artikel> 'Ik ben toch niet iemand die een meisje van haar fiets sleurt en haar dan achter een vuilbak laat liggen'
Seksueel geweld aan de universiteit
Seksueel grensoverschrijdend gedrag is een maatschappijbreed probleem. Toch zijn studenten een opvallend kwetsbare groep.
Jongeren tussen 18 en 25 jaar lopen vier keer meer risico om slachtoffer te worden van seksueel geweld, zo stelt een Nederlands onderzoek uit 2012. Een ander recent onderzoek van Cantor en Fisher uit de Verenigde Staten stelt dat ongeveer één op vier vrouwelijke studenten slachtoffer wordt van seksueel geweld tijdens de hogere studies. Er bestaat een sterke internationale onderzoekstraditie naar seksueel geweld, en keer op keer tonen de cijfers aan dat het een grote en niet te onderschatten problematiek is.
De context van de universiteit maakt studenten kwetsbaarder. De nieuwe omgeving én de nieuwe levensfase van de studenten zorgen voor nieuwe risico's. Vooral in het eerste jaar aan de universiteit komen het meeste problemen voor.
Nieuwe omgeving
Studeren is een beetje de wereld ontdekken. Naar de universiteit trekken betekent dan ook voor veel studenten de eerste keer weg van huis, nieuwe mensen leren kennen, nieuwe vormen van relaties aangaan en af en toe ook eens de Oude Markt bezoeken.
Aan de universiteit zijn verschillende machtsverhoudingen aanwezig, zoals docent-leerling. ‘Maar ook bijvoorbeeld doopmeester-gedoopte’, duidt Kathleen Vleugels, de vertrouwenspersoon seksueel grensoverschrijdend gedrag. Een groot deel van het seksueel grensoverschrijdend gedrag gaat ook gewoon over studenten onderling.
Een aspect dat hierin meespeelt, is de manier waarop studenten aangeven dat ze instemmen met seksuele handelingen. Dat gebeurt in het merendeel van de gevallen aan de hand van non-verbale signalen (zie artikel juridische kijk op instemming in dit dossier). In tegenstelling tot een duidelijk ja of nee, krijgen studenten dus te maken met een complexere vorm van interpretatie.
Daarnaast is ‘nee’ ook niet altijd een natuurlijke reactie bij ongewenste situaties. Bevriezen of heel stil worden, blijkt erg veel voor te komen. ‘We zien ook dat die verstarreactie vaak gelinkt is aan een vorm van seksuele onervarenheid’, stelt Liesbet Stevens, professor seksueel strafrecht aan de KU Leuven en tevens adjunct-directeur van het instituut voor gelijkheid van vrouwen en mannen.
Barbara Krahé is professor sociale psychologie aan de universiteit van Potsdam, en doet hoofdzakelijk onderzoek naar seksueel geweld. ‘De voorvallen liggen opmerkelijk hoger bij studenten in het eerste jaar van hun studie’, vertelt Krahé.
‘Mijn eerste keer seks was in het eerste jaar dat ik studeerde, en ik was buiten bewustzijn van de alcohol’, vertelt een studente. ’Dat kan je eigenlijk geen seks noemen, maar daarna dacht ik dat dat normaal was. Heel mijn eerste jaar heb ik dat soort seksuele ervaringen gehad, gewoon omdat ik niet anders wist.'
Dronken grenzen
Een grote factor die steeds naar boven komt wanneer het over seksueel grensoverschrijdend gedrag gaat, is alcohol. Drankgebruik is een opvallend aspect van het uitgaansleven. ‘Door alcohol vervagen grenzen, en wordt het moeilijker voor mensen om aan te geven wat ze al dan niet willen’, vertelt Vleugels.
'Studenten drinken in het algemeen meer, en alcohol is nu eenmaal een bekende risicofactor. Dat is niet enkel een stereotype, maar een hard feit'
Professor Barbara Krahé, de universiteit van Potsdam
Het klinkt haast als een cliché, maar professor Krahé kan dit sterk beamen. ‘Studenten drinken in het algemeen meer, en alcohol is nu eenmaal een bekende risicofactor. Dat is niet enkel een stereotype, maar een hard feit.'
