artikel> Vlaams partijlandschap verdeeld over studentenstemrecht
Geen student stemde ooit op Tobback (en dit is waarom)
De afgelopen maanden toonden verschillende Vlaamse politici zich voorstander van het studentenstemrecht voor gemeenten, maar de kans dat jij volgend jaar in Leuven kan stemmen blijft klein.
Over een paar maanden tijd zet de politieke draaimolen zich weer schrap voor mosselfeesten, bingo-avonden en buurtbarbecues in de strijd om de burgemeesterssjerp. Maar hoewel je wellicht dagelijks onder Tobbacks neus doorloopt, zal hij bitter weinig van je sentiment over niet-nadergenoemde eenrichtingsstraten merken.
Volgens het Vlaamse kiesdecreet wordt iedere burger geacht in de gemeente te stemmen waar hij gedomicilieerd staat en niet waar hij feitelijk verblijft. Voor de meeste studenten betekent dat dus bij moeder of vader thuis. Studenten leven dan ook vaak in een politiek vacuüm. Ze stemmen in een gemeente waarbij ze, naarmate hun studententijd vordert, steeds minder betrokken zijn. Om toch in hun studentenstad te kunnen stemmen, moeten ze zich vooralsnog domiciliëren, waardoor meteen ook hun kindergeld verloren gaat.
Onlogisch, meent alvast Leuvens schepen en toekomstig sp.a-lijsttrekker Mohammed Ridouani: ‘Ik beschouw studenten als inwoners van Leuven, ze verblijven hier toch de facto tien van de twaalf maanden. Ik vind dan ook dat ze hun stem mogen laten gelden in het lokale beleid. Het gaat namelijk om veiligheid, leefkwaliteit, mobiliteit, recreatie enzovoort; allemaal zaken die hen ook aanbelangen tijdens hun verblijf in Leuven.’
Praktische bezwaren
Toch zal een rood stadhuis er waarschijnlijk niet voor zorgen dat we in 2024 met z’n allen naar de Leuvense stembus trekken. Om de huidige regelgeving aan te passen moet het voorstel immers eerst langs het Vlaams Parlement passeren.
Daar loopt de N-VA van bevoegd minister Liesbeth Homans nu niet bepaald warm voor een aanpassing: ‘Het idee roept te veel inhoudelijke en praktische bezwaren op, bijvoorbeeld met betrekking tot het installeren van een vorm van registratie. Het valt volgens ons ook erg te betwijfelen dat de betrokkenheid van de studenten in hun studentenstad groter is dan in hun thuisstad. Zo verblijven studenten vaak zelfs geen 6 jaar, de duurtijd van een lokale bestuursperiode, in de studentenstad.’, reageert de minister bij monde van haar woordvoerder. Ook de CD&V laat het liever aan zich voorbijgaan. De christendemocraten staan sterk in de landelijke gemeentes en zien hun jongerenorganisaties dan ook niet graag leeglopen.
Draagvlak
Hun coalitiepartners van de Open-VLD zijn alvast een andere mening toegedaan. In het voorjaar dienden zij een conceptnota in bij de Commissie Bestuurszaken van het Vlaams Parlement. Dat voorstel zou nog voor de verkiezingen van 2018 in een aanpassing voorzien. ‘Er is wel degelijk een draagvlak. Zowel de studentensteden als de studenten zelf zien het stemrecht namelijk als een belangrijke sleutel om het democratisch en harmonieus samenleven in hun stad te bevorderen’, getuigt mede-opsteller Willem-Frederik Schiltz in de nota.
Hij baseert zich voor die uitspraak op een enquête van LOKO uit 2011. Hieruit blijkt dat zo’n drie vierde van de studenten te vinden is voor het voorstel. Concreet zou 35% van de studenten er dan voor kiezen in Leuven te stemmen in plaats van zijn thuisstad. Het zou in dat geval neerkomen op ongeveer 10 000 studenten extra op de huidige kiezerspopulatie van bijna 68 000. Geen maat voor niets dus.
Participatie
Dat de studenten meer bij het lokale beleid betrokken moeten worden, lijkt elke partij alvast te erkennen. Of dat dan ook via een stemrecht moet, valt te betwijfelen: ‘Het voordeel is dat studenten op deze manier veel meer interesse zullen tonen in het lokale beleid van hun studentenstad. Anderzijds is er ook wel een probleem op vlak van participatie’, zegt Mieck Vos, algemeen directeur bij de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG). ‘Doordat je de studenten, die vaak toch de grootste talenten binnen hun gemeente zijn, betrekt bij het beleid in hun studentenstad, zullen ze dat niet meer doen in hun eigen gemeente. Dat zorgt er natuurlijk voor dat het in de landelijke gemeenten nog moeilijker wordt om jonge mensen in de politiek te betrekken.’
Dat erkent ook minister Homans: ‘Gelet op de grote fluctuaties binnen de studentenpopulatie bestaat het risico dat na verloop van tijd bepaalde gemeenteraadszetels niet langer ingevuld geraken. Dat komt de lokale democratie ook niet ten goede.’ Ze is dus geen voorstander van studenten in de gemeenteraad.
Overleg
Stadsbesturen her en der investeren dan ook in andere manieren om studenten een stem te geven in het beleid van hun studentenstad. Leuven heeft zo een eigen schepen voor studentenzaken en het bestuur zet fel in op overleg met zowel de KU Leuven als overkoepelende studentenorganisatie LOKO.
‘Het stemrecht is uiteindelijk maar een unieke actie, eigenlijk zou het beter zijn als we continu onze mening kunnen geven. Daarom is het voor lokale bestuurders ook zo belangrijk steeds in contact te blijven met de gemeenschap’, aldus Vos. ‘Misschien is een constructieve dialoog met studenten dan ook beter dan het ietwat passieve stemrecht. Dat kan natuurlijk via verschillende kanalen en hoeft niet per se op fysieke wijze.’ Daar ligt volgens haar dan ook de grootste uitdaging: op een innovatieve manier burgers en zeker jongeren betrekken bij de politiek.
Opportunisme?
Critici verwijten de voorstanders alvast een bewuste strategie te hanteren. Grote pleitbezorgers Groen (dat onder meer in Gent al een tijdje voor het idee staat te springen), Open VLD en sp.a worden immers traditioneel gezien als partijen die beter bij de jeugd zouden liggen. Zij zouden zo een graantje kunnen meepikken van een jongere en progressievere generatie stemmers.
Ideologische ernst of electoraal opportunisme? Joris Boonen, politicoloog aan de KU Leuven, denkt dat eerste: ‘Je moet het eerder zien in het kader van een grotere betrokkenheid, participatie en dus verdere democratisering van besluitvorming in studentensteden. Dit zijn ook partijen die met ideologische argumenten het stemrecht voor 16-jarigen verdedigen: wie rechtstreeks de gevolgen ondervindt van een bepaalde politieke beslissing zou de kans moeten krijgen om daar mee over te beslissen.’
Bovendien zouden deze drie niet de enigen zijn die het goed doen bij de studenten. In een survey van professor Hooghe (KU Leuven) uit 2014 naar de voorkeuren van de studentenpopulatie zijn het de NV-A en Groen die bikkelen om de leidersplek hier in Leuven. Open VLD en CD&V houden goed stand. De sp.a? Die krijgt rake klappen en duikt onder de 10%.