Kotenkrapte definitief voorbij

In maart 2011 slaakte de KU Leuven een ware noodkreet: door de sterke aangroei van studenten dreigde een zwaar tekort aan studentenkamers. Samen met stad Leuven werd beslist 3.700 studentenkoten bij te bouwen.

De KU Leuven nam daarvan 1.000 kamers voor eigen rekening, de rest werd door stad en privé-ontwikkelaars onder handen genomen door middel van grote samenwerkingscontracten.

Vier jaar later is die krapte op de kotenmarkt vrijwel volledig verdwenen. De universiteit klokte uiteindelijk af op zo’n slordige 550 koten. Projecten zoals een extra gebouw in de tuin van residentie COPAL werden geschrapt. In juni van dit jaar werd ook bekend gemaakt dat de stad Leuven en de universiteit een stop zetten op de samenwerkingsovereenkomsten voor grote residenties.

"De markt van studentenkamers is verzadigd," kondigde schepen van ruimtelijke ordening Carl Devlies (CD&V) toen aan. Bij het ter perse gaan van deze Veto waren nog steeds meer dan 1.000 kamers op ongeveer 40.000 niet verhuurd.

Een ware ontspanning dus. In de ideale situatie staan namelijk 1 à 2 procent van het totale aantal koten nog te huur. Wat zal de Leuvense kotstudent hier nu van merken? Wat gebeurt er bijvoorbeeld -na jarenlang stijgen- met de gemiddelde huurprijs?

Stabiliserende prijzen?

Volgens Ludo Clonen, diensthoofd Studentenhuisvesting van de KU Leuven, is het nog te vroeg om concrete gevolgen vast te stellen. Of de kotenmarktontspanning de prijs naar omlaag zal stuwen? "Wij hopen op minstens een stabilisering, maar zelfs als hij daalt, zal het waarschijnlijk maar om enkele euro’s gaan."

Voor een kot op de privé-markt (zonder eigen douche of toilet) betaal je in Leuven gemiddeld 340 euro per maand voor een 12-maanden contract. Voor een 10-maanden contract daalt de prijs naar 315 euro. En dat voor een kamer van gemiddeld 12 vierkante meter.

Ter vergelijking: in Gent bedraagt de gemiddelde huurprijs voor een kamer 326 euro per maand, inclusief verbruikskosten. In Antwerpen betaal je ongeveer 320 euro per maand, exclusief verbruikskosten. De Leuvense prijzen schommelen daar dus wat tussenin.

Of die prijzen omlaag gaan is voorlopig koffiedik kijken. Wat nu wel al opvalt, is dat verhuurders sneller teruggrijpen naar een 10-maanden contract. Het gebruik van die 10-maanden contracten was de vorige jaren in vrije val.

In academiejaar 2010-2011 was het aandeel van die contracten op alle huurcontracten 43%. Vorig jaar was dat amper 14%. De terugkeer naar die contracten komt de kotstudenten ten goede.

Geen krotten meer

En hoe reageren kotbazen op die ontspanning? "De tijd van kotbazen die krotten verhuren is volgens mij voorbij. Ik zie nu veel kotbazen grote inspanningen doen om hun koten te verbeteren," getuigt een kotbaas. "Mij lijkt dat het nieuwe overschot een goede zaak is voor de student."

Diezelfde kotbaas geeft toe dat de schrik er bij de verhuurders sterk inzat: "Er was natuurlijk wel bezorgdheid bij enkele kotbazen dat er zo laat op het seizoen nog overal bordjes te zien zijn met ‘te huur’."

Een andere kotbaas beaamt dat de slechte koten eruit zullen vallen: "Maar ook de grote winstmarges gaan omlaag." Die combinatie zal misschien voor wat faillissementen zorgen.

Voor concrete cijfers is het voorlopig wachten op de contractstudie die eind dit jaar meer duidelijkheid zal bieden. Veel wijst er echter op dat de ontspannen kotenmarkt de student ten goede komt. Is het niet in de portefeuille, dan wel op andere manieren.