Jongeren die zich bijvoorbeeld moed indrinken met het oog op seksuele ervaringen, hebben meer kans om het slachtoffer te worden van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Maar ook de getuigen voor dit dossier geven aan dat medestudenten die seksueel grensoverschrijdend gedrag tonen vaak onder invloed zijn.
‘In Leuven voel ik me doorgaans op straat wel veilig, maar ik voel ook tegelijk naarmate de avond vordert en hoe zatter mensen zijn, hoe meer je in een situatie terecht kunt komen waar mensen dingen doen die je niet aangenaam vindt’, vertelt een studente. ‘Dat zijn vaak kleine dingen, gisteren was ik bijvoorbeeld gaan lopen om 12 uur ‘s nachts. Op dat uur zijn veel mensen al aan het uitgaan, en toen begon er plots een jongen gewoon achter me te lopen.’
Parketten bekijken bij klachten van seksueel grensoverschrijdend gedrag of de slachtoffers op het moment in kwestie nog de mogelijkheid hadden om het seksuele gedrag een halt toe te roepen. ‘Als je iemand in een situatie hebt gebracht of aangetroffen waarin die mogelijkheid niet meer bestaat, kan er geen sprake zijn van toestemming’, legt professor Stevens uit. ‘Bijvoorbeeld wanneer iemand erg dronken is, of buiten bewustzijn.’
‘Het gebruik van alcohol kan nooit voor de dader een excuus zijn. Het doet het misdrijf niet verdwijnen'
Professor Liesbet Stevens, KU Leuven
Het wordt ingewikkelder wanneer beiden onder invloed zijn, omdat het lezen van complexe lichaamstaal dan ook moeilijker is. ‘Als degene die de seksuele handelingen initieert dronken is, kan die minder goed de signalen van de ander correct interpreteren’, vertelt professor Krahé. Toch is het gebruik van alcohol geen excuus voor degene die de seksuele grenzen van de anderen overschrijdt. ‘Het gebruik van alcohol kan nooit voor de dader een excuus zijn. Het doet het misdrijf niet verdwijnen', stelt Stevens.
'Jongen wil altijd, meisje wil liever wachten'
Ondanks de seksuele revolutie en de emancipatie van vrouwen blijven heteronormatieve genderrollen nog steeds ons seksueel gedrag kleuren. De vrouw wordt nog steeds als gatekeeper gepercipieerd, en de man als initiatiefnemer.
‘Het is nog steeds moeilijker voor vrouwen om te zeggen: ‘Ja, ik wil seks’, legt professor Krahé uit. Dit leidt tot het idee dat vrouwen ‘nee’ zeggen, wanneer ze eigenlijk ‘ja’ bedoelen. Een schadelijk gevolg hiervan is uiteraard dat een ‘nee’ moet worden omgezet in een ‘ja’, bijvoorbeeld door overtuiging van de partner.
'Dit betekent niet dat mannen daders zijn, en de vrouwen louter slachtoffers. Onze cijfers tonen keer op keer dat het percentage van mannelijke en vrouwelijke slachtoffers niet zo erg ver uit elkaar ligt'
Professor Krahé, Universiteit van Potsdam
Een getuige vertelt dat haar eerste vriendje haar ‘nee’ niet accepteerde en bleef aandringen. ‘Uiteindelijk heb ik maar 'ja' gezegd omdat ik bang was dat ik het al te lang zat te rekken.’ Een andere getuige vertelt dat ze moet ‘lachen’ wanneer mensen zeggen dat iedereen toch weet dat ‘nee’ ook echt ‘nee’ betekent.
‘Maar dit betekent niet dat mannen daders zijn, en de vrouwen louter slachtoffers’, vertelt Krahé. ‘Onze cijfers tonen keer op keer aan dat het percentage van mannelijke en vrouwelijke slachtoffers niet zo erg ver uit elkaar ligt.’ In Duitsland blijkt 25% van de vrouwelijke studenten aan te geven ooit slachtoffer te zijn van seksueel grensoverschrijdend gedrag, en 20% van de mannelijke studenten.
De medaille kan namelijk even goed omgedraaid worden. Jongens kunnen in de situatie terechtkomen waar ze nog niet verder willen gaan, maar hun rol als initiatiefnemer zorgt ervoor dat het veel moeilijker is om ‘nee’ te zeggen. Ook de getuigenissen waren hoofdzakelijk vrouwelijk, de enkele mannelijke getuigenis gaf ook aan dat het iets is dat hij nooit aan vrienden zou vertellen.
