artikel> Hoe inclusie het tij moet keren
De KU Leuven en haar reputatie van ‘white school’
12,5% van de instromende Leuvense studenten heeft een migratieachtergrond. Daarbij zijn ook studenten met West-Europese roots. Inclusieve ambities ten spijt kleurt de KU Leuven te wit.
‘Inclusie’ is het centrale woord in het nieuwe beleidsplan diversiteit van de KU Leuven, die daarmee het zwart-wit-denken voorbij wil. Dat is nodig, binnen een universiteit die op bepaalde punten nog te zwart-wit gestructureerd is.
Feitelijke diversiteit versus de cijfers
Het beleidsplan stelt dat ze ‘de feitelijke diversiteit aan de KU Leuven’ beter wil profileren. Voor verschillende maatschappelijke groepen is de ondervertegenwoordiging echter nog te groot om van een representatieve ‘feitelijke diversiteit’ te spreken. In 2017 had 6% van de instromende studenten een andere moedertaal dan Nederlands en had 12,5% een migratieachtergrond. Concreet betekent dat dat ze zelf geen Belgische nationaliteit hebben of minstens één ouder of twee grootouders zonder Belgische nationaliteit. Een groot deel van die groep is uit West-Europa afkomstig. Hoewel het aantal studenten met migratieachtergrond is verdubbeld ten opzichte van tien jaar geleden, blijft de kloof met de maatschappij groot.
De universiteit weerspiegelt de diversiteit van de maatschappij niet aangezien ze de ongelijkheid binnen die maatschappij reproduceert.
Karel Arnout, professor aan het Centrum Interculturalisme, Migratie en Minderheden
Professor Karel Arnaut, van het Centrum Interculturalisme, Migratie en Minderheden, legt uit hoe dat komt: ‘De universiteit weerspiegelt de diversiteit van de maatschappij niet aangezien ze de ongelijkheid binnen die maatschappij reproduceert. Daarmee doet ze als onderwijsinstelling niet anders dan wat het secundair onderwijs ook al doet: ongelijke onderwijskansen distribueren aan bepaalde segmenten van onze samenleving.’ Dat de hogeschool een diverser studentenpubliek kent, heeft te maken met haar meer laagdrempelig imago.
Ook voor studenten die wel starten, blijkt het inclusieve plaatje nog een ideaalbeeld. Voor studenten met specifieke kenmerken is er een hogere drop-out en slechtere doorstroom, zelfs na een geschikte vooropleiding. Studenten met West-Europese migratieachtergrond scoren beter dan studenten met niet-westerse achtergrond. Studenten met migratieachtergrond doen ook langer over hun studies. De helft van studenten zonder migratieachtergrond haalt na het eerste academiejaar een studie-efficiëntie van 80% of hoger, voor studenten met niet-westerse migratieachtergrond ligt dat op 28%. Verklaringen daarvoor zijn persoonlijke en omgevingskenmerken zoals zelfvertrouwen, onaangepaste leeromgeving en moeilijke sociale en emotionele contexten.
White school
Studente Communicatiewetenschappen Chaima (19) vertelt hoe de niet-representativiteit voor haar een drempel vormde om aan deze universiteit te starten: ‘De KU Leuven heeft echt wel een reputatie van ‘white school’. Foto’s op sociale media of brochures voor zesdejaars tonen vooral blanke mensen. Dan denk je zelf wel "dat zijn allemaal mensen die er niet zoals ik uitzien".’
De KU Leuven heeft echt wel een reputatie van ‘white school’. Foto’s op sociale media of brochures voor zesdejaars tonen vooral blanke mensen
Chaima, studente Communicatiewetenschappen
Moet de KU Leuven meer diverse profielen in de verf zetten? Volgens professor Arnaut hangt dat ervan af of je de huidige of de gewenste situatie wil weergeven: ‘Het is verdedigbaar dat men zijn studentenpopulatie of professorenkorps als divers voorstelt (voor zover dat visueel kan), maar dat is in de huidige situatie meer een utopie dan een statistische realiteit voor elke universiteit. Indien onderzoek uitwijst dat men deze utopie beter kan realiseren door het in publiciteit te gebruiken, stel ik voor dit te doen.’
