interview> ”Proffen moeten geen vriendjes zijn met hun studenten”

Paul Verhaeghe over autoriteit

Wie is er nog bang van de grote boze prof? Niemand. In zijn nieuwe boek "Autoriteit" analyseert Paul Verhaeghe het einde van het patriarchaat en gaat op zoek naar alternatieven.

Gepubliceerd

WTF!?

Paul Verhaeghe is psychoanalyticus en maatschappijcriticus verbonden aan de UGent. In 2012 oogstte hij succes met “Identiteit”, waarmee hij de neoliberale tijdsgeest hekelt.

Voor een definitie van autoriteit ging Verhaeghe te rade bij politiek filosofe Hannah Arendt. Zij definieert autoriteit als een drieledige structuur: jij, ik en een derde instantie, waar vrijwillige onderwerping uit voortvloeit.

Voorheen was het patriarchaat, met de oervader voorop, die externe bron. Dat geloof brokkelt nu af, en maakt volgens Verhaeghe plaats voor iets nieuws, wat hij een “horizontale autoriteitsstructuur” noemt. Die werkt niet top-down, maar bottom-up. De autoritaire leider maakt plaats voor het collectief. Hoe uit zich dat, bijvoorbeeld aan de universiteit?

U maakt in uw boek een duidelijk onderscheid tussen autoriteit en macht. Kunt u dat toelichten?

Paul Verhaeghe: «Macht heeft een tweeledige structuur. Iemand is sterker dan een ander en dwingt de ander te doen wat hij wenst. Macht is dus gedwongen onderwerping. In veel gevallen is macht ook uitgesteld geweld en is het slechts een kwestie van tijd wanneer die macht zich plots zal uiten in een gewelddadige vorm.»

Hoe verhouden die twee zich tot elkaar?

Verhaeghe: «Ook autoriteit heeft een bepaald machtsaspect in zich. Hierbij gaat het echter om gewettigde macht. Wij verlenen als gemeenschap bepaalde figuren het recht om macht uit te oefenen. Pure macht wordt niet verleend zoals autoriteit.»

Foute statistiekjes

U strijdt tegen grote verhalen. Plaatst u zichzelf bij de postmodernisten?

Verhaeghe: «Ja. Eenmaal je autoriteit structureel begrijpt, dan zie je dat de patriarchale autoriteit niet meer werkt omdat de grond daarvoor is weggevallen. We moeten dus op zoek naar een nieuwe grond waar we allemaal in geloven.»

«Dat is echter niet hetzelfde als het zoeken naar nieuwe, grote verhalen. Op een bepaald ogenblik zag ik dat die grote verhalen intrinsiek bij het patriarchaat horen. Hoe verschillend ze ook lijken, ze bevatten altijd dezelfde structuur. De kernboodschap is: mensen moeten zich tijdens hun leven heel hard inspannen en veel afzien, met uitzicht op een paradijs in het hiernamaals. Die gedachte vind je in het christendom, het communisme en het neoliberalisme.»

Eenmaal je autoriteit structureel begrijpt, dan zie je dat de patriarchale autoriteit niet meer werkt omdat de grond daarvoor is weggevallen.

Paul Verhaeghe

Gelooft u dat de mens in staat is tot rationaliteit binnen de context van horizontale autoriteit?

Verhaeghe: «Wij gaan op drie manieren om met existentiële vragen. We grijpen naar religie, kunst en wetenschap. Bij die laatste staat de ratio centraal, maar men mag niet uit het oog verliezen dat we ze alle drie nodig hebben. Pure rationele beslissingen zijn zeldzaam, vooral voor beslissingen waar we emotioneel bij betrokken zijn. De ironie is dat we vooral rationeel zijn over de dingen die we niet belangrijk vinden.»

Wordt die irrationaliteit dan door de groep gecorrigeerd?

Verhaeghe: «Dat kan verschillende richtingen uitgaan. In het model dat ik voorstel, namelijk de deliberatieve democratie, staat kennis zeer centraal. (Bij een deliberatieve democratie staan burgerinitiatieven centraal en is er een nadrukkelijke aandacht voor inspraak. Het belang van kennis is er daarom hoog, red.)»

Kennis kan ook misleidend zijn. In uw boek waarschuwt u bijvoorbeeld voor de gevaren van statistiek.

