reportage> Volkse kroegen: Café Marengo
Het paard van Napoleon
In deze kroegentocht struinen we voor een keer niet de Tiensestraat door. We doen het wat verderop in de Diestsestraat en passeren vier volkse kroegen. Eerste halte: Café Marengo.
Het is donderdagnamiddag, drie uur, wanneer we ons met zijn drieën richting Café Marengo begeven. Daarnet regende het nog, intussen bevinden we ons in de vernieuwde drukte die de zon met zich meebracht. Café Marengo, dat is het café op de hoek, tegenover de Basic Fit. Het terras heeft wat weg van de voortent van een te grote caravan.
We zetten ons aan een tafeltje vlakbij de toog; een man doet een babbeltje met de barman. Naast ons geniet een bejaard koppel van een tas Royco Minute Soup en aan de deur zit een rossige Duitser met kruk, grijs kostuum en roze stropdas.
‘De Marengo’ is het soort café waar een grote pint nog evenveel kost als een kleine, en waar je nog voor de laatste slok gevraagd wordt naar het volgende rondje. De avondplaylist, gevuld met een rijk assortiment aan schlagers, begint hier overigens gewoon al in de namiddag te spelen. Een flukse heupbeweging van de barman krijg je er gratis bovenop.
'Hij zegt iets over veel muizen en zijn leeftijd'
Je moet even het ‘Leivese’ accent voorbij, daarna gaan de gesprekken vlot over en weer. ‘Mocht ik opnieuw gaan studeren, dan zou ik seksuologie doen’, vertrouwt de olijke, 62-jarige barman ons toe. ‘Of anders gynaecologie.’ Hij zegt nog iets over veel muizen en zijn leeftijd. Wij doen alsof we hem niet verstaan en bestellen nog een pint.
Het ‘gokmasjien’
Intussen is onze blik al enige tijd gevangen door de tijdloze pinballmachine in de donkere hoek van het café. ‘Ik speel er zelf ook geregeld mee - al veel geld op verloren’, aldus de oudere barman. Bijkomend probleem - het ding blijkt geen pinballmachine te zijn, maar een cryptisch apparaat dat euro’s inwisselt voor verwarring. Laat het een les zijn; voor je het weet, sta je hier op de poef.
Na verloop van tijd nemen twee jonge barmannen de rol over van hun oudere collega, wiens shift erop zit. Hij blijft nog wat na en zet zich op het terras met zijn vrouw en kinderen. Ze keuvelen wat. Wij verplaatsen ons naar een meer prominente plek aan de bar.
Zelf zeggen de nieuwe tappers broers te zijn - of dat waar is, durven we te betwijfelen. Plausibel is het wel - beiden zijn ze bedekt met tatoeages; van een derde broer, die een eigen tattoosalon heeft en graag oefent op zijn familieleden. De ‘mislukte tatoeage’ op de rug van de man krijgen we, ondanks de smeekbeden, niet te zien. Zonder het goed te beseffen bestellen we elk nog een grote pint.
'Meestal geven we twee waarschuwingen, dan moeten ze buiten'
Barman van de Marengo
Een waaiende boel
Een man naast ons aan de toog zit al een hele poos in stilte te drinken. ‘Hoegaarden’, antwoordt hij. Het wordt even stil - de man is op zijn hoede na onze toenadering. Een aantal lange tellen later buigt hij zich plots voorover en zegt: ‘In ‘99 ben ik vier maand klinisch dood geweest.’
Het verhaal dat hij vertelt is tragisch en niet helemaal coherent. De belangrijke dingen vangen we op; dat de helft van zijn hoofd uit titanium bestaat na een val van een legervoertuig en dat hij naar hier komt voor de muziek. Wanneer Flor, de bekendste Eddy Wally-imitator van Vlaanderen aan zijn numéro begint, fleurt hij dan ook op. Flor zingt zijn nieuwe single ‘laat de boel maar waaien’, de man danst vrolijk met de danspaal die we nu pas opmerken.
Geregeld sneuvelen hier kostbare, geribbelde Stellaglazen. ‘Meestal geven we twee waarschuwingen, dan moeten ze buiten’, vertelt de barman ons over lastige klanten. Net als wij zetten ook die dronkelappen hun kroegentocht op de Diestestraat voort. Ze vervolgen vaak met ‘De Jeeskesboom’ en ‘In De Toewip’ en eindigen hun avond weleens in ‘In Den Ouden Tijd’.
Bij het weggaan wenst iedereen ons hartelijk een fijne avond. ‘Jullie komen toch nog eens terug he?’