Aan andere universiteiten lijken ze meer gekozen te hebben om de utopie uit te dragen: op de websites voor toekomstige studenten van respectievelijk de UAntwerpen en UGent zien we lachende en springende studenten van alle kleuren, terwijl op de KU Leuven-foto twee witte mannen prijken achter een computerscherm.
De KU Leuven is volgens Chaima geen eerste keuze voor migratiestudenten. ‘Hier denk ik "I’m going to try to blend in as much as possible". Vorig jaar was ik de enige in de aula die een hoofddoek droeg en dat voelde heel raar, omdat ik het gevoel had dat dat voor iedereen opviel.’
Initiatieven
Een universiteit echt inclusief maken is geen eenvoudige zaak, maar via verschillende initiatieven wil de universiteit de zaken doen veranderen. Het programma Coaching X-tra is al jaren een vast deel binnen de Dienst Studieadvies. Dat voorziet intensieve coaching voor studenten met bepaalde kenmerken zoals een multiculturele achtergrond of thuissituatie, en steunt hen in allerlei thema’s die verder reiken dan de studie.
Ook het Contactpunt Interculturaliteit verwelkomt en begeleidt meer specifiek studenten met migratieachtergrond en vluchtelingen met als doel een succesvolle studieloopbaan aan de KU Leuven. Het organiseert studietrainingen, ontmoetingsactiviteiten en gespreksavonden. Het Contactpunt volgt ook het Avicennafonds op, dat zich inzet om de slaagkansen van studenten met een migratieachtergrond te verbeteren. Coaching X-tra en Avicenna coaching nodigen studenten proactief uit, waardoor ze ook studenten die niet spontaan ondersteuning zoeken bereiken.
Coaching X-tra
Al loopt de communicatie niet helemaal op rolletjes, vindt Chaima. Ze ontving in het eerste jaar een mail van Coaching X-tra: ‘Het kwam voor mij heel vreemd over, omdat het over migratie ging en ik me ook gewoon een student wil voelen, zonder dat ik een label krijg van "migrant".’ Ze besliste dan ook om niet aan het programma deel te nemen. ‘De mail is zo al gericht op je afkomst en situatie, dat moet niet nog eens benadrukt worden. Moest het meer verwoord zijn als "we bieden extra hulp aan", dan had ik het misschien aantrekkelijker gevonden.’
Op aanraden van een vriendin besliste ze dit jaar echter toch in te schrijven. De coaching zelf bleek beter dan verwacht. ‘Ik voel me in het programma niet "migrant" en de aanpak van de coaches focuste ook niet op mijn achtergrond.’ In het academiejaar van 2017-2018 startten 20 studenten met de Coaching X-tra, terwijl één derde van de generatiestudenten dat jaar minstens één bijzonder sociaal-cultureel kenmerk had en dus in aanmerking kwam voor het programma.
Het tij keren
Volgens professor Arnaut heeft de universiteit drie remediërende rollen om het tij te doen keren: ‘De maatschappelijke ongelijkheid en armoede blijven aanklagen, de financiële impact van een studeerinvestering in jongeren uit lagekansengroepen beperken en op allerlei manieren drempelverlagend werken.’ Bij dat laatste wijst hij op Barcelona, waar universiteitsstudenten naar secundaire scholen en ouderverenigingen gaan om het beeld van ‘de universiteit is te hoog gegrepen voor mensen zoals wij’ bij te stellen.
Het samengaan van diversiteit en inclusie in het huidige beleidsplan is volgens hem een ‘wijze en productieve keuze’. Maar we mogen niet blijven staan bij initiatieven van bovenaf.
In de werkgroep die Arnaut leidt, TINC (talent voor inclusie) is de brug tussen boven en onder het doel: ze probeert visies van individuen, studenten en faculteiten in het beleid te implementeren. Zo nodigde TINC de studentenactiegroep Undivided uit om hun initiatieven rond ‘dekolonisering van het curriculum’ toe te lichten. Undivided is een bottom-up-initiatief, waar studenten in werkgroepen samenkomen om kritisch na te denken over diversiteit.
Een diverse universiteit creëer je met diverse actoren. De KU Leuven onderneemt al heel wat initiatieven om de kloof te dichten, maar er is nog veel werk aan de winkel.