onderscheidt. Sinds de digitalisering is er een stroom aan gratis nieuws, waar mensen dus ook nooit nog voor zullen betalen. Als journalistieke organisatie moet je je van dat soort nieuws onderscheiden. Dat kan onderzoeksjournalistiek zijn, maar ook gewoonweg de stukken met een menselijke insteek, zoals de diepere stukken over Sanda Dia bijvoorbeeld.'
'Men heeft cd&v niet nodig om op het idee te komen dat je met AI wel eens deepfakes zou kunnen maken'
'Je moet noodgedwongen bezig zijn met hoe je je stukken opbouwt, zodat mensen blijven lezen, maar dat maakt van ons betere journalisten. Mensen geëngageerd houden en doen lezen... dat is de definitie van deze job.'
Wat vond u van de deepfake van Jean-Luc Dehaene? Is dat gevaarlijk volgens u?
'De schokgolf die er vanwege dat krakkemikkige filmpje ontstond vond ik wat overdreven. Evenals de vrees dat de slechterikken dat nu ook zouden doen. Alsof die cd&v nodig hebben om op het idee te komen dat je met AI wel eens deepfakes zou kunnen maken.' (lacht)
'Maar, ik ben wel bezorgd om deepfakes in de politiek. De vraag gaat dan vooral zijn of redacties het gaan herkennen. Het wordt een zeer rationele reflex om niets meer te geloven. Dan zit je nog één stap verwijderd van te geloven wat je wil geloven.'
'Voor hetzelfde geld zeggen we binnen vijftien jaar dat dit de journalistiek gered heeft. Dat de mensen zich net steeds meer naar de klassieke media richten omdat ze het onderscheid niet meer kunnen maken tussen wat er echt en niet echt is. Die resultaten kwamen zelfs al uit de laatste digimeter. Wie zal het zeggen? Ik durf de toekomst niet meer te voorspellen.'
DISCLAIMER: Dit artikel werd geüpdatet op 9 mei 2024 om enkele inhoudelijke correcties aan te brengen in de tekst.