interview> Navraag: Dick Swaab
'Of je links of rechts bent, wordt vroeg in de ontwikkeling vastgelegd'
Em. prof. dr. Dick Swaab is een Nederlandse arts en neurobioloog, vroeger verbonden aan de universiteit van Amsterdam. Als hersenonderzoeker draagt hij nog steeds bij aan de wetenschap.
Dick Swaab is gewezen directeur van het Nederlandse Instituut voor Hersenonderzoek en richtte de Nederlandse Hersenbank op. Hij doceert aan de universiteit van Zhejiang en is gastprofessor aan drie andere universiteiten in China. We spraken Swaab via Zoom. Hij zat in Amsterdam, wij op onze redactie in Leuven.
Wat is volgens u het meest fascinerende aan het brein?
Dick Swaab: 'Enerzijds de complexiteit: het is ongelofelijk ingewikkeld. Er is immers 3,8 miljard jaar evolutie ingegaan. Er is zoveel jaar uitgeprobeerd wat de beste mechanismen zijn. Door trial-and-error is het enorm complex geworden. Anderzijds heeft het brein met alles in de maatschappij te maken. Dat zijn voor mij de twee aspecten die het boeiendst zijn.'
Welke mythes over uw domein doen nog de ronde?
'Dat we maar 10% van onze hersenen gebruiken. Ik ken ook mensen waar dat het geval lijkt. Maar als je het meet, dan zie je dat we voortdurend alle hersencapaciteit gebruiken. In verschillende gebieden zitten minieme verschillen in activiteit. Die passen zich aan met het gedrag dat je vertoont of met de handelingen die je uitvoert. Dat zijn minuscule veranderingen van een paar procent hier en daar. Als het ene gebied harder werkt, dan werkt een ander gebied minder. Dag en nacht blijft de totale hersenactiviteit gelijk.'
Welke veranderingen heeft u op vlak van wetenschappelijk onderzoek meegemaakt?
'Ontzettend veel veranderingen, want ik zit al meer dan vijftig jaar in het onderzoek. Een van de veranderingen waar we als onderzoeksgroep ook zelf aan hebben bijgedragen, was immunocytochemie. Die techniek laat toe om de aanwezigheid van chemische stoffen aan te tonen en te visualiseren onder een microscoop. We waren een van de eersten om die toe te passen op hersenen.'
'Ik denk dat het volledig oplossen van de geneeskunde onzin is'
'Experimentele onderzoeken naar het menselijke brein waren ook een belangrijke doorbraak. Daarvoor heb ik de Nederlandse Hersenbank opgericht. Verder is de moleculaire biologie een belangrijke ontwikkeling geweest. De scantechnieken zijn verder enorm verbeterd. Tot slot hebben ook transgene diermodellen het terrein grondig veranderd.'
Hoe werd er onderzoek gevoerd voor die ontwikkelingen?
'Ervoor deed men veel enzymhistologie, een techniek om enzymen (eiwitten die een reactie sneller doen verlopen, red.) aan te kleuren. Die techniek is echter minder specifiek en gevoelig.'
Denkt u dat de geneeskunde er ooit in zal slagen om werkelijk alles te ontrafelen?
'In het begin van Wij zijn ons brein (een van Dick Swaabs boeken, red.) haalde ik voor de verre toekomst twee problemen aan: het heelal en het brein. Ik denk dat die problemen van vergelijkbare orde zijn.'
'Je hoeft het probleem niet op te lossen om interessante dingen te vinden'
'Iedereen heeft een ander brein. Zelfs als je dezelfde genetische achtergrond hebt, dan wordt het brein tijdens de zwangerschap anders door zelforganisatie. Het volledig oplossen van de geneeskunde is onzin, denk ik. Wanneer je belangrijke dingen oplost, dan zit je uiteraard wel een heel eind. In kleine stapjes zal er wel vooruitgang komen, maar het werkelijk oplossen is voor mij niet denkbaar, nee.'
Als onderzoeker stoot je op veel grenzen; brengt dat problemen mee voor het onderzoek?
'Ik vind het heel verkeerd om valse hoop te wekken, maar dat gebeurt vaak. Als de claims dan niet worden waargemaakt, berokken je extra schade. Ik ben daar altijd vreselijk tegen geweest. Verder hoef je het probleem ook niet op te lossen om interessante dingen te vinden.'
Alternatieve geneeskunde
Denkt u dat alternatieve geneeskunde een waardige aanvulling kan zijn op bestaande behandelingen?
'Ik denk dat je daarvan niet ver hoeft te blijven. Placebowerking is een belangrijk onderdeel van de geneeskunde. Placebo-effecten zijn immers echte effecten: de verwachtingen van een patiënt worden omgezet in een betere functionaliteit van het brein. Als je verwacht dat een pil werkt, dan gaat het brein verschillende gebieden op een andere manier activeren en remmen. De helft van de werking van antidepressiva is placebowerking. Toch zijn dat reële effecten.'
