INTERVIEW MICHEL MAUS
Studenten mogen 650 uur werken: 'Maar maatschappelijke kost is groot'

Het voordelig tarief voor jobstudenten is uitgebreid tot 650 uur per jaar. De beslissing botst op kritiek van fiscalist Michel Maus (VUB): 'Dit leidt tot studieduurverlenging, terwijl jobstudenten de schatkist minder opleveren dan reguliere arbeid.'
Vanaf nu mogen studenten 650 uur per jaar werken aan het voordelige tarief, zo besliste de Kamercommissie Sociale Zaken. Die grens lag opnieuw op 475 uur, nadat de tijdelijke verhoging tot 600 uur afliep. De beslissing past zo binnen een bredere beweging waarbij het statuut de voorbije jaren stelselmatig werd uitgebreid.
Studenten maken er bovendien steeds vaker gebruik van. Sinds 2017 stijgen zowel het aantal gewerkte uren als het aantal jobstudenten jaar na jaar, met een tijdelijke terugval tijdens de coronapandemie. Jobstudenten werken daarnaast veel vaker tijdens het jaar. 'In een krappe arbeidsmarkt bieden studenten een waardevolle aanvulling om personeelstekorten op te vangen', zei fractieleider in de Kamer voor N-VA Axel Ronse over het besluit.
Fiscaal expert Michel Maus (VUB) plaatst echter vraagtekens bij de beslissing. 'Voor werkgevers is dit natuurlijk zeer interessant, zeker met een krappe arbeidsmarkt. Maar wanneer de economische groei afneemt zorgen studenten wel voor oneerlijke concurrentie met reguliere arbeidskrachten, terwijl ze minder opleveren voor de schatkist.'
De regering wil de werkzaamheidsgraad opkrikken om het begrotingstekort aan te pakken. Is studentenarbeid uitbreiden dan een effectieve maatregel?
'Dat is dubbel. Enerzijds hebben studenten daardoor meer te besteden en betalen ze op die uitgaven onder meer btw. Bovendien kunnen bedrijven zo hun loonkost verlagen en goedkope arbeidskrachten aanwerven, wat hun winstmarge vergroot en op die manier meer vennootschapsbelasting oplevert. De andere kant van de medaille is natuurlijk dat studenten geen belasting betalen op hun loon, en dus minder opleveren voor de overheid dan andere arbeidskrachten.'
'Maar mijn grootste bezorgdheid is dat veel studentenarbeid ook tot minder studie-efficiëntie leidt. Dat brengt een gigantische maatschappelijke kost met zich mee, want studeren wordt in dit land zwaar gesubsidieerd. In die zin is het ook een beetje een communautaire maatregel. De kosten worden gedragen door de gemeenschappen die het onderwijs financieren, terwijl de federale overheid de winst opstrijkt.'
Niet alleen is er de kost van studieduurverlenging, studenten komen later op de arbeidsmarkt, waar ze een hoger loon zouden verdienen dan als jobstudent.
'Het is een tweesnijdend zwaard. Hoogopgeleiden verdienen gemiddeld meer dan korter geschoolden. Hoe sneller studenten zijn afgestudeerd en beginnen werken, hoe sneller de investering in hun opleiding dus begint te renderen. Ze betalen dan gewoon belastingen en dat op een hoger salaris.'
'Daarnaast wordt in ons land 87 procent van de kostprijs van een student in het hoger onderwijs gedragen door de overheid. Elk jaar studieduurverlenging brengt zo een aanzienlijke kostprijs met zich mee. Dat bovenop het Mattheuseffect (het effect waarbij rijken rijker worden en armen armer, red.) dat sowieso al speelt bij de subsidiëring van het hoger onderwijs: leeftijdsgenoten die meteen na hun middelbaar beginnen werken dragen bij aan de opleiding van studenten die later meer zullen verdienen dan hen.'
Holt de uitbreiding van studentenarbeid dan ook de sociale zekerheid uit, zoals Bart Eeckhout schreef in De Morgen?
'Inderdaad, zoals dat ook het geval is bij flexijobs. Een steeds kleiner wordende groep moet een groter deel van de kosten dragen. Als je het breder kadert, sluit dit aan bij de demografische transitie. Het aantal werkenden neemt af terwijl het aantal gepensioneerden toeneemt. Als er dan nog eens meer mensen op arbeidsgeschikte leeftijd jobs uitvoeren waarop ze bijna geen belasting betalen, wordt het nog moeilijker die evolutie te financieren.'
Is de grens optrekken tot 650 uur dan een ondoordachte beslissing van de regering?
'Waar de grens best getrokken wordt, is een moeilijk te beantwoorden vraag. Wat wel opvalt is dat die limiet keer op keer wordt opgetrokken, dan moeten er misschien toch enkele vragen beantwoord worden vooraleer we dat blijven doen. Dit lijkt me vooral een beslissing die ingegeven is door lobbying van bepaalde sectoren waar veel jobstudenten actief zijn, zoals HorecaVlaanderen. Het globale plaatje is daarbij wat uit het oog verloren.'
'Maar of het dan een meerwaarde is voor studenten, hangt er natuurlijk ook vanaf waar ze hun arbeid verrichten. Is dat in een sector die aansluit bij hun opleiding, dan biedt het zeer zeker voordelen, omdat je zo al wat relevante werkervaring kan opdoen. Gaan ze echter aan de slag in de horeca of in een warenhuis, dan is dat toch een ander verhaal.'