analyse> Een blik op het verleden, heden en de toekomst
Honderd jaar vrouwelijke studenten aan KU Leuven
In 1920 werd de eerste vrouwelijke student toegelaten aan de KU Leuven. Een goed moment om 100 jaar later eens stil te staan bij de geschiedenis, het heden en de toekomst van vrouwelijke academici.
Eind februari organiseerde 'Lean In Leuven Law', het genderplatform van de faculteit Rechtsgeleerdheid, een evenement om honderd jaar vrouwelijke studenten aan De Valk te vieren. 'We wilden deze verjaardag echt in de verf zetten. Enerzijds omdat het honderd jaar is, maar anderzijds ook omdat het nog maar honderd jaar is', klinkt het bij Camille Van Peteghem, doctorandus bij het Centrum voor Rechtsmethodiek en kernlid van Lean In.
Wanneer de KU Leuven in 1920 haar deuren opent voor vrouwelijke studenten, loopt ze daarmee een veertigtal jaar achter op de universiteiten van Brussel, Luik en Gent. Dat zou de indruk kunnen wekken dat de rijks- en vrijzinnige universiteiten voorstanders waren van gelijke kansen voor vrouwen in het hoger onderwijs, terwijl de katholieken daarentegen een conservatieve houding aannamen. 'Dat is te kort door de bocht', benadrukt Leen Van Molle, professor emeritus sociale geschiedenis van de Nieuwste Tijd.
Enerzijds zijn ook de eerste Belgische universiteiten binnen de internationale context vrij laat met het toelaten van vrouwen: in een aantal Europese landen, waaronder Frankrijk en Zwitserland, konden vrouwen vanaf de jaren 1860 naar de universiteit. De allereerste vrouw die een universitaire titel als verloskundige behaalde, oefende rond 1820 haar beroep al uit. Anderzijds zijn de posities in het debat over vrouwen aan de universiteit veel genuanceerder dan louter geloofsovertuiging.
De positie van vrouwen in de samenleving
Rond het einde van de negentiende eeuw lopen de opvattingen over de rol van de vrouw nog sterk uiteen. Er bestaat een groep die zich schaart achter het idee dat vrouwen even verstandig zijn als mannen en dus ook gelijke kansen moeten krijgen. Daartegenover staat de opvatting dat vrouwen wel degelijk andere capaciteiten hebben, maar dat ze binnen dat verschil gelijke kansen moeten krijgen. Concreet betekent dit dat vrouwen een andere roeping zouden hebben, maar dat voor sommigen - voornamelijk de ongehuwden - een hoger diploma toch zinvol kan zijn.
Vrouwelijke studenten werden dan wel toegelaten, maar van de mannelijke studenten gescheiden
De meerderheid leeft echter met de traditionele opvatting waarbij de man een carrière uitbouwt, terwijl de vrouw voor het huishouden zorgt. Maar ook hier ontstaan nuances. Zo wordt bijvoorbeeld het idee geopperd dat vrouwen die gestudeerd hebben hun man beter zouden begrijpen en hun zonen beter konden voorbereiden op hun latere loopbaan.
Zo gaan er geleidelijk aan meer stemmen op om vrouwen toegang te geven tot hogere studies. Wanneer de niet-katholieke universiteiten daarin toestemmen, krijgen ze aanvankelijk slechts weinig, waarvan veel buitenlandse, meisjes over de vloer. De aantrekkingskracht neemt slechts met mondjesmaat toe.
De KU Leuven ziet zich aan het begin van de twintigste eeuw dan ook in nauwe schoentjes. Het risico bestaat namelijk dat katholieke meisjes die naar de universiteit willen, naar niet-katholieke universiteiten zouden gaan. Dit speelt dus ook mee wanneer de universiteit uiteindelijk toch beslist om vanaf 1920 vrouwen toe te laten.
Beperkte vrijheid
Vrouwelijke studenten werden dan wel toegelaten, maar wel van de mannelijke studenten gescheiden. Meisjes moesten helemaal vooraan in de aula's gaan zitten. Enkele rijen achter hen zat een buffer van zusters en paters, met daarachter de mannelijke studenten. Dit systeem bleef minstens tot in de jaren 40 bestaan. De aparte studentenhuizen bleven tot in de jaren 60 gebruikelijk, maar rond die tijd begonnen meisjes ook gewoon op kot te gaan.
