artikel> Reeks: studeren met een auditieve functiebeperking
Een geluidloze taalbarrière
De meeste studenten ontdekken leerstof in de hoorcolleges. Toch zijn er studenten die even goed hun weg tot de leerstof vinden, waarbij dat 'hoor'-gedeelte minder vanzelfsprekend is.
Vorig jaar studeerden er 24 studenten met een auditieve functiebeperking aan de KU Leuven. Dat is de kleinste groep die we in de reeks ‘studeren met een functiebeperking’ onder de loep nemen. Het studentenaantal is zelfs lager dan de helft van de tweede kleinste groep (studenten met een visuele functiebeperking).
Sommige studenten met een auditieve beperking groeien echter niet op met onze universitaire voertaal, het Nederlands, maar met een taal die lang als 'minderwaardig' werd afgedaan, namelijk gebarentaal. Anderen beheersen het Nederlands vloeiend, maar hebben dan weer nood aan andere tegemoetkomingen, of misschien gewoon een mentaliteitsverandering.
Faciliteiten voor auditieve problemen
Studenten die zich met een auditieve functiebeperking aan de universiteit inschrijven, kunnen uiteenlopende profielen hebben. Zo zijn er studenten die volledig doof zijn, maar ook slechthorenden of jongeren met sterke tinnitus.
De Cel Studeren met een Functiebeperking wil deze jongeren een volwaardige toegang bieden tot de academische wereld. De belangrijkste faciliteiten die op die manier mogelijk zijn, willen de talige problemen overbruggen. Zo kunnen studenten gebruik maken van schrijftolken. ‘Dat zijn jobstudenten, die minstens een bachelordiploma hebben gehaald en naast de student in de les zitten om alles op te schrijven’, vertelt Evelien Ameloot, zorgcoördinator aan de KU Leuven.
Wouter David is een masterstudent burgerlijk ingenieur die volledig doof geboren werd. Een cochleair implantaat (dat geluid omzet in elektrische pulsen die de gehoorzenuw in het slakkenhuis stimuleren, red.) stelt hem in staat om te kunnen horen. ‘Ik gebruik een schrijftolk. Dat is vooral bij talige vakken echt noodzakelijk. Veel mensen denken dat je met een implantaat perfect kan horen, maar dat is nog steeds erg robotachtig en luisteren blijft enorm intensief en vermoeiend.’
‘Lang werd de gebarentaal onderdrukt en niet erkend als een volwaardige taal, met als gevolg dat ze in veel contexten niet gebruikt werd’
Eline Demey, medewerker bij Fevlado
Momenteel is er echter een tekort aan schrijftolken, en Wouter moet het nu voor bepaalde vakken zonder stellen. ‘Vooral bij erg technische vakken of colleges die in het Engels gegeven worden, is het soms moeilijk om schrijftolken te vinden.’
Een volwaardige taal: gebarentaal
Voor studenten die volledig doof zijn is er ook nood aan een gebarentolk. Sinds vorig academiejaar hebben studenten voor 100% van de lestijden recht op tolkuren. ‘In de praktijk lukt dat meestal niet’, vertelt Eline Demey van Fevlado (De Federatie van de Vlaamse Dovenorganisaties). ‘Er is een tekort aan tolken, en dan vooral aan tolken op universitair niveau.’
‘Met een gebarentolk kan je ook niet alle informatie oppikken, aangezien gebarentaal niet alle woorden, en dan zeker geen specifiek vakjargon, kan vertalen’, beaamt Wouter. De Vlaamse gebarentaal werd pas in 2006 erkend door het Vlaamse Parlement en volgens Eline Demey verklaart dat het tekort aan woordenschat. ‘Lang werd de gebarentaal onderdrukt en niet erkend als een volwaardige taal, met als gevolg dat ze in veel contexten niet gebruikt werd.’
Nederlands als vreemde taal
Sommige studenten met een auditieve functiebeperking groeien op met gebarentaal. Dat betekent dat Nederlands eigenlijk niet hun moedertaal is, maar een tweede taal. Dat zorgt ervoor dat niet enkel het luisteren naar Nederlandse taal moeilijk kan zijn, maar ook zelf schrijven of spreken problemen kan opleveren. ‘Doven en slechthorenden hebben veel meer moeite met taalontwikkeling en papers schrijven is echt al een hoger niveau’, vertelt Wouter.