'Een goede dokter is een wandelende placebo'
'Wanneer je tegen een patiënt zegt dat hij een nieuw geneesmiddel toegediend krijgt tegen de pijn, dan maakt het brein zelf een soort morfineachtige stof aan. Zelfs wanneer het middel geen actieve chemische bestanddelen – een placebo dus – bevat. Daardoor wordt de pijn onderdrukt. Een dure placebo werkt trouwens beter: het effect is meer uitgesproken. Men heeft dan ook meer verwachtingen van een middel dat veel kost.'
'Een goede dokter is bovendien een wandelende placebo: wanneer je de dokter vertrouwt, heeft dat een enorm effect op de patiënt.'
'Ik ben zelf niet zo bang voor de alternatieve geneeskunde, zolang deze niet in de wielen rijdt van de 'echte' geneeskunde. De alternatieve geneeskunde moet niet beweren dat men aandoeningen kan genezen die de westerse geneeskunde zelf niet kan oplossen.'
'Het brein past zich aan de verwachte effecten aan'
Ze kunnen elkaar dus aanvullen?
'Ja. Toch moeten we ook oppassen voor het minder bekende nocebo-effect. Indien men vreselijke gevolgen van een behandeling verwacht, krijg je daarvan ook bijwerkingen. Deze mensen ervaren geen positieve placebo-effecten, maar juist negatieve nocebo-effecten. Neem als voorbeeld psychiatrische patiënten die opzien tegen het innemen van hun voorgeschreven medicijnen.'
'Wat ook meespeelt bij de alternatieve geneeskunde: als je er niets van verwacht, gebeurt ook niets.'
De ingesteldheid van een persoon heeft dus veel invloed op de behandeling.
'Het is nog gekker: een placebo-effect kan je koppelen aan echte geneesmiddelen. Stel je geeft L-dopa en visolie aan een parkinsonpatiënt. Na een tijdje hoef je enkel de visolie toe te dienen. Het brein past zich aan de verwachte effecten aan.'
Dat toont aan hoe ingenieus het brein is.
'En dat maakt mijn leven interessant.(lacht)'
Seksuele geaardheid in het brein
De wetenschap en sociale kwesties verhouden zich soms moeilijk. Welke debatten in verband met feminisme of seksuele geaardheid hebt u meegemaakt?
'In 1985 verscheen in Science een artikel waarin we de eerste geslachtsverschillen in het menselijke brein aangetoond hadden. Dat was toen tegen het zere been van het feminisme. "Indien er anatomische verschillen bestaan tussen het brein van de man en de vrouw, dan ben ik uitgepraat", zei een feministe eens. Sindsdien heb ik nooit meer iets van haar gehoord; ze was inderdaad uitgepraat (lacht).'
'De bevindingen hadden invloed, maar er kwam ook protest bij kijken. Nog steeds ontkennen mensen vanuit sociologische hoek dat er geslachtsverschillen zijn in de hersenen.'
'Tegenstanders konden de bevindingen niet gebruiken'
'Een tweede vergelijkbaar onderzoek was gericht op verschillen in het brein tussen homoseksuele en heteroseksuele mannen. Die bevindingen brachten we in verband met seksuele oriëntatie. Toen brak er echt een enorme toestand uit. Ik ontving doodsbedreigingen en haatmail. Er waren bommeldingen thuis en in het labo. Ze demonstreerden voor mijn huis en ik gaf colleges met bewaking. Nou ja, dat was allemaal wel stressvol. Uiteindelijk is dat ook een geaccepteerd hoofdstuk.'
'Een derde studie ging over een omkering van geslachtskenmerken in de hersenen van transgender personen: mannelijke kenmerken in vrouwelijke hersenen en omgekeerd. Dat gaf een verklaring voor hun gevoel over hun genderidentiteit. Dat werd onmiddellijk door iedereen omarmd. Het jaar erna is een wet in het Verenigd Koninkrijk aangenomen op basis van die studie en konden mensen hun geboortegeslacht aanpassen op hun certificaten, paspoorten en dergelijke.'
'Het zijn drie vergelijkbare onderwerpen die totaal verschillende reacties teweeg hebben gebracht. Het was eerder een kwestie of de bevindingen van de wetenschap "goed uitkwamen" op dat moment of niet. In de eerste plaats werden deze onderwerpen niet begrepen.'
'Genderidentiteit en seksuele oriëntatie worden vastgelegd tijdens de zwangerschap'
'Tegenstanders konden de bevindingen niet gebruiken. Toen een paar homoseksuele mannen claimden dat hun seksuele voorkeur een keuze was, een politieke keuze zelfs, zei ik: "Die keuze is voor jou in de baarmoeder gemaakt en het politieke kan ik er niet van inzien."'