Verhaeghe: «Jazeker. Jongeren zouden in de middelbare school een kritische attitude moeten aanleren ten opzichte van cijfers. Hiermee bedoel ik natuurlijk niet dat alle mensen een cursus statistiek moeten volgen. Men moet beseffen dat de methode objectief kan zijn, maar dat vraagstellingen steeds ideologisch gekleurd zijn. De manier waarop je een probleem definieert, bepaalt de antwoorden.»


Een vies woord

Denkt u dat de terugkeer van het patriarchaat mogelijk is?

Verhaeghe: «De opdeling tussen verticale en horizontale autoriteit kan misschien de indruk wekken dat horizontale autoriteit geen hiërarchie bezit, maar dat is niet het geval. Autoriteit berust altijd op verschillen. Bij het patriarchaat is de organisatiestructuur top-down, met de alfaman helemaal vanboven.»

«Bij horizontale autoriteit heb je knooppunten die worden ingenomen door leidersfiguren in functie van hun competentie. De terugkeer van het patriarchaat is niet waarschijnlijk, maar een in dit geval verschuivende hiërarchie zal dus wel behouden worden.»

Voor studenten is autoriteit vaak een vies woord. Toch moet er een verschil blijven: studenten moeten mij niet aanspreken met mijn voornaam.

Paul Verhaeghe

Hoe is autoriteit volgens u aan de universiteit geëvolueerd de afgelopen vijftig jaar?

Verhaeghe: «De patriarchale autoriteit van de professor is weggevallen, maar dat is een goede zaak. Ik vermoed dat we dezelfde bewegingen zullen zien naar de horizontale autoriteitsstructuur. Op beleidsniveau moesten vroeger alle beslissingen langs de rector, dat is vandaag anders.»

«Op praktisch niveau, dat van de relatie tussen studenten en professor, moeten we op zoek naar een nieuwe overlegstructuur. De klassieke studentenvertegenwoordiging zoals we die nu zien, is slechts een overgangsmodel.»

Hoe moeten proffen en studenten zich dan tot elkaar verhouden?

Verhaeghe: «Jonge proffen willen die oude patriarchale autoriteit niet hebben. Voor hen is autoriteit vaak een vies woord. Toch moet er een verschil blijven: studenten moeten mij niet aanspreken met mijn voornaam. Professoren moeten niet proberen vriendjes te zijn met hun studenten.»


Links of rechts

Onze rector Rik Torfs schreef in De Standaard een recensie van uw boek. Hij noemde u daarin een verdoken populist.

Verhaeghe: «Ik denk dat er een serieus verschil is tussen mij en populisten. Ik zoek naar antwoorden en oplossingen, maar het probleem met de oplossingen die ik voorstel is dat ze intrinsiek veel vager zijn dan de klassieke bevelsstructuur, die is namelijk zeer duidelijk. De nieuwe horizontale autoriteit is op zich minder helder, want die is contextueel gebonden en veel moeilijker om bijvoorbeeld in een protocol te gieten.»

«Wat ik verkeerd vond aan die recensie, is dat jullie rector de essentie van het boek niet goed weergaf. In elke andere recensie komt het onderscheid tussen macht en autoriteit als kernidee naar voren. Bij Torfs was dat niet het geval, het was eigenlijk een opiniestuk.»

Als links betekent dat men tegen ongelijkheid en voor een billijke verdeling van lusten en lasten is, én een bijzondere aandacht heeft voor de klimaatsverandering, dan ben ik uitdrukkelijk links.

Paul Verhaeghe

Hij beweert dat u er niet voor durft uit te komen links te zijn. Is dat zo?

Verhaeghe: «Ik vind dat de concepten links en rechts hun klassieke betekenis verloren hebben. Daarom ben ik voorzichtig bij het gebruiken van die termen. Klassiek links is uitdrukkelijk top-down. Op dat vlak lijken links en rechts zeer sterk op elkaar.»

«Als dat het links is dat Torfs bedoelt, dan hoor ik daar overduidelijk niet bij. Als links echter betekent dat men tegen ongelijkheid en voor een billijke verdeling van lusten en lasten is, én een bijzondere aandacht heeft voor de klimaatsverandering, dan ben ik wel uitdrukkelijk links.»

Powered by Labrador CMS