‘Ik heb twee jaar geschiedenis gestudeerd en al de theoretische vakken gingen goed, maar het schrijven van papers ging zo moeilijk dat ik moest stoppen’, voegt Vincent Deldime daaraan toe. Ook Wouter geeft aan dat hij, nadat hij vlot tot in zijn master burgerlijk ingenieur raakte, bang is voor zijn masterpaper.
Voor jongeren die opgroeien met gebarentaal, en het Nederlands pas later leren, zijn papers vaak moeilijker. ‘Lang is er een discussie geweest over hoe je dove jongeren het beste opleidt. Of je dat in gebarentaal doet, zodat ze zich beter zouden kunnen ontwikkelen en uitdrukken. Of dat je hen zoveel mogelijk gesproken taal aanleert, zodat je hen klaarstoomt voor de maatschappij’, vertelt Patrick Devlieger, professor Antropologie of Disabilities aan de KU Leuven.
'Al de theoretische vakken gingen goed, maar papers schrijven ging zo moeilijk dat ik moest stoppen'
Vincent Deldime, dove student
Een gesproken Nederlandse leeromgeving
Aan de universiteit worden we omgeven door de gesproken Nederlandse taal. Waar lager onderwijs soms zoekt naar bilinguaal onderwijs, lijkt dat op universitair niveau niet haalbaar. Er is maar één universiteit in de hele wereld die dovenonderwijs biedt, namelijk Gallaudet University in Washington.
‘Gebarentaal is zeker een volwaardige taal, maar het is een visuele taal’, vertelt Patrick Devlieger. ‘Het is misschien onmogelijk om alle professoren gebarentaal aan te leren, maar het is wel mogelijk om stof ook veel meer visueel voor te stellen’, vertelt professor Devlieger. ‘Dove studenten leven veeleer in een visuele wereld.'
Dat zou ook in de ideologie van de KU Leuven passen, die het Universal Design for Learning wil nastreven.
Dat model benadrukt dat je onderwijsmethoden zo divers mogelijk moeten zijn om een zo divers mogelijke groep te kunnen aantrekken en opleiden. ‘Zeker met de fenomenale vooruitgang die de technologie boekt zijn hier mogelijkheden in’, voegt professor Devlieger daaraan toe. ‘Het is belangrijk dat het beleid regelmatig bevraagd wordt.’
Buiten het groepsgesprek
Niet enkel de universiteit is gebouwd op de fundamenten van de Nederlandse taal, ook onze dagdagelijkse communicatie hanteert deze gesproken taal. Toch kunnen dove of slechthorende studenten zelfs met een hoorapparaat niet perfect horen. ‘Ik kan niet horen vanuit welke richting een stem komt, dus als ik de persoon niet zie spreken moet ik echt zoeken’, vertelt Wouter.
Dat maakt praten in een rumoerige context haast onmogelijk. En net rumoerige contexten zijn alomtegenwoordig in het studentenleven. Op café gaan met vrienden, small talk tijdens de pauze van je hoorcollege of gewoon babbelen in de Alma: onverstaanbaar.
'Het is erg frustrerend om niet te verstaan wat je vrienden rond je vertellen'
Wouter David, dove student
‘Als vrienden van me in groep beginnen praten, ga ik gewoon weg. Het is erg frustrerend om niet te verstaan wat je vrienden rond je vertellen, dus dan ga ik gewoon ergens anders mijn eigen ding doen’, vertelt Wouter.
Ook Vincent gaat liefst uit met dove vrienden. ‘Wij zitten allemaal in dezelfde situatie, dus dan begrijpen we dat we moeten focussen op liplezen en ons desnoods met handgebaren verstaanbaar maken.’
Donja, een slechthorende student logopedie en audiologie vertelt ook dat ze tijdens het uitgaan helemaal niemand kan verstaan. ‘Maar dan probeer ik dat ook niet meer, dan zet ik gewoon mijn hoorapparaten uit en geniet ik van het dansen!’