reportage> Oekraïense vluchtelingen: hulp en opvang
'Ik heb het gevoel dat mijn thuis me is afgenomen'
De verschillende overheden moeten snel schakelen om de Oekraïense vluchtelingen van opvang te voorzien. Veto ging langs bij enkele initiatieven.
In het Oekraïens Huis in de Leuvense Halfmaartstraat is het roeien met de riemen die ze hebben. Ze zijn onderbemand en draaien volledig op vrijwilligers. Bijna een maand nadat Rusland Oekraïne binnenviel, proberen de vrijwilligers stilaan de draad van het gewone leven weer op te pakken. Ze kunnen zich niet meer voltijds inzetten.
De vrijwilligers helpen er in de organisatie van kleding-, voedsel- en medicijndonaties. De dozen worden vanuit Brussel via Polen naar Oekraïne gestuurd of belanden bij Oekraïense vluchtelingen die in Leuven verblijven.
Geen containerpark
De meeste spullen die naar Oekraïne vertrekken, komen in het westen van het land terecht, weet de Oekraïense vrijwilliger Alex te vertellen. De bevoorradingslijnen naar het oosten en zuiden zijn zo verstoord dat bijna geen enkel konvooi daar effectief geraakt.
'Je moet hier niets komen brengen dat je aan je eigen kinderen ook niet zou geven'
Alex, vrijwilliger Oekraïens Huis
'De meeste mensen nemen het wel heel serieus. Ze sturen dan bijvoorbeeld kleren die proper gewassen en opgeplooid zijn', vertelt Alex. 'Maar soms krijgen we hier zakken met rommel aangeleverd of eten dat over datum is. Wij zijn geen containerpark. Je moet hier niets komen brengen dat je aan je eigen kinderen ook niet zou geven.'
Voor Alex was het Oekraïens Huis een welkome steun en afleiding de voorbije weken. Het gaf hem het gevoel dat hij kon helpen en niet machteloos moest toekijken. Hij zat er de afgelopen tijd bijna continu en helpt nu zijn familie om uit Oekraïne te vluchten.
Vluchten of blijven?
Ook de Oekraïense vluchtelingen Olga en Olena vonden hun weg naar de Halfmaartstraat via hun (schoon)dochter Lyna. Die laatste is zelf doctoraatsstudent en verblijft al enkele jaren in België.
Olga en Olena woonden in de zuidelijke havenstad Odessa. 'De situatie werd met de dag dreigender. Buursteden waren al het slachtoffer van bombardementen en de Russen kwamen steeds dichter.'
Hun echtgenoten bleven achter in Oekraïne. Die kozen ervoor om te blijven en, in het ergste geval, te vechten voor zelfs hun eigen straat. Maar wat Olga en Olena het meeste opviel, was de enorme steun voor Oekraïne vanuit Europa. 'Vrijwilligers stonden overal voor ons klaar om ons te helpen en we kregen overal een warm en welkom gevoel.'
Terugkeren of niet
'Op termijn willen de vluchtelingen ook werk vinden', vertelt Lyna. Ze voelen zich oncomfortabel bij het idee om afhankelijk te zijn van anderen en willen op hun eigen benen kunnen staan. 'Op die manier moeten ze ook niet denken aan de situatie in hun thuisland.'
Een eventuele terugkeer blijft een gevoelig punt. Voor Lyna zal Oekraïne nooit meer hetzelfde zijn, zelfs als Odessa gespaard blijft van bombardementen. 'Ik heb het gevoel dat mijn thuis is afgenomen', vertelt ze.
'Ik organiseerde eerst een betoging tegen de oorlog, maar voelde dat er meer mogelijk was'
Petras, initiatiefnemer 'Students for Ukraine'
Olga en Olena zouden wel blij zijn om terug te kunnen keren. Zelfs als het leven in Oekraïne na de oorlog nog jaren moeilijk zou zijn. Ze kunnen zich niet inbeelden dat ze hun thuisland nooit meer zouden terugzien.
Students for Ukraine
Ook niet-Oekraïense studenten ondernemen actie. De Litouwse Erasmusstudent Petras startte kort na de Russische inval de organisatie 'Students for Ukraine' op. 'Eerst organiseerde ik een betoging tegen de oorlog, maar ik voelde toen dat er meer mogelijk was.'
Als Litouwer voelt Petras zich verbonden met de Oekraïners. 'We zijn altijd al familie geweest', vertelt hij. 'Daarom moeten we nu voor hen zorgen.' Dat doet de studentenvereniging door ook inzamelingen van levensmiddelen te organiseren. 'Die spullen worden dan naar het Oekraïens Huis gebracht en doorgestuurd naar de Pools-Oekraïense grens.'
Ook op het psychische niveau biedt 'Students for Ukraine' ondersteuning. Samen met Pangaea organiseren ze drie keer per week Safe Spaces voor Oekraïners. 'Oekraïners kunnen daarheen komen om in alle rust en veiligheid te praten', vertelt Petras. Een student-vrijwilliger vangt hen daar op.
'De vluchtelingen kunnen hier op adem komen'
Stijn Demaré, coördinator residentie Leo XIII
Op dinsdag is er een psycholoog aanwezig. 'Dat is het beste moment voor Oekraïners om te komen, zeker omdat we signalen opvangen dat het psychologisch slecht gaat met hen', zegt Petras. Toch zijn die 'Safe Spaces' nog niet zo populair. 'We zijn een nieuwe vereniging en hebben nog problemen om onder de aandacht te komen.'
