artikel> Zes studenten vertellen over hun eerste maand aan de KU Leuven
Eerstejaars roeien met de riemen die ze hebben
Een jaar van je studententijd beleven in een wereldwijde pandemie is voor niemand ideaal. Een groep die in deze storm zeker niet uit het oog verloren mag worden, zijn de eerstejaarsstudenten.
De onthaaldagen zijn voorbij, de lange wachtrij aan de Acco is verdwenen en ook de eerste frietjes zijn verorberd. Een zin die vorig jaar rond deze tijd ook geschreven zou kunnen zijn. Maar vandaag is niet vorig jaar. Met haar digitale lessen, stickers in de aula en ontsmettingsgel zit het academiejaar in een coronaproof jasje. Nieuw voor iedereen, het nieuwst voor de eerstejaars. Maartje, Hanne, Robbe, Mart, Marie en Tim zijn starters en vertellen hoe hun eerste maand verliep.
Desondanks wordt 'Generatie corona' niet vergeten. Zij startten in code geel aan de KU Leuven en volgden even les in code oranje. Momenteel blijft iedereen weg uit de aula's tot 1 december. Daarna zou code oranje weer gelden voor de starters, terwijl ouderejaars hun semester waarschijnlijk afronden in een systeem van code rood.
'Thuis is er veel meer afleiding dan in een gesloten ruimte zoals een aula'
Tim, eerstejaarsstudent Lichamelijke Opvoeding
'Ik ben blij dat we in code geel zijn begonnen, dat viel goed mee. Het sociale aspect is daardoor goed gelopen', vertelt Robbe, eerstejaarsstudent Taal- en Letterkunde Duits - Engels. 'Ik kan nog naar vier van mijn negen lessen op de campus, dat is fijn.' Tim, student Lichamelijke Opvoeding en Bewegingswetenschappen volgt nog twaalf uur per week sport op zijn campus. En ook Marie, student Logopedische en Audiologische Wetenschappen, fietst nog regelmatig naar de les: 'We moeten ons enkel op voorhand inschrijven.'
Als de prof van huis is, danst de afleiding op tafel
De fysieke lessen zijn geliefd bij de eerstejaars: ''Echte' lessen zijn leuk', vertelt Marie. Ook Mart, eerstejaarsstudent Politieke Wetenschappen en Sociologie, deelt deze mening: 'Het nadeel is dat ik thuis sneller afhaak omdat je je laptop ook elk moment kan dichtslaan.' Belangrijk probleem is dus de daling in concentratie bij het lesvolgen achter je computer: 'Thuis is er veel meer afleiding dan in een gesloten ruimte zoals een aula', vult Tim aan.
Ondanks af en toe fysieke les, behoren die online lessen toch ook tot het 'nieuwe normaal' van de eerstejaarsstudent. 'Woensdag is mijn drukste dag. Dan heb ik les van 9 tot 18u, allemaal online', vertelt Maartje. Enkel op dinsdag wordt deze fotografiestudent op campus Narafi verwacht. Hanne, studente Sociale Readaptatiewetenschappen, zit in hetzelfde schuitje. Zij ziet haar studiegenoten enkel op vrijdag. 'Ik heb enkel op maandag twee uurtjes live les achter de pc gehad. De rest van de week bekijk ik opnames.'
Heimwee naar het ‘oude normaal’
Naast het volgen van lessen, ligt het studentenleven - met studentikoze activiteiten, fakfeestjes, dansen op de Oude Markt - stil. 'Handig is een stom woord, maar de situatie leent zich ertoe om meer te werken', vertelt Robbe. Hanne haalt een ander voordeel aan: 'Online opnames kan je herbekijken. Zo kan ik als ik iets niet begrijp, later de les opnieuw volgen.'
