interview> ‘Racisme? Iedereen die in de mijn werkte was een beetje zwart’

Navraag: Meryame Kitir

Enkele weken geleden kwam Meryame Kitir in het oog van een storm terecht toen Luc Van Biesen (Open Vld) haar aanmaande ‘terug naar Marokko’ te gaan. Maar Kitir heeft haar koffers allerminst gepakt.

Gepubliceerd

Met een beetje vertraging en de nodige haast vlijt Meryam Kitir zich neer op de sofa. Ook voor haar is het werkjaar net stevig gestart. Plenaire vergaderingen, zittingen, fractiebijeenkomsten, ze kon nog net een gaatje vinden in haar drukke agenda voor een gesprek over racisme, haar roots en de rol van de sossen.


Dag mevrouw Kitir, fijn dat u wat tijd voor ons heeft, minder fijn wat u afgelopen weken meemaakte in de Kamer. Heeft racisme al vaker uw pad gekruist?
Meryame Kitir: ‘Eigenlijk niet. Ik heb het geluk dat ik uit een Limburgse mijnwerkersfamilie kom. Racisme was mij nagenoeg onbekend, iedereen die in de mijn werkte was een beetje zwart. Dat ik er uitgerekend in het huis van de democratie voor het eerst mee geconfronteerd werd, was dan ook zeer spijtig. Racisme is nooit aanvaardbaar, daarom dat het ook zo belangrijk was om dat voor het oog van de camera aan te kaarten en uit te klaren.’

Prominent racisme lijkt aan een opmars bezig. Hoe kunnen we het bestrijden?
‘In de eerste plaats door dialoog. We moeten met elkaar praten en dat gesprek blijven aangaan. Als je hard tegen hard speelt, kom je niet tot oplossingen. Het is pas als dialoog niet werkt dat er sancties moeten komen. Discriminatie is nog altijd wijdverspreid zowel op de arbeids- als op de huurmarkt. Als we via ‘praktijktesten’ mensen op heterdaad op discriminatie kunnen betrappen, kunnen we ze ook bestraffen.

Het probleem is namelijk vaak dat concreet bewijs van racisme en/of discriminatie ontbreekt. In mijn geval heb ik geluk gehad dat genoeg mensen rondom mij ook daadwerkelijk meneer Van Biesen de bewuste woorden hoorden zeggen. Maar dat is spijtig genoeg niet altijd het geval. Racisme blijft heel vaak onder de radar.’

Racisme bleef u gelukkig lang bespaard. Wil dat ook zeggen dat u een onbezonnen studententijd had?
‘Mijn jeugd was een fijne periode waar ik met veel plezier op terugkijk. Toch was ze niet rooskleurig. Na mijn studie Handel in het middelbaar had ik nog verder willen studeren, maar in het jaar dat ik 18 werd, is mijn vader gestorven. Omdat we een groot gezin van elf kinderen hadden, ben ik dicht bij huis gebleven om voor mijn zusjes en broertjes te zorgen. Graag was ik kleuterleidster geworden, maar uiteindelijk heb ik in avondonderwijs boekhouden gevolgd. Toch berg ik die droom niet op. Ooit wil ik nog studeren, liefst sociologie of filosofie.’

Bahamaleaks

Maar tegen alle verwachtingen in werd u dus federaal parlementslid. Dat is opvallend voor iemand met een verleden in de mijncités en bij Ford Genk. In welke mate hebben die ervaringen u gevormd?

'Nooit had ik gedacht dat ik met mijn parcours in het parlement zou eindigen. In mijn geval heeft mijn verleden mij gevormd tot de persoon die ik nu ben. Als mijnarbeidersgezin hadden we het thuis niet breed. Ik moest zelf gaan werken om mijn rijbewijs te kunnen halen of mijn jeansbroeken te betalen. Ik moest bijbaantjes nemen en nachtshiften aan de band draaien om mijn huurrekeningen te kunnen betalen nadat ik als achttienjarige alleen ging wonen.

Dat alles heeft me wel geholpen om vroeg zelfstandig te worden. Ford Genk was dan weer een klein dorp waar je in aanraking kwam met mensen met verschillende situaties en problemen. Wat ik daar leerde en zag, nam ik ook mee naar mijn job als parlementslid. Die combinatie van parlementariër en fabrieksarbeider ben ik tot 2014 blijven maken.’