Leuven doet mee
Ook de stad Leuven maakt werk van opvangplaatsen. In Kessel-Lo biedt de Scheutsite onderdak aan een aantal gezinnen. Daarnaast wordt er nog plaats voorzien in het Guido Gezellehuis. Daarbovenop deed de stad voor de noodopvang een beroep op enkele hotels om vluchtelingen tegen een gereduceerd tarief onder te brengen.
De KU Leuven zit eveneens niet stil. In residentie Leo XIII worden zo zes Oekraïense vluchtelingen opgevangen. 'Er is een academische link: het gaat onder meer om een postdoc en twee PhD'ers', vertelt programma-coördinator van de residentie Stijn Demaré.
Twee leegstaande appartementen werden voor hen klaargemaakt. 'De appartementen waren al lang niet meer in gebruik en staan eigenlijk klaar voor renovatie in de zomer.' Het gaat dus om een tijdelijk onderkomen voor de vluchtelingen. 'Het is een oplossing: ze kunnen er op adem komen en hebben er redelijk wat ruimte.'
Het vluchtelingencentrum heeft een gigantische inkomsthal en gangen die gevuld zijn met eindeloze kamers
Bovendien zaten er al twee Oekraïense studenten in de residentie. 'We organiseren ook veel benefietacties omwille van de betrokkenheid', klinkt het. Hoewel er werd geprobeerd de vluchtelingen te scheiden van de studenten, ontstaan er toch spontane interacties. 'Zo werden ze onlangs nog uitgenodigd om deel te nemen aan een kotmaaltijd van een van de gemeenschappen op Leo XIII.'
Handen uit de mouwen
Veto trok ook naar een opvangcentrum voor Oekraïense vluchtelingen van het Rode Kruis in Sint-Lambrechts-Woluwe. Mensen zonder familieleden of vrienden in België worden daar enkele nachten ondergebracht. Ze wachten er op een plek bij gastgezinnen, residenties of collectieve voorzieningen.
Het vluchtelingencentrum heeft een gigantische inkomsthal, een kraaknette cafetaria en gangen die gevuld zijn met eindeloze kamers. Alles staat er wel nog leeg. Het voormalige kantoorgebouw wordt verdieping per verdieping klaargestoomd. 'We zijn nog maar twee dagen operationeel', klinkt het.
Het Rode Kruis verwacht een grote stroom aan vluchtelingen en blijft duidelijk niet bij de pakken zitten. Op de zevende verdieping is een jobdag aan de gang voor de aanwerving van broodnodig personeel. 'Er zijn twee onbekenden in deze hele crisis', stelt Jan Poté, woordvoerder van het Rode Kruis-Vlaanderen, voorzichtig: 'Hoeveel vluchtelingen naar België komen en hoelang ze zullen blijven.'
Aankomst en terug weg
Toch verblijven er al een veertigtal vluchtelingen. De meesten worden snel overgebracht naar een meer permanente huisvesting. Dat geldt ook voor Olena en haar dochter Anya, die te horen krijgen dat ze zich moeten klaarmaken om te vertrekken. Een bus van het Rode Kruis staat voor hen klaar.
Na een hartverscheurende week verblijven ze nu sinds drie dagen in België. 'Het is hier echt chique vergeleken met de plekken die we onderweg gepasseerd zijn', vertelt Olena. 'Een bed, een laken en een douche… dat is toch ongelofelijk?' Olena's echtgenoot is achtergebleven in Charkov waar elke dag zware bombardementen plaatsvinden. 'Maar we blijven geloven in het beste', vertrouwt Anya ons toe.
'Hier moet je altijd stand-by staan voor nieuwe taken'
Irene, vrijwilliger Rode Kruis
Irene, een vrijwilliger bij het Rode Kruis, spreekt over de ongewoonheid van de operatie. 'Bij andere vrijwilligersprojecten zijn het alledaagse situaties waarmee je geconfronteerd wordt, dus je weet dan wat je precies moet doen', stelt ze. 'Hier moet je altijd stand-by staan voor nieuwe taken.' Ze staat vooral in voor logistiek, die de eerste dagen wat chaotisch was door de schaal van het gebouw.
Flinterdun geluk
In de grote cafetaria spreken we met Svitlana en haar zonen Alik en Arseniy. Ze komen uit Mykolajiv, een stad niet ver van Odessa. Ze besloten te vluchten toen de bombardementen startten. Meerdere nachten verbleven ze in de kelder van hun appartementsblok. 'Je weet niet wat er precies kan gebeuren, of je geluk zal hebben of juist niet', vertelt Svitlana.
Niemand van hen had een conflict verwacht. 'Toen we 's nachts wakker werden met knallen waren we heel verward. We hadden toen nog niets gehoord van een oorlog. We wilden het gewoon niet geloven.'
Via Moldavië zijn ze uiteindelijk gevlucht en werden ze warm onthaald. In België verbleven ze enkele nachten bij een gastgezin voordat ze in het opvangcentrum kwamen. 'Iedereen is zo ontzettend vriendelijk geweest tegen ons', zegt Svitlana.
Over grenzen heen
Veel van Aliks vrienden zijn nu verspreid over heel Europa. De zeventienjarige Oekraïner toont ons een digitale kaart met daarop de locaties van al zijn vrienden. 'Ik kan het nog steeds niet geloven, mijn vriendin zit zelfs in Düsseldorf', vertelt hij. Alik wil zelf graag Frans en Duits leren voor zijn studies, en zou later graag in België willen werken.
Over een mogelijke terugkeer naar Oekraïne zijn er alleen maar onzekerheden. 'Mijn moeder is nog steeds in Oekraïne', vertelt Svetlana, 'maar ik zou het niet aan kunnen om terug naar huis te gaan en alles in ruïnes en puin te zien.' De onzekerheid heerst en zal dat blijven doen.