LEUVENSE LAGEN STICHTING MIDDELEEUWSE UNIVERSITEIT
De stichting van de Leuvense universiteit: een stad binnen de stad
Aan het begin van de vijftiende eeuw werd de eerste universiteit in Leuven opgericht om de stad opnieuw op de kaart te zetten. De samenwerking tussen stad en universiteit vormde al snel een succesverhaal.
Volgens het stichtingsverhaal van de middeleeuwse Leuvense universiteit stichtte paus Martinus V de instelling op 9 december 1425 met een pauselijke bul. Maar dat is te kort door de bocht volgens Jo Tollebeek, historicus aan de KU Leuven en trekker van een project rond de geschiedenis van de universiteit. 'De goedkeuring van de paus vormde wel een verplicht sluitstuk van het proces, maar Martinus V was zeker niet degene die het initiatief genomen had.'
Dat initiatief kwam eerder van onderaf, van de stadsmagistraat van Leuven en de geestelijkheid verbonden aan de Sint-Pieterskerk. 'Met een universiteit wilden ze Leuven opnieuw op de kaart zetten', zegt Tollebeek. De stad, voorheen het hart van het hertogdom Brabant, was namelijk in de veertiende eeuw in verval geraakt en moest zijn voorname positie afgeven aan Brussel.
De hertog van Brabant, Jan IV, steunde de Leuvenaars maar al te graag in hun strijd met Brussel. 'De hertog had zelf een verregaand conflict met de stad Brussel op dat moment en keurde een universiteit in Leuven dan ook onmiddellijk goed', stelt Jelle Haemers, historicus aan de KU Leuven en gespecialiseerd in de Middeleeuwen.
Het bredere plaatje
De Leuvense universiteit was eigenlijk niet uniek: verschillende universiteiten sprongen als paddenstoelen uit de grond in dezelfde periode. 'Voordien had je er een paar grote zoals Bologna of Parijs, waar tot de stichting van Leuven de meeste studenten van de Lage Landen naartoe gingen', legt Tollebeek uit.
Maar de vraag naar kenniscentra groeide. Documenten, en vooral geschoolde mensen die er mee konden werken, groeiden aan belang in de middeleeuwse maatschappij. Het was de taak van de universiteiten om deze mensen op te leiden.
Ook de vorming van nationale staten met bijbehorende ambtenarenapparaat in de late middeleeuwen, maakte van de universiteiten machines die grote groepen ambtenaren moesten leveren, volgens Tollebeek. De juristen die afstudeerden aan de universiteit in Leuven, gingen bijvoorbeeld werken bij het stadsbestuur of het hof van de hertog van Brabant.
Goedkoper bier voor studenten
Eenmaal de paus zijn stempel op de stichtingsbul had gezet, konden de lessen van start gaan. Maar de universiteit was in het begin nog zeer kleinschalig. 'Je kan het zeker niet vergelijken met de universiteit van nu, die meer dan 50.000 studenten telt', zegt Tollebeek. 'Je had een kleine, maar hechte universitaire gemeenschap waar alle studenten en professoren elkaar bijna persoonlijk kenden.'
Zo bestond de universiteit bij haar stichting uit slechts één gebouw, de Universiteitshal. 'Je had vier faculteiten toen: artes (vergelijkbaar met natuurwetenschappen en filosofie, red.), burgerlijk recht, kerkelijk recht en geneeskunde. De lessen hiervan waren in lokalen in de Universiteitshal, terwijl erin tegelijkertijd nog markt plaatsvond', duidt Tollebeek.
'Studenten werden vrijgesteld van taksen en konden enkel berecht worden door een universitaire rechtbank'
Johan Tollebeek, historicus KU Leuven
De studenten van toen zijn bovendien moeilijk te vergelijken met de huidige studentenpopulatie. 'Ze waren uitsluitend mannen van een gegoede burgerlijke afkomst, vaak ook al veertig of vijftig', zegt Haemers. 'Om te studeren moest men ook verplicht clericus worden.'
Student zijn aan de middeleeuwse universiteit had wel zijn voordelen. 'Als onderdeel van de universitaire gemeenschap werd je vrijgesteld van een heleboel taksen en tollen', duidt Tollebeek. 'Daarnaast konden studenten enkel door een universitaire rechtbank berecht worden, die volgens de stedelijke overheid vaak te mild was.'
'Dat Leuven groter is dan pakweg Tienen of Aarschot, heeft ze aan haar universiteit te danken'
Jelle Haemers, historicus KU Leuven
Deze situatie, een stad binnen de stad als het ware, zorgde geregeld voor aanvaringen. 'Enkele studenten gingen bijvoorbeeld bier aankopen tegen een lager tarief, en verkochten ze dan door aan een goedkope prijs', zegt Haemers. Dat vond de stad Leuven natuurlijk niet kunnen en ze voerden met succes een proces tegen deze uitspattingen.
Al bij al waren Leuven en de universiteit een succesverhaal. 'De kracht lag en ligt bij een goede samenwerking tussen stad en universiteit, tot op de dag van vandaag', verklaart Tollebeek. Haemers besluit iets brutaler: 'Dat Leuven groter is dan pakweg Tienen of Aarschot, heeft ze aan haar universiteit te danken.'