GETUIGENIS STUDENTEN IN OPNAME
'Het was pijnlijk om een patiënt te worden, maar de opname heeft mij enorm geholpen'
Studenten die worstelen met hun mentale gezondheid schreeuwen dat meestal niet van de daken. Twee studenten getuigen over hun tijd in opname.
Dit stuk bespreekt de thema's depressie, eetstoornis en suïcidale gedachten.
In opname voor een klinische depressie
Stef* werd opgenomen voor een zware klinische depressie nadat het in verschillende delen van zijn leven slecht was gelopen. 'Er waren al enige tijd pijlers in mijn leven aan het afbrokkelen: ik werd door mijn ouders in een studierichting gepusht die mij niet interesseerde en mijn thuissituatie was daardoor ook slecht. Aan het einde van het semester maakte mijn vriendin het uit en toen voelde het alsof er iets brak.'
'Ik kon mij op niets concentreren en sliep en at amper. Ik heb toen aan twee examens meegedaan, maar heb amper iets ingevuld.' Stef viel tien kilo af en besloot daarop om in therapie te gaan. 'Die therapiesessie was het hoogtepunt van mijn week: spreken met iemand die mij begreep en wist wat ik meemaakte. Ik telde de uren af tot ik ernaartoe kon.'
Maar Stefs situatie verslechterde en toen hij zijn ex-vriendin wilde opzoeken, brachten zijn ouders hem naar de spoedafdeling. 'Daar heb ik een nacht verbleven en dan ben ik in vrijwillige opname gegaan voor een zware klinische depressie.'
'De opname voelde als een oase van rust in een maatschappij die altijd maar vooruit wil'
Stef*
Omdat de studie hem niet interesseerde, had Stef niet veel moeite om zijn studies te onderbreken. 'Maar het suckte om niet meer tussen je vrienden te zitten: iedereen ging verder met zijn leven en intussen zat ik vast in mijn hoofd.' Al Stefs vrienden waren op de hoogte van de opname en kwamen vaak op bezoek. 'Ik werd niet vergeten, dat deed deugd.'
'Hoe uitzichtloos alles op het moment van de opname ook voelde, ik kijk heel positief terug op de opname.' Hoewel hij de eerste weken heel apatisch was, herinnert Stef zich vooral hoe rustgevend de opname was. 'Daarvoor probeerden mensen mij altijd op te beuren als ze hoorden dat het slecht met mij ging. Dan vertelden ze mij dat ik positiever moest denken. De opname voelde als een oase van rust in een maatschappij die altijd maar vooruit wil. Er was geen tijdsdruk om beter te worden: ik mocht mijn tijd nemen en focussen op mezelf.'
Aan de hand van gesprekken, creatieve therapie en medicatie leerde Stef om signalen van emoties vroeger te detecteren, om zichzelf af te leiden van wat hem naar beneden haalde en om de impact van negatieve gevoelens te verminderen.
'Ik merk het nu sneller op als er emoties op de achtergrond sluimeren'
Stef*
Er kwamen ook mensen op bezoek die Stef niet zo goed kende, maar die gelijkaardige dingen hadden meegemaakt en hun eigen moeilijkheden dan pas met hem deelden. 'Ik kreeg het gevoel dat ik er niet alleen voor stond, hoewel ik mijn herstel natuurlijk wel grotendeels zelf in handen had.' Stef zag verschillende personen opgenomen worden. Dat hielp om zijn eigen situatie te relativeren. Langzamerhand brak er toekomstperspectief door de apathie.
'Bij binnenkomst had de hoofdverpleegkundige mij verteld dat ik er beter uit zou komen. "Je gelooft mij nu misschien niet, maar ik ga je later vertellen dat ik het je gezegd had", vertelde ze. En inderdaad, toen ik na zeven weken vertrok, kon ze mij dat met een fonkel in haar ogen vertellen.'
Er werd Stef toen op het hart gedrukt dat het nog steeds lastig zou zijn, maar dat hij het traject nu thuis kon voortzetten. 'Ik ben dan teruggegaan naar de therapeut die ik kende van voor de opname en heb voor de rest van het academiejaar manueel werk gedaan in het bedrijfje van mijn ouders.' Het volgende jaar zou Stef starten in een studierichting die hem wel boeide.
En nu plukt Stef nog steeds de vruchten van zijn opname. 'Ik merk het sneller op wanneer er dingen op de achtergrond sluimeren.' Toen hij enkele maanden later merkte dat hij negatief evolueerde, is hij op eigen initiatief naar het studentengezondheidscentrum gestapt om kort therapie te volgen.
Ook de openheid van anderen tijdens zijn opname is hij nooit vergeten. 'Je sluit je vaak af wanneer het slecht gaat. Toch zijn er heel veel mensen die met gelijkaardige dingen worstelen maar er nooit over praten uit angst om op onbegrip te stuiten. Sindsdien vind ik dat alles bespreekbaar moet zijn en probeer ik er zelf open over te zijn, zodat anderen ook het gevoel hebben dat ze erover kunnen spreken.'
In opname voor een eetstoornis
In 2020, net na de eerste lockdown, stond Hannelore* voor het eerst op een wachtlijst voor een psychiatrische opname. Door een eetstoornis die al langer speelde, was ze die zomer heel diep gezakt. 'Ik at elke dag minder dan de dag ervoor. Een appel was al te veel.'
