artikel> Groeipijnen op Campus Proximus
De Lijn schuift busfactuur door
Aan het begin van dit academiejaar verhuisden 450 informaticastudenten van de UCLL naar de nieuwe Campus Proximus in Haasrode. Over sommige praktische zaken werd evenwel niet goed over nagedacht.
Een busrit van het station van Leuven naar Campus Haasrode bedraagt 12 minuten buiten de spits. Toch is het niet uitzonderlijk dat studenten langer dan een uur nodig hebben om op de campus te raken omdat vele bussen vol zitten tijdens spitsuren en de chauffeur hen niet laat opstappen. Er is een capaciteitsprobleem, waardoor een verhoging van het aantal bussen noodzakelijk is.
Volgens een nota van de stad Leuven bedraagt het totale kostenplaatje voor het opvoeren van het aantal bussen naar Haasrode jaarlijks 250.000 euro. Door een aanpassing van de ringbus op de zaterdagregeling wordt 100.000 euro vrijgemaakt. De overige 150.000 euro moet van andere partners, zoals de stad, bedrijven en onderwijsinstellingen komen.
"Het is opmerkelijk dat de Lijn besparingen lijkt door te schuiven naar gemeenten en steden”
Dirk Robbeets, schepen voor Openbare Werken
“Een aantal weken geleden zijn wij akkoord gegaan om een bijdrage te leveren om het aantal busverbindingen te verhogen,” vertelt schepen van Openbare Werken Dirk Robbeets (sp.a). Het gaat om een bedrag van 25.000 euro. “In het begin hadden wij negatieve gevoelens. De overheid en niet de stad moet zorgen voor goede busverbindingen. Het is opmerkelijk dat de Lijn besparingen lijkt door te schuiven naar gemeenten en steden.”
KU Leuven betaalt
Ook de werkgeversorganisatie VOKA draagt 50.000 euro bij. “Ik denk dat het heel uitzonderlijk is dat VOKA betaalt aan De Lijn,” vertelt Robbeets. “Het ligt niet voor de hand dat wij geld moeten geven om bussen te laten rijden naar een bepaalde bestemming. Dat genereert op zijn minst enige verontwaardiging,” geeft hij toe.
Opvallend is dat ook de KU Leuven een duit in het zakje doet. “Het bedrag van de KU Leuven is jaarlijks ongeveer 17.000 euro. Dat geld komt uit de middelen die de KU Leuven niet meer uitgeeft doordat de gratis buspas enkele jaren geleden betalend is geworden,” licht vicerector Studentenbeleid Rik Gosselink toe.
"Het kan niet de bedoeling zijn dat bij elke uitbreiding van busbestemmingen de partners moeten opdraaien voor de financiële gevolgen van de uitbreiding"
Rik Gosselink, vicerector Studentenbeleid
Gosselink bevestigt bovendien dat de toelage van de KU Leuven en de stad niet eenmalig maar jaarlijks wordt betaald. De bedoeling is dat De Lijn in samenwerking met de partners (Stad Leuven, onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven) een finale regeling voor de regio uitwerkt. "Het kan niet de bedoeling zijn dat bij elke uitbreiding van busbestemmingen de partners moeten opdraaien voor de financiële gevolgen van de uitbreiding," aldus de vicerector.
Er is nochtans geen enkele KU Leuvenstudent die lessen volgt op campus Proximus. “Dit is een gebaar van solidariteit, waarbij ons uitgangspunt is dat we alle Leuvense studenten gelijk willen behandelen,” vertelt Gosselink. “Als de KU Leuven morgen een campus buiten de ring zou plaatsen, verwachten we dat de onderwijsinstellingen gezamenlijk de kar trekken om een eenduidig signaal aan De Lijn te geven.”
Volgens dezelfde nota zou ook de UCLL 50.000 euro moeten bijdragen. De stad lanceerde een voorstel om UCLL-studenten meer te laten betalen voor de studentenbuspas. De KU Leuven en Lucas Reintjens, voorzitter van de studentenraad UCLL op Campus Proximus, zijn geen voorstander van dat voorstel: “De UCLL is groot. Wat heeft iemand in Gasthuisberg eraan meer te betalen voor de campus waar hij nooit naartoe moet?” aldus Reintjens.
Delphine Ramon, mobiliteitsmandataris bij de Leuvense Overkoepelende Kringorganisatie (LOKO), vindt dat UCLL een bijdrage moet leveren: “De UCLL heeft zelf gekozen een campus aan te kopen die moeilijk bereikbaar is. De hogere kost kunnen ze niet op hun studenten afschuiven.”
De verontwaardiging bij studenten is reëel: “Bij de examens was ik om 20 over 7 in het station. Ik had stress dat ik niet op tijd op mijn examen van half 9 zou raken,” vertelt Liesbeth Vandevenne, student op de nieuwe campus Proximus. “Door de lage buscapaciteit is er enorm geduw en getrek, want niemand wil te laat zijn.” Liesbeth startte een petitie en diende een dossier in bij De Lijn. De Lijn en UCLL wensen niet te reageren omdat de onderhandelingen nog volop aan de gang zijn. De uitkomst daarvan wordt begin maart bekendgemaakt.
