NAVRAAG WALTER PAULI
'Een negatief stuk brengt applaus met zich mee, een positief stuk lange gezichten'
Oud-vetoraan en gerenommeerd Knack-redacteur Walter Pauli blikt terug én vooruit op zijn carrière, en dat op de plaats waar zijn journalistieke pen destijds werd aangescherpt. 'Pas als je een positief stuk over een politicus hebt geschreven, weet je hoe de Wetstraat in elkaar zit.'
'Hier heb ik mijn slechte manieren geleerd', lacht Walter Pauli wanneer hij ietwat verward en buiten adem de redactie binnenkomt en rond zich heen kijkt. 'Toen deden we steeds nachtjes door om elke week weer een Veto in elkaar te steken. Het was de bedoeling dat we klaar waren om twee of drie uur 's nachts, maar dat werd vaak zes uur ‘s ochtends.'
Afgestudeerd in Oude Geschiedenis, schrijft Pauli al jaren over politiek en maatschappij. Hij staat vandaag bekend als wetstraatwatcher met het beste geheugen, eerst bij De Morgen – achtereenvolgens als politiek journalist, chef sport en adjunct-hoofdredacteur – en nu bij Knack. Gedurende jaargang 14 tot en met 19 van jouw favoriete studentenblad was Pauli echter nog vast redactielid. Jaargang 16 bracht hij daarbovenop tot een goed einde als redactiesecretaris.
Eerst leerde hij als stafmedewerker bij de Sociale Raad (nu geïntegreerd in LOKO) sociale dossiers kennen, waarna hij bij Veto werd binnengetrokken om er dan ook maar meteen over die dossiers te schrijven en nieuws te maken. 'Ik merkte al snel dat dat schrijven mij heel erg lag', en zo geschiedde.
Heeft Veto voor u de doorslag gegeven om journalist te worden?
Walter Pauli: 'Veto was destijds voornamelijk een sociaal engagement voor mij. Net zoals ik daarnaast ook chiroleider was bijvoorbeeld. De rest kwam later pas.'
'In 1992 werd ik door De Morgen opgebeld met de boodschap: "Wij hebben uw stukken voor Veto gelezen. Wilt u niet eens komen praten?" Dat ging toen voornamelijk over mijn stukken die ik over de NSV en extreemrechts schreef. Ik ben dus van mijn bureau bij Veto rechtstreeks achter mijn bureau bij De Morgen gevlogen. Maar ik heb me niet bij Veto aangesloten met die uitkomst in het achterhoofd.'
Plukt u nog steeds de vruchten van uw tijd bij Veto in uw professionele leven?
'Niet alleen in mijn professionele leven. (lacht) Ik leerde hier ook mijn vrouw Ria Vandermaesen kennen. Zij was gedurende jaargang 19 redactiesecretaris en verantwoordelijke uitgever.'
'Onze redactie was altijd zeer streng voor elkaar: feedback was een vaste waarde binnen Veto. Dat is natuurlijk tricky, want als je zelf kritiek levert, moet je die ook kunnen slikken van een ander. Ik vond dat ik daardoor voorsprong had op mijn collega's bij De Morgen. Dat heb ik aan Veto's feedbackcultuur te danken.'
'Een artikel is geen gedicht, en dus ook geen individuele expressie'
'Daar konden de De Morgen-redactie of Knack-redactie nog heel wat van leren. Tijdens een van mijn eerste redactievergaderingen bij Knack, vielen ze bijna van hun stoel toen ik kritiek leverde op iemands artikel. Dat waren ze daar duidelijk niet gewoon van elkaar.'
'Zo moet je bijvoorbeeld ook leren omgaan met eindredactie. Als je gaat zeuren over elke letter die veranderd wordt, dan kan je niks komen doen op een redactie. Een artikel is geen gedicht, en dus ook geen individuele expressie.'
U was adjunct-hoofdredacteur gedurende de ontslagronde van 2009 bij De Morgen, en moest enkele maanden in overlevingsmodus gaan omdat er zoveel mensen uit onvrede ontslag namen. Wat dreef u toen voort om verder te gaan, en ook geen ontslag te nemen?
'Dat was het slechtste jaar van mijn leven. Ik zag De Morgen deels als een eigen journalistiek project.'
'Toen ik pas bij De Morgen werkte, was er een oorlog aan de gang tussen De Morgen en enkele proffen van de KU Leuven. Die proffen hadden het boek Wegwijs gezondheid geschreven, waarin ze verkondigden dat homoseksualiteit een ziekte was. Dat boek werd door het Davidsfonds uitgegeven. Wij waren toen de enigen die onze kritische pen boven durfden te halen. Het gaat me om zo'n soort zaken.'