'Je kan wel pensenkermissen bezoeken, maar je moet weten wat er echt leeft bij de mensen'

Maakt een gebrek aan dat soort contact vele andere politici realiteitsblind?
‘Ik wil hier niet doorgaan op andere politici. Wel wil ik benadrukken dat het ongelooflijk belangrijk is dat een politicus contact blijft houden met zijn werkveld. Je kan wel nota’s en studies lezen, maar daardoor snap je de gevoeligheden nog niet. Je kan wel pensenkermissen en voetbalwedstrijden bezoeken, maar je moet ook weten wat er echt leeft bij de mensen. Die voeling en toetsing met de realiteit moet er altijd zijn.’

Hoe bevalt het leven op de oppositiebanken u eigenlijk?
‘Iedere politicus wil natuurlijk beleid voeren, want dan kan je dingen veranderen. Maar goed, de kiezer heeft gekozen en oppositie is ook wel nodig om controle uit te oefenen.’

België lijkt soms wel in brand te staan. Niet makkelijk om dan vanuit de dug-out te moeten toekijken.
‘Inderdaad, vooral in deze periode zou ik eigenlijk liever niet in de oppositie zitten. Het is stuitend om te zien wat voor onrechtvaardige beslissingen deze regering neemt. Mensen moeten altijd maar langer werken, water wordt duurder, elektriciteit wordt duurder, studenten moeten meer inschrijvingsgeld betalen enzovoort. En dat allemaal in tijden van Panama- en Bahamaleaks. Als iedereen in dit land nu eens gewoon de belastingen zou betalen zoals hij of zij dat zou moeten doen, dragen we allemaal ons steentje bij. Op die nagel wil ik echt wel blijven kloppen.

In hart en nieren

Ik merk dat u als fractievoorzitster van sp.a erg bedreven bent in het oppositievoeren. Maar waarvoor zou u de huidige regering een pluim willen geven?
(denkt na)‘Voor de privacywetgeving. Het kan toch niet dat bedrijven als Facebook zomaar aan al onze gegevens kunnen? Het is goed dat daar in België tegen wordt opgetreden.’

Terug naar uw eigen fractie met de bekende leuze 'het is de schuld van de sossen'! Durft u, al dan niet namens de socialistische partij, de hand in eigen boezem steken?

‘Je hoort wel eens vaker dat het de schuld van de sossen is maar wat mensen vaak vergeten is dat ook wij in een coalitie zaten, hetzij met CD&V hetzij met VLD, en de beslissingen dus niet alleen aan ons waren. Als onze partij ooit alleen had geregeerd ben ik zeker bereid om de hand in eigen boezem te steken, maar we leven nu eenmaal in een democratie. De sp.a is ook veel te klein om een volledige schuld op zich te nemen. Wij hebben bovendien altijd gehandeld naar het regeerakkoord en wij hebben altijd gehandeld naar hetgeen wij dachten dat we moesten doen. Kon het beter? Uiteraard, het kan altijd beter.’

'Het is sp.a of stoppen met de politiek'

Werkelijk niets dat u zichzelf zou verwijten?
‘Misschien dat we in het verleden gewoon vaker hadden moeten uitleggen waar wij als socialisten nu echt voor staan en waarom beslissingen zo belangrijk waren. Want dat hebben mensen vaak nog niet helemaal begrepen. Ze denken vaak dat succes aan hun eigen harde werk ligt en dat de politiek daar niets mee te maken heeft. Maar wat doe je dan bijvoorbeeld met de sociale zekerheid? Die helpt toch ook mensen vooruit?’

Zou u ooit voor een andere partij dan sp.a zetelen?
‘Nooit! (overtuigd) Ik ben socialiste in hart en nieren. Het is sp.a of stoppen met de politiek.'

Tot slot: hoe zou u België anno 2016 omschrijven?
'Er zijn wel wat uitdagingen op de arbeidsmarkt en ook fiscaal is er nog wat werk. Maar als ik in het buitenland over België praat dan kan ik ook mooie dingen benoemen zoals de natuur of het lekkere eten…'

Journalisten schrijven graag in oneliners en steekwoorden.
‘Divers, creatief maar ook wel uitdagend.’

Powered by Labrador CMS