Onveilig fietsen
Campus Proximus is bovendien moeilijk per fiets bereikbaar. Momenteel zijn er twee fietsroutes naar de campus. De Geldenaaksebaan is een drukke straat, waardoor het voor fietsers weinig verkeersveilig is. Een tweede route is de Duivelsweg achter de Abdij van ‘t Park, maar de weg is niet verhard en niet verlicht.
Liesbeth vertelt: “Een medestudente voelt zich zeer onveilig op de Duivelsweg door de beperkte verlichting. Ze zou er even goed met een bordje met daarop “verkracht me” kunnen fietsen.”
“Het fietspad aan de Duivelsweg gaat eindelijk aangelegd worden,” bericht Robbeets. “We zijn gebotst op de dienst Erfgoed, waardoor we slechts toegelaten zijn twee karrensporen aan te leggen. De onderhandelingen duurden maanden. Wij hadden ook graag een fietspad over de hele breedte gehad,” aldus de schepen.
Volgens oppositielid Toon Toelen (Groen) is een slechte communicatie met de stad een belangrijk onderdeel van het probleem: “De stad heeft zich laten verrassen door de verhuis, waardoor zij zich in hun plannen bijvoorbeeld niet kon voorbereiden op een betere fiets- of busverbinding.”
"Als je een campus koopt, weet je dat je ook stoelen nodig hebt"
Lucas Reintjens, voorzitter van de studentenraad UCLL op Campus Proximus
Kristien van Hoegaerden, persverantwoordelijke van de UCLL, weerlegt de opmerking van Toelen: “Wij zijn onmiddellijk in overleg gegaan met alle betrokken partijen. Je kan het niet maken een massa mensen te verhuizen zonder dat te overleggen met de stad.”
Ook Robbeets wijst erop dat de onderhandelingen met de dienst Erfgoed al voor de komst van de campus aan de gang waren. “We willen al lang fietspaden naar Haasrode aanleggen maar botsten altijd op een njet van de dienst erfgoed voor de aanleg van een volwaardig fietspad.”
Geen stoelen
Behalve de mobiliteitsproblemen kampt de campus nog met een aantal andere groeipijnen. Zo was er een studiezaal met onvoldoende stoelen. Reintjens vertelt: “Het was in het eerste semester vaak vechten om een stoel.”
Wat precies de oorzaak is voor dat stoelengebrek, is bij Reintjens niet geheel duidelijk: "Het is jammer dat er over het waarom van het gebrek aan stoelen niet werd gecommuniceerd. Als je een campus koopt, weet je dat je ook stoelen nodig hebt.”
“De studiezaal wordt niet gebruikt als er geen stoelen zijn. Studenten werken in de vergaderzalen die overdag niet worden gebruikt,” vervolgt Reintjens.
Van Hoegaerden verklaart het stoelentekort: “Vorige week is onze bestelling van 1500 stoelen aangekomen. Dat heeft zo lang geduurd omdat we dan een betere prijs konden bedingen. Voor de studiezaal hadden we slechts 100 stoelen nodig.”
Diepvriesmaaltijden
Een derde struikelblok is het studentenrestaurant. De eerste maanden was er een uitgebreid menu, maar moest er te veel eten weggegooid worden. Het menu werd daarom sterk ingeperkt naar een pastamaaltijd en een diepvriesmaaltijd. UCLL voorziet microgolfovens om die op te warmen.
“Als de microgolfmaaltijden veel succes hebben, gaan ze het aantal microgolfovens wel verhogen,” vertelt Liesbeth. Veel alternatieven zijn er niet voor de studenten op het bedrijvenpark. “Er valt in de buurt niets te halen, want het is hier een afgelegen industriepark,” aldus Reintjens.
Of de microgolfovenoplossing niet wat provisorisch is? “Dat is relatief,” vindt persverantwoordelijke Van Hoegaerden. “Ik warm elke middag mijn eten op. Dat is toch geen groot issue?”
Te veel hooi
Campus Proximus lijkt met groeipijnen te kampen. “UCLL probeert veel dingen tegelijkertijd. De fusie van de KHL en de lerarenopleidingen op Groep T en de KHLim, ze kopen en renoveren een campus, er zijn de mobiliteitsproblemen. Dat is veel hooi op een vork, dan komen er gegarandeerd problemen. Maar het is eerder dat de ambitie te hoog was, dan dat er kwade bedoelingen waren,” aldus Reintjens.
Van Hoegaerden vindt de groeipijnen niet verrassend: “Twee jaar geleden al had ik kunnen zeggen dat dingen niet 100 procent zouden verlopen. Dat gaat altijd zo met een renovatieproject.”
De 2000 managementstudenten die normaal begin deze maand zouden verhuizen, blijven nog op hun oude campus, omdat de verbouwingswerken op de nieuwe campus nog niet zijn afgerond.