Vaak staan we als lezers niet stil bij de interne politiek van een mediabedrijf. Onderschatten we die?
'Naast externe spanningen zal je ook altijd wat interne botsingen hebben. Intern heb je meestal drie soorten discussies: politiek-inhoudelijke spanningen, menselijke spanningen en organisatorische spanningen. Al heb ik intern nooit iemand geweten die Veto kapot wilde krijgen. Extern daarentegen...'
'Destijds werd Veto bijvoorbeeld voortdurend belaagd door KVHV en NSV. Die kwamen in onze gangen betogen en de boel bezetten. Zo heb ik Bart de Wever hier ooit letterlijk en figuurlijk buitengesmeten. Alle relschoppers hadden zich verkleed die dag. Een van hen - De Wever dus - was verkleed als politieman en zat in een winkelkarretje. Ik heb de deur vervolgens wagenwijd opengezet en hem met zijn klikken, klakken én karren naar buiten gereden. Dat stond de dag erna natuurlijk in geuren en kleuren in het blaadje van de KVHV. Ik had toen al enige reputatie. Pas jaren later vernam ik dat het Bart De Wever was, die ik destijds had buitengesmeten.'
'Ook de nodige rock-'n-roll was bij Veto te vinden'
'Ik herinner me ook nog de rellen tussen Bart Somers en Veto. Bart Somers was op dat moment sociaal afgevaardigde van Rechten en ik zat destijds nog in de Sociale Raad. Zijn gelijkgezinden hebben de jaren erna Veto proberen met de grond gelijk te maken. Ons onafhankelijke blad moest en zou een partijblad worden. Dat is netjes tegengehouden. Een beetje rock-'n-roll kon je bij Veto dus ook wel vinden.'
In Knack deinsde u niet terug om man en paard te noemen in de zaak-Rousseau. Daarbij noemde u als enige de rol van enkele journalisten die te actief zouden hebben samengewerkt met het gerecht. Is de zaak-Rousseau een van die momenten waarbij duidelijk wordt hoe media niet meer aarzelen om het over het privéleven van politici te hebben?
'De weerstand is inderdaad kleiner geworden om het over het privéleven van politici te hebben. Als het privéleven politiek relevant is, kan het, vind ik. Maar sla eens een week voor de verkiezingen een Dag Allemaal open…'
'Ik ben even streng geweest voor Conner Rousseau als voor de rol die de media in dit proces vervulden. Af en toe geef je complimenten en af en toe verwijten, maar je moet een rechte rug proberen te houden. Tegenover jezelf, maar ook tegenover anderen.'
'Het is net dapper om af en toe een positief stuk over iemand te schrijven. Pas dan weet je hoe de Wetstraat in elkaar zit. Ik schreef vorige week nog een kritisch opiniestuk over Paul Van Tigchelt. Velen vonden dat een geweldig stuk, behalve enkele liberalen die zich aan elkaar hebben vastgeklampt. Dan krijg je snel applaus, maar als je over iemand iets goed schrijft, zijn er meer lange gezichten.'
Gebeurt het soms dat journalisten een bepaald stuk niet brengen omdat het een politicus positief zou kunnen belichten?
'Als het nodig is, moet je het schrijven, die verantwoordelijkheid heb je wel als journalist. Het wantrouwen in de instellingen is nog nooit zo groot geweest. Tijdens de verzuiling schreef iedereen voor zijn eigen club en was de kritische houding de moeilijkste, maar vandaag is dat omgekeerd. De gemakkelijkste modus als journalist is de kritische. Indien iets goed is, mag dat ook worden gezegd.'
'Natuurlijk moet je ook van gedachten kunnen veranderen. Het is niet omdat een politicus morgen iets goed doet, dat dat overmorgen opnieuw het geval is. Zo heb ik al eens een zeer positief artikel geschreven over Zuhal Demir, maar ook al heel wat kritische artikels.'
Kijkt u na al die jaren nog naar de leescijfers van uw artikelen?
'Die worden tegenwoordig zachtjes onder onze neus geduwd op redactievergaderingen.' (lacht)
Maar u verandert uw artikelen of uw selectie in nieuws niet vanwege slechte leescijfers, bijvoorbeeld?
'Er kunnen zoveel redenen schuilgaan achter een slecht gelezen stuk. Ik heb een zeer getalenteerde collega die zegt: "Ik weet perfect welke stukken van mij de top vijf zullen halen." Die neemt dan ook bij voorkeur enkel dat soort artikelen aan op de vergadering.' (lacht)
'Ik heb redacties altijd met voetbalploegen vergeleken. Je moet natuurlijk goed zijn in je job, maar je moet ook tevreden kunnen zijn als de andere scoort. Wanneer je alleen maar content kan zijn als je zelf de goals maakt, heb je een probleem en zet je je eigen model onder druk. Dan ga je voor het eigen gewin.'
