reportage> Het jongste kind van 'Service Learning'
Experimenteel lesprogramma stuurt studenten naar de gevangenis
Wat is nu eigenlijk een rechtvaardige straf? Die vraag vormde de inzet van een uniek vak dat studenten en gedetineerden samenbracht.
Wat is nu eigenlijk een rechtvaardige straf? Vierentwintig studenten, twaalf van de KU Leuven en twaalf gedetineerden van de gevangenis Leuven-Centraal hielden zich een semester lang elke maandagavond met die vraag bezig in het kader van het unieke vak ‘Gevangenisstraf als doorleefde realiteit’. In het bijzijn van minister van justitie Koen Geens (CD&V) werd dinsdag (6 maart) de eindtekst van het vak voorgesteld en kregen de studenten ‘van binnen de muren’ hun officieel creditbewijs uit de handen van prof. Tine Baelmans, vicerector onderwijs. Enkele toespraken en een stuk taart vormden de afsluiter van wat voor zowel organisatoren als deelnemers een sprong in de diepte was – een sprong waar iedereen tevreden op terugkijkt.
Het vak, aan de universiteit gegeven onder de noemer ‘service learning’, werd georganiseerd door het Centrum voor Religie, Ethiek en Detentie, en vond logischerwijze plaats in de lokalen van de gevangenis. ‘Bezield door de geest van Socrates wilden we mensen met verschillende verhalen en perspectieven samenbrengen om op een intellectueel vrije manier na te denken over wat nu juist de criteria zijn om te kunnen spreken van een rechtvaardige straf’, aldus Pieter de Witte, één van de lesgevers, in zijn toespraak over de tekst. ‘Juist als het gaat over strafbeleid is het belangrijk dat iedereen zichzelf in vraag durft te stellen. Iedereen heeft vandaag direct een mening klaar, maar als het gaat over straf of strafuitvoering, is intellectuele bescheidenheid nodig.’
De studenten kregen telkens een halfuurtje les, waarna in groepen van zes – drie ‘van binnen’ en drie ‘van buiten’ – onder begeleiding van een moderator een aantal denkvragen werden aangesneden. Lectuur van artikels en het schrijven van drie reflectiepapers en een paper aan het einde van de lessenreeks moesten de studenten in staat stellen de leerstof te verwerken om uiteindelijk samen tot de aan de minister voorgestelde tekst te komen.
De teneur van die tekst is duidelijk: we moeten blijven nadenken over de gevangenisstraf. Is de gevangenisstraf de beste manier om vorm te geven aan het – terechte – ethische en maatschappelijke verlangen naar straf? Is de gevangenisstraf de beste manier om alle strafdoelen, waaronder een ‘vergeldende leedtoevoeging’, maar ook rehabilitatie en herstel van maatschappelijke relaties te realiseren? Een van de gedetineerden nam tijdens de korte plechtigheid het woord: ‘het is nu twee maanden geleden dat de lessen zijn afgerond, en er blijven alleen maar goede herinneringen bij ons achter. In de gevangenis weerklinkt vaak het woord ‘hoop’. Ik hoop nu, dat het resultaat van ons werk in de buitenwereld verspreid raakt, ik hoop dat de studenten er verder iets mee kunnen doen, en ik hoop dat de KU Leuven het project verder zet.’
Minister Geens, de laatste spreker van de avond, sluit zich bij de geest van de eindtekst aan, al maakt hij twee kanttekeningen, enerzijds de eeuwige budgettaire, anderzijds het moeilijke maatschappelijke klimaat: ‘Wat jullie hier vragen, ligt maatschappelijk zeer moeilijk. Mensen willen zwaardere straffen zien dan ooit. Een gevangenisstraf moet echter inderdaad een compromis zijn tussen enerzijds straffen en veiligheid garanderen, en anderzijds rehabilitatie. Wat wij samen moeten doen, is de samenleving ervan overtuigen dat mensen kunnen veranderen. Persoonlijk geloof ik dat.’
Ook bij de studenten, negen uit de opleiding criminologie, twee uit theologie en één uit wijsbegeerte niets dan positieve geluiden. Voor hen bood het project een unieke kans om de gevangeniswereld van binnenuit te leren kennen. Dat de sfeer dermate goed was, is voor een buitenstaander ergens onwezenlijk, maar op zich wel begrijpelijk. ‘Als je dertien weken lang samen les volgt, dan schept dat een band, welk verleden je ook meedraagt’, aldus één van de studenten. Velen betreuren dan ook dat het hier stopt: de deelnemers hebben ondertekend dat ze onder geen enkele vorm contact zullen houden. Het is echter duidelijk dat de rijkdom van het project dubbel is: enerzijds is het een interessant wetenschappelijk experiment, dat op een gefundeerde manier stof tot nadenken geeft, anderzijds bood het aan de deelnemers een verrijkende ervaring, omdat het samenbrengen van mensen met zo uiteenlopende verhalen en perspectieven leert wat het is, ondanks alles, om mens te zijn. Wordt hopelijk vervolgd.
De eindtekst kan geraadpleegd worden: https://www.vrijplaats.net/gevangenis/