Een mannelijke student vertelt: ‘Je hebt het gevoel dat er van je verwacht wordt dat wanneer een meisje avances maakt, je dat bijna moet accepteren. Zo bleef een meisje mijn broek openknopen om me een blowjob te geven, en ik heb dat dan uiteindelijk maar toegelaten. Mijn vrienden zouden dat nooit snappen, maar achteraf had ik toch het gevoel dat mijn grenzen waren overschreden.’
De dader in de schaduw
In het discours over grensoverschrijdend gedrag wordt steeds het meeste ingegaan op de slachtoffers. Ook bij de getuigenissen zagen we dit: van alle verhalen ging er maar eentje over iemand die daadwerkelijk zelf de grenzen van een partner had overschreden. Er is nochtans actief gezocht naar bijvoorbeeld mensen die tijdens het uitgaan durven deel te nemen aan ‘catcalling’, een fenomeen dat in elk geval veel voorkomt.
Maar het is net naar die daders dat het meest recente onderzoek van Krahé peilde. ‘In wetenschappelijk onderzoek, ook anoniem, zie je telkens dat het aantal mensen dat aangeeft dat het slachtoffer was van seksueel geweld ongelooflijk veel hoger ligt dan het aantal dat toegeeft dat ze dader waren’, stelt ze vast. Dat hangt waarschijnlijk vast met de sterk negatieve betekenis die samenhangt met seksueel grensoverschrijdend gedrag, wat het moeilijker maakt voor iemand om toe te geven dat die misschien in de fout is gegaan.
Uit de resultaten van Krahés onderzoek kwam naar voor dat 5,5% van de mannelijke studenten uit de Belgische steekproef stelde dat ze ooit een andere persoon gedwongen hadden tot ongewenst seksueel contact. Het percentage van de vrouwelijke studenten lag met 2,6% opvallend lager.
In België blijkt dat 5,5% van de mannelijke studenten en 2,6% van de vrouwelijke studenten ooit een andere persoon gedwongen heeft tot ongewenst seksueel contact.
‘Dit zijn vrij lage resultaten’, licht professor Krahé toe, ‘in andere landen, zoals bijvoorbeeld Griekenland, gaf 48% van de mannen en 14% van de vrouwen dit aan.’ Maar wat dus opvalt, is dat ook hier de cijfers voor vrouwen lager liggen, iets wat dus niet overeenkomt met de meer evenwichtige cijfers van de slachtoffers.
‘Ik denk dat het voor vrouwen moeilijker is om toe te geven dat ze ook daders kunnen zijn’, vertelt professor Krahé. ‘Dat is volledig in tegenstelling tot de klassieke vrouwelijke rol. Agressie, en dus ook seksuele agressie, passen niet in dat plaatje.’
Er heerst het idee dat je als jongen fysiek sterker bent en een vrouw met ongewilde avances dus gemakkelijker van je kan afduwen. Zoals hierboven aangegeven is een sterke fysieke afwijzing echter niet, evenmin bij vrouwen als mannen, altijd de reactie bij seksueel grensoverschrijdend gedrag.
Dat studenten kunnen erkennen dat zij mogelijk dader zijn, kan ten eerste bijdragen tot preventie. Een van de getuigen vertelde dat de jongen die haar verkracht had reageerde met ‘ik ben toch niet iemand die een meisje van haar fiets sleurt in het donker en haar dan achter een vuilbak laat liggen’. Deze quote is opvallend, aangezien het toont dat ook bij daders het beeld van wat een ‘dader’ is niet strookt met de realiteit.
Ten tweede kan de eigen erkenning van wat iemand gedaan heeft ook een sleutelrol spelen in het herstel van de slachtoffers. Dezelfde getuigen van hierboven vertelt dat de jongen uiteindelijk heeft toegegeven dat hij haar verkracht had. ‘Erkenning is een sleutelwoord. Dat heeft bij mij de klik gemaakt, want eindelijk moest ik niet meer twijfelen dat dit echt met mij gebeurd was. Dat ik niet overdreef.’