'Ik denk dat dat allemaal teruggaat tot de maakbaarheidsidealen van de jaren '60 en '70: het idee dat iedereen alles kan worden en zelf kan uitkiezen hoe men zijn leven vorm geeft. Ook het idee dat je homoseksueel of heteroseksueel wordt. Dat is niet zo. Genderidentiteit en seksuele oriëntatie worden vastgelegd tijdens de zwangerschap. Daarmee moet je het doen voor de rest van je leven.'
Daarop verdergaand, hoe verhoudt de publieke opinie zich tot de wetenschap?
'In het hersenonderzoek heeft alles met de maatschappij te maken. Denk aan het strafrecht: de enige keer dat de politiek naar het hersenonderzoek in Nederland heeft geluisterd, was toen aangetoond werd dat de prefrontale cortex zich nog ontwikkelt tot het 24ste levensjaar. Je bent dus niet volwassen op je 18de, zoals de wetgeving zegt, maar op je 24ste. Het jeugdrecht is in Nederland tot 23 jaar opgetrokken. Zo heb je voor alles een antwoord in het brein.'
Politieke hersencellen
Vindt u dat beleidsmakers meer gehoor moeten geven aan onderzoekers?
'Ja, dat zou absoluut moeten. Nog steeds zie je dat dat te weinig gebeurt; ook tijdens corona.'
'Politiek is trouwens ook een kwestie van ons brein. Of je links of rechts bent, wordt vroeg in de ontwikkeling vastgelegd. De helft wordt genetisch bepaald en de rest in de vroege ontwikkeling onder invloed van de omgeving.'
Kan je dan ook zeggen dat een politieke voorkeur aangeboren is?
'Ja, vaak zie je dat vanuit gezinnen dezelfde opvattingen terugkomen.'
'In China heb ik uitgelegd dat communisme onmogelijk is, omdat ieder brein anders is. Socialisme is dan weer noodzakelijk omdat er altijd mensen met pech zullen zijn. Mutaties opgelopen in de vroege ontwikkeling kunnen daarvoor zorgen. Andere mensen moeten voor deze individuen zorg dragen. We zijn immers sociale dieren, wat ook in het brein bepaald ligt.'
'Ik heb geleerd dat je je veel breder moet oriënteren in je vak'
'Als je iets afweet van de complexiteit van onze hersenontwikkeling, dan is het verbazend dat het soms redelijk goed gaat. Soms zit het tegen, maar ook dat zal altijd gebeuren.'
Een leven in je handen
Naast wetenschappelijke publicaties schreef u ook twee boeken geschreven voor het brede publiek. Wat heeft u daaruit geleerd?
'Ik heb geleerd dat je je heel breed moet oriënteren in je vak. Bovendien heb ik geleerd om in precies 750 woorden een moeilijk onderwerp uit te leggen. Ik had twee strenge redacteurs die eisten dat ieder woord goed verklaard was, dat er geen moeilijke zaken instonden en dat het niet langer werd dan afgesproken. Dat is een goede leerschool geweest.'
'Ik heb ook geleerd acht te nemen in hoe mijn publiek schrijft en spreekt. Wat leuk is, is dat er bij lezingen of colleges studenten mij aanspraken en zeiden dat Wij zijn ons brein hen had aangezet om geneeskunde of biologie te studeren. Dat is wel fijn, ja.'
Welk moment uit uw carrière is u het meest bijgebleven?
'Er zijn zoveel momenten. Toen ik begon als student-assistent, maakte ik zelf een preparaat van hersenweefsel en legde het onder een microscoop. Toen dacht ik bij mezelf dat dat mijn leven zou veranderen. Het heeft inderdaad mijn leven veranderd.'
'Dag en nacht blijft de totale hersenactiviteit gelijk'
'Toen ik de Hersenbank had opgericht, kreeg ik bij een obductie (inwendig onderzoek op het lichaam van een overledene, red.) het brein van iemand die onlangs overleden was in handen. Op dat moment had ik een heel leven vast.'
'De bevinding van die omkering van structuren in de hersenen van transseksuelen, was ook iets heel bijzonders om mee te maken. Dan begrijp je hoe het in elkaar zit. Er zijn echter ook momenten waar het onderzoek vreselijk tegenzit. Vaak loopt dat vast op technische punten die nog niet mogelijk zijn. Het vraagt veel wetenschappelijke ontwikkeling en frustraties.'
Hoe gaat u ermee om als u op zo'n muur stoot?
'Het grootste probleem is voor de promovendi die met het project bezig zijn. Die moeten in vier jaar een goed proefschrift hebben. Daarom moet je altijd dingen inbouwen die risicovol en nieuw zijn, maar ook dingen die veel minder risicodragend zijn en je je duimen erop kunt werpen. Soms lukt dat ook pas vijf of tien jaar later.