'Eind jaren 70 werd er, terecht, nog hard gewerkt aan "de emancipatie van de vrouw"'
Marianne Thyssen, oud-Eurocommissaris
Daarnaast zijn er in het begin ook weinig vrouwen die hun universitair diploma daadwerkelijk valoriseren. Velen trouwden na hun studies en namen de zorg voor het huishouden en de kinderen op zich. De echte doorbraak van academisch geschoolde vrouwen kwam er wanneer in de jaren 60 het onderwijs sterker gedemocratiseerd werd. Dankzij de toenemende welvaart konden gezinnen het zich permitteren om naast hun zonen ook hun dochters te laten studeren. Deze meisjes gaan in de jaren 70 meer en meer effectief een beroep opnemen.
De eerste Rechtenstudente
Met de woorden 'Mademoiselle, vous n'êtes ni attendue, ni bienvenue ici', wordt Germaine Cox in haar eerste les aan de Rechtenfaculteit ontvangen. Ze was een van de ongeveer veertig vrouwen die zich in 1920 aan de KU Leuven inschreven en was dat jaar de eerste en enige vrouwelijke studente Rechten.
Cox was een apothekersdochter uit een katholiek gezin. Het is niet helemaal duidelijk hoe ze in dat eerste jaar op de faculteit Rechten terecht is gekomen, maar volgens haar familie was de richting wel op haar lijf geschreven. Ze studeerde af met onderscheiding en huwde kort daarna met een van haar medestudenten. Vanaf dan is ze zich op het huishouden en haar gezin gaan richten. De interesse voor Rechten is in de familie gebleven, met enkele prominente juristen als gevolg.
Het verhaal van Germaine Cox kwam naar boven naar aanleiding van een wedstrijd van Lean In, waarbij een rechtenalumna gekozen werd, waarvan een portret in De Valk zou verschijnen. Na meerdere verzoeken om de eerste vrouwelijke studente te nomineren, is Lean In op zoek gegaan naar wie dat was. Uiteindelijk behaalde Germaine Cox ook de meeste stemmen en werd haar portret tijdens het event voor 100 jaar vrouwen onthuld. Daarnaast werd er ook een ruimte in De Valk naar haar vernoemd.
De jaren 70
Marianne Thyssen was lang politiek actief voor CD&V. Het grootste deel van haar carrière speelde zich af op het Europese toneel: zo was ze tussen 2014 en 2019 Europees commissaris voor Werk, Sociale Zaken, Vaardigheden en Arbeidsmobiliteit ten tijde van Jean-Claude Juncker. Momenteel vervult ze de functie van voorzitter van de Raad van Bestuur van de KU Leuven.
In de tweede helft van de jaren 70 was Thyssen Rechtenstudent aan de KU Leuven. Een derde van haar jaargenoten was toen vrouw, in het huidig academiejaar zijn twee derden van de eerstejaarsstudenten Rechten vrouw. Daar zit volgens Thyssen een goede reden achter: 'Eind van de zeventiger jaren werd er terecht nog hard gewerkt aan "de emancipatie van de vrouw". In het recht, zeker waar het de (familiale) financiële belangen aanging, was er nog rechtstreekse discriminatie in de man-vrouw behandeling.'
'Ik zal niet tevreden zijn wanneer er evenveel witte mannen als witte vrouwen gewoon hoogleraar zijn'
Liesbet Stevens, professor seksueel strafrecht
Marianne Thyssen verliet de rechtenfaculteit niet onmiddellijk na haar afstuderen in 1979, maar werd assistent bij professor Raf Verstegen, docent Romeins Recht. Het onrecht in bepaalde takken van het recht deed haar overstappen naar Unizo: 'Een zelfstandige vrouw kon geen afgeleide rechten vestigen voor haar (ten laste zijnde of meewerkende) echtgenoot, tenzij via een belachelijke in de wet zelf georchestreerde fictieve constructie. Dit onrecht is finaal de aanleiding geworden voor mijn professionele overstap van de universiteit naar Unizo/Markant. In dit dossier wilde ik immers wat graag mijn Latijn steken.'