In juni zullen meer dan 500.000 Vlaamse en Brusselse jongeren voor het eerst gaan stemmen. Hoe bereik je die first time voters? Het zijn er nog nooit zoveel geweest als nu.
'Moeizaam, of mag ik dat niet zeggen? (lacht) Ze zijn heel moeilijk te pakken te krijgen. Zeker als je de zestienjarigen meerekent die in 2024 voor de Europese verkiezingen mogen gaan stemmen.'
'Ik probeerde de strategie van Bart De Wever uit te leggen aan de hand van Look What You Made Me Do van Taylor Swift'
'Wij proberen jongeren vooral te bereiken door ons in hun leefwereld in te leven, in te zetten op sociale media en meer met beeld te werken. Daar helpen onze jonge redactieleden mee. Een goed voorbeeld is misschien dat ik de strategie van Bart De Wever heb proberen uit te leggen aan de hand van een songtekst van Taylor Swift: Look What You Made Me Do.'
Toen Sammy Mahdi zijn beruchte TikTok-filmpje postte waarin hij fulmineerde tegen de 'werkstrafjes' voor de Reuzegommers, oogstte hij verontwaardiging bij ouderen, maar lof bij de meeste jongeren. Als je enkel de commentatoren leest, ben je daar niet van op de hoogte natuurlijk.
'Wanneer het lijkt alsof iets voor de hand ligt, moet je altijd eens naar de andere kant gaan kijken. De kans is groot dat je dan op iets verrassend interessants stoot. Soms kan je in groepen terechtkomen waarin iedereen elkaar napraat.'
'Je moet tegen de druk kunnen van je "peer group", in mijn geval op Twitter. Dat kan heel fijn zijn; je staat in rechtstreeks contact met professoren of advocaten. Dan verval je echter dikwijls in een soort van consensusnetwerken. Met een bepaalde uitspraak kan je heel wat likes verzamelen, maar daar moet je geweldig mee oppassen.'
Dan begin je te hengelen naar likes?
'Oooh, vijftien likes.' (lacht)
Over sociale media gesproken: houden kranten en magazines nog te krampachtig vast aan papier?
'Die verschuiving van papier naar online is onvermijdelijk. Jullie kijken alleszins al in de goede richting. In mijn tijd was Veto een weekblad, nu brengen jullie tweewekelijks een papieren editie uit en ligt de klemtoon al wat meer op online publicatie. Mocht ik het voor het zeggen hebben, mits de middelen en de mankracht, zou ik voornamelijk op online inzetten en pakweg een keer per maand met een papieren uitgave uitpakken.'
'Al heb ik bij die omschakeling aanvankelijk stevig gevloekt. Ik vond er niets aan: "Wat is dat nu voor iets, lukt het jullie niet meer ofwat?" Maar als ik dan kijk naar de huidige inrichting van het academiejaar, begrijp ik jullie beslissing nog wat beter.'
'Als je het reeds vijftig jaar hebt kunnen volhouden, moet nog eens vijftig jaar wel lukken'
'Ik merk dat een krant of magazine nog altijd zijn charmes heeft en zeker goed werkt voor die extra's op vlak van grafische vormgeving. Een mooie lay-out doet nog steeds wonderen. Die van jullie ziet er nu trouwens stukken beter uit dan die van ons dertig jaar geleden. En wij vonden toen al dat onze lay-out er beter uitzag dan ooit.'
Veto viert binnenkort zijn vijftigste verjaardag, zal ons studentenblad er over vijftig jaar ook nog zijn?
'Ik hoop het. Als je het reeds vijftig jaar hebt kunnen volhouden, moet nog eens vijftig jaar wel lukken.' (lacht)
Tot slot. Klopt het dat u uw huwelijksfoto's voor Veto’s redactie maakte?
'De ouders van mijn vrouw hadden ons een fotosessie van een huwelijksfotograaf cadeau gedaan. We zijn gewoon op het stadhuis getrouwd, en de typische locatie voor dergelijke foto's was dan het Begijnhof of het Arenbergkasteel, maar daar hadden we niet zoveel zin in.'
'Toen zei Ria: "Weet ge wat, we trekken ze wel aan de 's-Meiersstraat (huisnummer 5, de locatie van Veto's redactie, red.). (lacht) Als er één plek is die symbolisch aanvoelt voor ons, is het wel de redactie van Veto.'