'Ik vind het fijn dat ik op kot nog sociale contacten heb'
Robbe, eerstejaarsstudent Taal-en Letterkunde
Dat alles neemt niet weg dat er ook gehunkerd wordt naar een 'oude', ongekende studententijd: 'Veel mensen praten over hoe leuk het vorig jaar was', zegt Robbe. Daarop vult Mart aan: 'Elke dag ziet er een beetje hetzelfde uit. Het is vooral jammer dat we het leuke deel van het studentenleven nu niet echt kunnen meemaken. We zitten voor de komende maanden achter ons bureau.'
Gezelligheid op kot
Ook het kotleven ziet er anders uit dan vorig jaar. Robbe, Hanne en Marie zitten op kot. 'Er is normaal gezien veel ambiance, maar dat is nu ook een heel stuk minder', vertelt Hanne. 'Toch mag ik mijn beide pollekes kussen met mijn kotgenoten. We helpen elkaar veel in deze periode, we hangen op een of andere manier wel aan elkaar.' Ook Robbe voelt zich thuis op kot: 'We eten veel samen of kijken naar De Slimste Mens. Ik vind het fijn dat ik op kot nog sociale contacten heb.'
Het samenleven op kot heeft ook zijn keerzijde: 'Vorige week is er iemand positief getest. Dat zorgde wel even voor chaos bij mij. Ik zit al een hele week zoveel mogelijk in mijn kamer. Mijn zus is een longpatiënt en ik ben heel waakzaam', vertelt Hanne.
'Het is erg moeilijk om mensen te leren kennen door de afstand in de aula’s en de mondmaskers'
Mart, studente Politieke Wetenschappen en Sociologie
Terwijl de ene studeert op kot, brengt de andere z’n tijd door thuis. Maartje woont in Leuven en vond het zelf niet de moeite om op kot te gaan. 'Ik wist dat ik geen hele dagen naar school ging moeten gaan. De afstand tussen Leuven en Brussel valt goed mee.' Dat vertelt ze terwijl ze gezelschap krijgt van haar geliefde viervoeter. Een extra voordeel aan Hotel Mama.
Vriendschap via Zoom
Leerstof verwerken en op kot zitten zijn één ding, maar in een tijd zoals deze nieuwe sociale contacten leggen in een stad waar je misschien nog niemand kende, is niet vanzelfsprekend. 'Het is erg moeilijk om mensen te leren kennen door de afstand in de aula’s en de mondmaskers. Bovendien is het niet gemakkelijk om de weinige contacten die er zijn te versterken, omdat er geen activiteiten buiten de lessen doorgaan’, vertelt Mart.
De kiem van een vriendschap werd in betere tijden vaak gelegd tijdens de lessen, maar die groeide zeker verder daarbuiten op café of door eens samen te koken op kot. Zulke zaken zijn nu verboden. Dat neemt niet weg dat er geen plannen gemaakt worden voor de toekomst: 'Er is al voorgesteld geweest om iets te gaan drinken of te gaan eten. Het moet nog omgezet worden in praktijk van zodra dat kan', vertelt Hanne over haar studiegenoten.
Opvangnetten werken
Zoals Veto in het begin van dit academiejaar schreef, zijn de mogelijkheden aan hulp voor eerstejaars zeer uitgebreid. Positief is dat in de meeste getuigenissen naar voren komt dat die opvangnetten ook gevonden en gebruikt worden. 'Ik heb wel echt het gevoel dat er veel aanspreekpunten zijn en dat je bij veel instanties terecht kunt. Je hebt het monitoraat, er zijn PAL-tutoren, de eerste bachelor werking is heel gemotiveerd en mijn meter en peter zijn ook heel tof', vertelt Robbe.
'Ik heb twee meters. We zijn iets gaan drinken toen dat nog mocht. Ze gaven tips en samenvattingen en dat is wel handig', zegt Marie. Maar het is niet omdat de hulp benut wordt dat eerstejaars zorgeloos door het leven gaan. Allen hopen ze op een betere toekomst als student: 'Ik ga knuffels geven aan iedereen en daarna ga ik met een grote groep mensen op café', klinkt Robbe, al mijmerend over de toekomst.