nieuws> Voorstel kan studenten netto minder opbrengen
Studenten mogen nu 600 uren werken
De regering-De Croo zal het aantal uren die studenten voordelig kunnen werken optrekken tot 600, en dat zeker tot en met 2024. Niet iedereen reageert opgetogen: vooral bedrijven lijken te profiteren.
Veto schreef eerder al over het voorstel om het statuut van studentenarbeid uit te breiden. In het begrotingsakkoord dat gisteren werd bekendgemaakt, wordt dat nu gerealiseerd. Het zou voorlopig wel om een tijdelijke maatregel gaan, tot 2024. Koen Cabooter, adviseur sociale zaken bij Unizo, is aangenaam verrast: 'Het is een idee dat door ons is ingefluisterd, maar we hadden niet gehoopt dat het nu al verwezenlijkt zou worden.'
Niet iedereen is tevreden. Volgens Nelis Jespers, stafmedewerker bij Jong ACV (jongerentak van de Christelijke vakbond, red.), is het vooral een maatregel die positief is voor de werkgever. 'Dit is een loonsverlaging: studenten zullen langer werken, aan een lager loon. Studenten die vandaag meer dan 475 uren werken, houden namelijk netto meer over.' zegt hij. 'Ze betalen dan wel een hogere sociale bijdrage, maar krijgen ook vakantiegeld en een werkbonus. Je houdt hierdoor meer loon over. Bovendien bouwen studenten op deze manier ook sociale rechten op.'
Oneerlijke concurrentie
Dat verschil kan al snel hoog oplopen: soms tot enkele honderden euro's, meent Jong ACV. Het verschil zit bij de werkgever die nu een lager brutoloon moet uitbetalen. Studenten zijn daardoor competitiever op de markt en vormen oneerlijke concurrentie met werkstudenten en laaggeschoolde werknemers, meent Jong ACV.
Het is daarom dat minister van Werk Pier-Yves Dermagne (PS) weigerachtig stond tegenover het voorstel. Hij reageert bij monde van zijn woordvoerder Laurens Teerlinck: 'We zijn allerminst van idee veranderd daarover, maar bij zo'n begrotingsconclaaf moet je soms compromissen sluiten.'
Volgens Jespers was het statuut van studentenarbeid vroeger erg voordelig voor studenten. Dat voordeel is echter onder meer door de werkbonus nu weggevallen. Het is ook niet zo dat studenten hun competitief voordeel zouden verliezen zonder speciaal statuut, meent Jespers. Jobstudenten blijven immers een heel flexibele vorm van arbeid. 'Maar de concurrentie zou dan toch eerlijker zijn', zegt hij.
Noodlijdende bedrijven
Ook professor arbeidseconomie Stijn Baert (UGent) is kritisch. Volgens hem is een uitbreiding van studentenarbeid aan het huidige gunsttarief niet helemaal eerlijk. Hij zou liever een getrapt systeem zien, waarbij studenten meer sociale bijdragen betalen.
De maatregel lijkt er dan ook voornamelijk een om noodlijdende bedrijven uit de brand te helpen. Die mening is ook Cabooter toegedaan. 'Dat lijkt zeker de insteek geweest te zijn bij de regering', klinkt het. 'Maar we gaan dit nu opvolgen en als de gevolgen positief zijn hopen we dit in 2024 wel te bestendigen.'