Maar op het moment dat ze opgenomen kon worden, ging het weer iets beter, waardoor Hannelore uiteindelijk haar plaats opgaf. In de zomer van 2021 herviel ze. 'Daarvoor had mijn eetstoornis mijn prestaties aan de universiteit nooit verstoord. Ik dacht ook dat mijn eetstoornis me hielp om gedisciplineerd te werken. Ik haalde hoge resultaten, maar in 2021 was ik echt op: mijn discipline was zelfdestructief en ik merkte aan de start van het nieuwe academiejaar dat ik niet kon opletten in de les.'
'Ik geloofde niet dat therapie mij kon helpen'
Hannelore*
Niets passioneerde mij nog: mijn eetstoornis nam me steeds meer af en daardoor geraakte ik er steeds meer in vast omdat ik niets anders meer had.' Na ernstige suïcidale gedachten is ze eind oktober dan in crisisopname gegaan.
'De crisisopname was een kantelpunt: voordien sloot ik me altijd van therapeuten af omdat ik niet geloofde dat therapie kon werken voor mij. Maar op dat moment moest ik kiezen om iets te ondernemen of om te blijven steken op het laagste punt waar ik al had gezeten.' Nog steeds weten niet veel mensen over die crisisopname: 'Er blijft wel wat schaamte rond hangen, omdat op dat moment al je zelfbeschikking uit handen wordt genomen. Dat was pijnlijk.'
Fysiek ging ze tijdens die periode ook achteruit: 'Als je moeite hebt met eten, wordt dat nog erger wanneer je uit je vertrouwde omgeving wordt gehaald. Ik werd daar niet behandeld voor een eetstoornis en werd dus ook niet verplicht om te eten. Maar eetstoornissen zijn sneaky en gemeen: het voelde als een uitdaging om niet te eten als ze mij er niet op controleerden.'
Door die crisisopname kon ze meteen op intakegesprek voor een lange opname, waarvoor ze dan op een wachtlijst werd gezet. De wachttijd liep lang op. 'Oorspronkelijk wilde ik in die tussenperiode verder studeren, maar het bleek te moeilijk om mij niet gewoon te laten gaan in mijn eetstoornis. Ik had het idee dat het daarna toch wel opgelost zou worden en wilde op een "perverse" manier ook bewijzen dat ik ziek genoeg was om opgenomen te worden.' Het ging steeds slechter, en uiteindelijk werd Hannelore in januari vervroegd opgenomen.
'Je moet je denkpatronen veranderen en je grenzen verleggen: het was elk moment van de dag hard werken'
Hannelore*
'In het begin wou ik gewoon weg: dat wil iedereen denk ik. Ik was gemotiveerd, maar je wordt zo uitgedaagd en bent fysiek nog heel zwak. Je moet al je denkpatronen veranderen en al je grenzen verleggen: het was elk moment van de dag enorm hard werken. Je moet iets heel fundamenteels opnieuw leren en dat maakt dat je je heel klein voelt.'
Tijdens de opname vroeg Hannelore maar af en toe bezoek van goede vrienden. 'Het is heel eigen aan depressies en eetstoornissen om niemand toe te laten. Maar als ik dan bezoek kreeg, was ik heel blij. Het was vermoeiend, maar ook een van de weinige momenten waarop ik contact had met de buitenwereld. Dat was dan een motivatie om door te zetten.'
Hannelore verbleef uiteindelijk tot eind maart in opname. 'Drie maanden zijn eigenlijk heel kort. Daarna moet er nog veel gebeuren, maar de opname was een goede start om weer structuur te krijgen in mijn eten.' Hoewel het haar afgeraden werd, besloot ze om in juni nog een paar examens af te leggen. 'Het motiveerde me om weer zelfbeschikking te hebben en te studeren. Ik heb altijd graag geleerd en het was voor mij waardevol om dicht bij de dingen te staan waarvoor ik het allemaal doe.'
Als Hannelore erop terugkijkt, denkt ze één ding: dat ze niet meer terug wil. 'Die opname heeft mij enorm geholpen, maar het is heel moeilijk om uit je vertrouwde omgeving weggehaald te worden om echt een patiënt te worden. Niet terug moeten gaan is nu al een motivatie op zich.'
'Ik weet nu dat je ambitieus kan zijn en hard kan werken op een manier die niet zelfdestructief is'
Hannelore*
Ze zou zichzelf nog niet 100% hersteld noemen, maar staat wel al ver. 'Ik heb nog steeds moeilijke momenten, maar ik weet nu dat ze zullen overgaan.' Ook voor haar academische prestaties heeft ze het nog moeilijk om haar perfectionisme los te laten. 'Maar ik kan er al beter mee om. Ik merk dat je ambitieus kan zijn en hard kan werken op een niet-destructieve manier als je voldoende eet en zorgt voor jezelf.'
Recent is Hannelores groepstherapie beëindigd, maar ze staat wel nog in nauw contact met haar diëtiste en ziet haar psychiater regelmatig. Als ze nu terugkijkt op haar denkpatronen toen ze heel diep zat, voelt dat bevreemdend: 'Ik was zo bang en blokkeerde volledig voor elke maaltijd, dat was pure error.'
*Stef en Hannelore zijn gefingeerde namen.