artikel> KU Leuven wil af van haar elitaire imago met nieuw beleidsplan diversiteit
Een prestigieuze én inclusieve universiteit: weg van het ‘plaatje’
Vorige week stelde de dienst Diversiteit van de KU Leuven haar nieuwe beleidsplan voor. Een brede notie van diversiteit en een bijhorende focus op inclusie springen daarbij in het oog.
‘Onze samenleving ondergaat aanzienlijke veranderingen die niet zonder impact blijven.’ Zo opent het nieuwe beleids- en actieplan van de KU Leuven. Met die veranderingen doelt men op zaken als globalisering, maar ook bijvoorbeeld de evolutie naar een langere levensduur en loopbaan, die leiden tot meer complexe vormen van diversiteit. Die hoopt de universiteit nu met het nieuwe plan op een inclusieve manier te verwelkomen. Diversiteit blijft daarbij niet beperkt tot migratieachtergrond of gender, maar duidt op een ‘veelheid van heterogene identiteiten en groepen’ op vlak van etniciteit, migratieachtergrond, culturele en religieuze achtergronden enzovoorts.
Inclusief en gericht
Bevoegd vicerector Chantal Van Audenhove licht toe: ‘We willen mensen vandaag niet meer vastpinnen op één kenmerk. Dat is voorbijgestreefd en werkt stereotypie in de hand.’ Het beleidsplan verwijst naar het begrip ‘superdiversiteit’, dat duidt op een samenleving waarin het onderscheid tussen een dominante en minderheidsgroepen niet langer opgaat. ‘Sommige mensen behoren tot meerdere doelgroepen’, voegt de vicerector toe ‘en vallen daardoor tussen wal en schip.’ Een inclusieve gemeenschap respecteert ieder individu in zijn persoonlijke mix van kenmerken en probeert ervoor te zorgen dat hij zich thuis voelt op de universiteit en zijn talenten maximaal kan ontwikkelen. De universiteit wil openheid creëren en gaat in tegen hokjesdenken. Dat gaat samen met een positieve benadering: diversiteit maakt kracht.
'Je zou zo’n plan kunnen schrijven door achter je bureau te zitten en boeken te lezen en vervolgens als expert een plan te schrijven, maar zo gaat het niet werken'
Chantal Van Audenhove, vicerector
Al betekent dat niet dat je alles op één hoop mag gooien, geeft de vicerector toe. Een beleid gericht op specifieke noden blijft behouden: ‘De KU Leuven heeft een jarenlange reputatie opgebouwd door voor specifieke doelgroepen, bijvoorbeeld mensen met bepaalde functiebeperkingen, een heel sterk aanbod te doen. Dat gaan we nu niet overboord gooien.’
Totstandkoming
‘Je zou zo’n plan kunnen schrijven door achter je bureau te zitten en boeken te lezen en vervolgens als expert een plan te schrijven, maar zo gaat het niet werken’, weet de vicerector. ‘De bedoeling van een plan, vooral een beleidsplan, is dat het draagvlak heeft en aansluit bij wat belangrijke stakeholders nodig hebben.’ Die stakeholders zijn aan de universiteit de student, het personeel en de samenleving. Om de grote noden op te sporen, is men vertrokken van cijfers over instroom, doorstroom en uitstroom.
De ontwerpteksten werden vervolgens voorgelegd aan expertenpanels, waarbij ook de studenten via Stura en LOKO betrokken werden. Op basis van kritische beschouwingen zijn aanpassingen gemaakt. ‘Al kan je natuurlijk niet iedereen volgen, want dan kom je niet tot een coherente tekst.’ Ten slotte is het ontwerp doorheen de officiële kanalen gegaan: het GeBu, de Academische Raad, Raad van Bestuur, etc. De vicerector heeft ook gekeken naar wat er al universiteitsbreed aanwezig was: ‘Als nieuwe vicerector stelde ik vast dat er op vele plaatsen al zeer veel gebeurt rond inclusie. En vanaf nu willen we dus die initiatieven versterken door samenwerking en wederzijdse uitwisseling, eerder dan door nieuwe initiatieven op te starten. Door overleg hebben we besloten te werken met hefbomen.’
