artikel> Een getuigenis over psychische gezondheid bij studenten
'Een zuchtje wind' - Johannes vertelt zijn verhaal
Johannes is een pseudoniem. Hij getuigt in het kader van de reeks 'de (on)macht van onze gedachten' over psychische gezondheid bij studenten.
Toen ik jong was, paste ik mezelf vaak aan voor anderen. Dat was leuk omdat je appreciatie kreeg en gezien werd als ‘de vriendelijke’ of ‘de empathische’.
Ook naar mijn studies toe ben ik nooit actief geweest voor mezelf. In het middelbaar was dat geen probleem, maar eens ik les kreeg in het hoger was het moeilijker en meer. Al in het tweede semester van mijn eerste jaar had ik al slechte momenten waarop ik gedachten kreeg als ‘het mag hier stoppen voor mij’. Uiteindelijk ben ik nog vlot door mijn examens geraakt en mocht ik door naar het tweede jaar.
Toen stelde ik alles veel meer uit en toen de examens eraan kwamen, had alles zich zo opgehoopt dat er geen beginnen meer aan was. Na een slechte week heb ik toen voor mezelf beslist: ik ga er een einde aan maken. Die beslissing zelf was moeilijk, maar eens die gemaakt was, ondervond ik een innerlijke rust.
Toen ik na een overdosis pillen nemen opnieuw wakker werd, ben ik naar de kust getrokken met het idee mij daar in het water te storten. Uiteindelijk heb ik beslist dat niet te doen en heb ik mijn ouders gebeld. Thuis werd ik opgevangen door een crisisteam en was er na enkele weken sprake om terug aan het tweede semester te beginnen. Na een maand ben ik weer moeten stoppen en ben ik een tijdje opgenomen geweest.
Het plan was om na de vakantie in september opnieuw te beginnen. Het eerste semester van dat jaar ging vrij vlot met goede examens, maar in het tweede semester ging het weer snel bergaf. Een taak die ik te lang liet liggen zorgde voor een sneeuwbaleffect en na alweer een slechte week stond ik op het dak van het
appartement van mijn grootouders.
Ik dacht dat het gemakkelijker zou gaan dan pillen, omdat je maar een stap hoeft te zetten. Ik hoopte toen op een zuchtje wind dat mij die laatste stap zou helpen te zetten. Het geloof dat mijn omgeving mij niet zou veroordelen omdat het niet goed gaat heeft mij toen tegengehouden.
Ik had toen ook al een vriend, waarvan ik wel wist dat ik bij hem terecht kon, maar ik wou daar geen gebruik van maken. Ik heb het toen aan hem verteld en heb toen een van de weinige keren echt gehuild, vooral omdat je moet toegeven aan je zwakte. Ik vond het ook erg dat ik toen moest toegeven: ‘Jij bent eigenlijk niet genoeg om mij te doen leven.’
Ik ben nu al meerdere keren opgenomen geweest, maar dat heeft me nog niet fundamenteel geholpen. Ik heb recent beseft dat er nooit een moment van rust zal zijn, er is altijd wel iets wat je nog moet doen. Ik kan er nu al wat beter mee omgaan, maar ik denk dat ik altijd met zelfmoordgedachten te kampen zal hebben.
Zelf hulp nodig?
Bel 106 of surf naar tele-onthaal.be.
Bel 1813 of surf naar zelfmoord1813.be.
Het studentengezondheidscentrum van de KU Leuven kan je bereiken op 016/32.44.20 tijdens de werkuren.