'In 1974 was er voor meisjes gelukkig geen probleem meer van toegang tot de faculteit. En ook bij mij thuis was gelijke behandeling de regel. Maar ik ben me er altijd van bewust gebleven dat vele generaties voor ons hiervoor hard hebben moeten knokken. Juridisch en maatschappelijk', concludeert Thyssen.
Vrouwelijke diplomaten
Hoe zit het vandaag op vlak van gendergelijkheid in een hoge functie? Sanderijn Duquet was in 2018 verbonden als diplomaat aan de Permanente Vertegenwoordiging van België bij de NAVO. Ze volgde er voor ons land de wapenbeheersingsdossiers, de inlichtingendiensten en EU-NAVO relaties op. Momenteel is ze adviseur bij staatssecretaris Sammy Mahdi.
Zij merkte nog steeds verschillen op tussen mannen en vrouwen aan de top: 'Hoewel ik zowel aan de universiteit als in diplomatieke kringen grote aantallen getalenteerde vrouwen leerde kennen, blijken mannen nog steeds oververtegenwoordigd in leidinggevende functies. Ook gezinsonvriendelijke praktijken – denk aan netwerkmomenten op uren waarop kinderen in bed of bad moeten – zijn nog stevig ingeburgerd.'
Brede diversiteit
Waar liggen de belangrijkste werkpunten dan op weg naar een meer gendergelijke academische wereld? Liesbet Stevens, doctor in de Rechten en tevens professor seksueel strafrecht, is daar zeer duidelijk over: 'Meer vrouwelijke hoogleraren. Punt. Sorry, maar daar moet echt een strijdpunt van gemaakt worden.' Sinds september 2014 is Stevens bovendien aan de slag als adjunct-directeur van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen.
Er bestaat zoiets als de implicit of unconscious bias. Die speelt een rol bij het verdelen van machtsposities, vertelt Stevens: 'Degenen onder ons die dat veranderd willen zien, mogen niet denken dat alle mannen die de top van de academische wereld bevolken 's ochtends opstaan met het stiekeme plan om zoveel mogelijk vrouwen te verhinderen dat ze zouden opklimmen op de academische ladder. Zo werkt het niet. Wat wel zo is, is dat mensen blinde vlekken kunnen hebben. Wat ze zelf hebben ervaren kennen ze wel, maar wat ze niet zelf hebben ervaren kennen ze niet.'
Diversiteit stopt natuurlijk niet bij mannen en vrouwen alleen. Het gaat veel breder dan dat, en ook op vlak van etniciteit of religie bijvoorbeeld ligt nog een uitdaging: 'Ik zal niet tevreden zijn wanneer er evenveel witte mannen als witte vrouwen gewoon hoogleraar zijn. Dan zijn we nog altijd niet goed bezig.'
'Sommige dingen zijn zichtbaarder dan andere natuurlijk, maar ook daarrond moet er een openheid zijn. Je verliest terrein waarop je kennis kunt uitbouwen als je al die levenservaringen niet meeneemt in het grote academische verhaal.'
Boodschap voor de toekomst
Lien Van de Kelder, ook oud-Rechtenstudente aan de KU Leuven, maar vooral bekend als actrice, voelde zich als student niet anders behandeld dan mannelijke studenten: 'De strijd die nodig was honderd jaar geleden voor vrouwen aan de universiteit heeft zijn vruchten afgeworpen. Ik denk dat de aandacht nu verschoven is naar andere groepen die gesteund moeten worden. Universiteiten zijn nog veel te wit. En iedereen moet zich goed voelen en thuis voelen aan de universiteit. Eigenlijk zou een universiteit of hogeschool een afspiegeling van de maatschappij moeten zijn en dat is nu niet het geval.'
De interviews met Marianne Thyssen, Sanderijn Duquet en Liesbet Stevens werden afgenomen door Lise van Den Eynde, en enkele fragmenten mochten gebruikt worden in dit artikel.