'Wat me sterk opvalt, is dat het academische milieu sterk focust op individuele prestaties terwijl we in de samenleving vooral nood hebben aan teamspelers'
Chantal Van Audenhove, vicerector
Tien hefbomen
In tien hefbomen brengt de universiteit bestaande en toekomstige initiatieven onder die meer openheid naar diversiteit moeten garanderen. Een concreet voorbeeld van een initiatief dat in 2019 ontwikkeld zal worden, is Leuven MyFuture, een pre-academisch programma dat de drempel naar de universiteit wil verlagen voor studenten die wel het potentieel hebben tot hoger onderwijs, maar weinig vertrouwd zijn met een academische cultuur.
Opvallend is ook hefboom negen, die interne en externe communicatie betreft. Daar lezen we: ‘KU Leuven staat hoog in de internationale rankings. Het imago van een uiterst kwaliteitsvolle onderwijsinstelling gaat evenwel gepaard met labels als moeilijk, elitair en weinig divers.’ Daartegenover wil men onder meer feitelijke diversiteit en een open en internationale leefomgeving profileren. Een snelle vergelijking met de website van de UGent leert dat de KU Leuven in die profilering inderdaad een tandje bij mag steken: terwijl de KU Leuven op haar website haar ‘internationale uitstraling’ en ‘innovatieve onderzoek’ aanprijst – terecht, maar evenwel zonder oog voor inclusie –, stelt de UGent zich voor als ‘open, sociaal geëngageerd en pluralistisch’.
De talentgerichte benadering die men tegenover het elitaire imago zet, ‘waar iedereen tot het beste van zichzelf gebracht wordt’, moet misschien ook nog meer het collectieve benadrukken. De vicerector beaamt dat: ‘Wat me sterk opvalt, is dat het academische milieu sterk focust op individuele prestaties terwijl we in de samenleving vooral nood hebben aan teamspelers.’
De kracht van verandering
Dat alles neemt niet weg dat zaken veranderen: ‘Dat zie je bijvoorbeeld aan de stemmen die opgaan als men in de rechtenfaculteit nieuwe beelden van enkel mannen toevoegt. Daar zou men zich vroeger minder over geërgerd hebben.’ Sommige harde initiatieven lijkt de vicerector niet te ondersteunen: ‘Moeten we voor de lesinhouden van professoren echt naar een nieuw, extra controlesysteem? We moeten opletten dat we professoren daarmee niet onder constante druk gaan zetten, want de werkdruk is al zeer hoog.’
'Nu is de tijd van het plannen en beleid afgelopen. Nu moeten we het realiseren'
Chantal Van Audenhove, vicerector
Ook het woord ‘quota’ valt niet in de beleidstekst: ‘Het kan contraproductief werken. Je zet mensen in een rol waar ze misschien niet de competentie voor hebben. Dan bevestig je het negatieve vooroordeel dat er al is.’ Helemaal uitsluiten wil de vicerector die alternatieve wegen echter ook niet: ‘Anderzijds is het natuurlijk wel zo dat quota ervoor zorgen dat je meer aandacht hebt voor de problematieken van bijvoorbeeld discriminatie en vooroordeel.’ Door in raden van bestuur bijvoorbeeld systematisch op zoek te gaan naar een goed genderevenwicht, ontwikkel je competenties waar je anders de kans niet toe krijgt, wat zonder die quota minder evident is. ‘Het plan is zeker niet in rots gebeiteld.’
Lange weg
En inderdaad zijn er zelfs doorheen alle controlemomenten nog verwoordingen waaraan gesleuteld kan worden: ‘studenten die om andere redenen niet in het plaatje passen’ lijkt te veronderstellen dat er een plaatje is. Het toont hoe gemakkelijk impliciete vooronderstellingen ons denken binnensluipen, en welke weg nog is af te leggen. De vicerector bevestigt: ‘Je betrapt de tekst daar op het feit dat we nog altijd zo denken. Dat is natuurlijk niet de bedoeling. Er zijn nog steeds professoren aan de KU Leuven die het moeilijk hebben met studenten die faciliteiten nodig hebben. We zijn er echt nog niet.’
Maar in het algemeen: tijd voor actie dus. ‘Nu is de tijd van het plannen en beleid afgelopen. Nu moeten we het realiseren.’ En dat is de echte klus: een genuanceerd denken en spreken over diversiteit is een noodzakelijk begin, maar beleid laat zich pas echt positief gelden als ze structurele zaken realiseert. ‘In juni 2019 doen we een eerste evaluatie, om bij te sturen op basis van wat werkt en wat niet.’ Inclusiviteit is een werkwoord; wordt vervolgd.