artikel> Kunsthogescholen vrezen ‘profileringsdrang’ in de sector

Jonge afgestudeerden kunstonderwijs dreigen dupe te worden van besparingen

De Vlaamse kunsthogescholen maken zich flink zorgen om de besparingen in de cultuursector. Zij vrezen dat vooral de jonge afgestudeerden de dupe worden.

Gepubliceerd

Het zijn vooral de besparingen in de projectsubsidies die de kunsthogescholen tegen de borst stuiten. Die subsidies zijn vaak incentives om jonge kunstenaars te ondersteunen bij de uitbouw van hun cariere. De regering-Jambon zou die financiering terugbrengen van 8,47 miljoen euro naar 3,39 miljoen euro; de befaamde daling van 60%. Die besparingen zouden bovendien al over anderhalve maand aanvangen.

Geen goed idee, zo menen alvast de zes kunsthogescholen die Vlaanderen rijk is. Projectsubsidies bieden immers essentiële ontwikkelingsruimte voor pas afgestudeerde kunststudenten in de uitbouw van hun carrière. 'De projectfinanciering is vooral belangrijk als experimenteerruimte voor jonge kunstenaars. Zo’n kanaal is cruciaal voor afgestudeerde kunstenaars om hun vaak vernieuwende ideeën in de praktijk te kunnen omzetten', verklaart Simon Van Damme, algemeen directeur aan LUCA School of Arts, onderdeel van de KU Leuven en goed voor zo'n derde van de Vlaamse kunststudenten.

Responsabilisering

Zelf vergelijkt Van Damme het met investeringen in research and development; wie daar middelen van afneemt, dreigt de instroom kwalitatief te verminderen: 'Snijden in deze ontwikkelingskansen is daarom nefast voor de structurele gezondheid en het innoverend vermogen van de toekomstige sector.' Zonder zulke geldstroom wordt het voor veel kunstenaars bovendien moeilijker om te evolueren naar een internationaal werkveld. Vlaamse toppers als Jef Neve, Anna Teresa De Keersmaeker en jonge namen als Lisbeth Gruwez en Haider al Timimi konden via projectsubsidies hun status verwerven.

Van Damme schat voorlopig niet dat de verminderde subsidies directe gevolgen zullen hebben op de arbeidsmarkt, maar op langere termijn zou de sector wel geraakt worden. Bovendien telt ook de symbolische impact mee: in de geest van de responsabiliseringslogica van het beleid zullen afgestudeerden zich wel sneller moeten profileren. Die profileringsdrang zou weleens nefast kunnen uitpakken, zo denken de kunsthogescholen, aangezien 'artistiek potentieel zich veeleer organisch toont'.

Vlaams minister Jambon stelde de cultuursector inmiddels voor om zelf een alternatieve begroting op te stellen. 'Op zich een nogal merkwaardige uitnodiging, maar als je zo’n sector dan toch wil dwingen om zelf moeilijke keuzes te maken, dan lijkt het mij alvast beter om die projectfinanciering te vrijwaren', meent Van Damme. Of hogescholen of universiteiten eventueel kunnen bijspringen vanuit hun onderwijsmiddelen lijkt hem geen goede piste: 'Uiteraard zijn de kunsthogescholen solidair met de sector, maar je kunt de kansen voor kunstenaars bij de start van hun loopbaan niet redden door te gaan snijden in wat daar onmiddellijk aan vooraf moet gaan: een zeer kwalitatieve opleiding.'

Met een open brief hopen de zes Vlaamse kunsthogescholen alvast een beleidswijziging af te dwingen. Vooral de abruptheid van de beslissing levert verbazing op bij de instellingen. Als betrokken partij hopen de hogescholen daarom uitgenodigd te worden op een toekomstig overleg met minister Jambon. 'Men kan zich afvragen hoe dit strookt met de regels van behoorlijk bestuur', klinkt het.

Powered by Labrador CMS