reportage> Volkse kroegen: Café In Den Ouden Tijd
‘Dat zit er in mij, een beest’
Wie met de trein naar Leuven komt, passeert er onwillekeurig elke week. Het laatste café van onze volkse kroegentocht is bruin, berucht en ligt recht tegenover het station: café In Den Oude Tijd.
Woensdagnamiddag, half drie. Wie de aloude kebabwalm van station Leuven ontglipt, bevindt zich plotseling recht tegenover bruine kroeg In Den Ouden Tijd, uitgebaat door Tom en Hilde. Pintjes van vijfentwintig centiliter kosten er evenveel als drieëndertigers, staat er op de ruit geschreven (€ 1,70 voor de geïnteresseerden), vergezeld van boodschappen zoals ‘roken is toegestaan in de rookzone’ en ‘alle sport vertoond op groot scherm’.
Het gerucht gaat dat (ex-)gedetineerden er graag eentje komen drinken, begeleid door hun cipiers. Vechtpartijtjes zouden er dagelijkse kost zijn en iemand mompelt wat over een schietpartij in 2005, iets met Tsjetsjenen en Armeniërs. We slikken.
Kroeggangers van alle soorten en maten
In Den Oude Tijd blijkt gelukkig helemaal niet zo intimiderend als aanvankelijk gedacht. De rokerszone neemt minstens een kwart van de caféruimte in beslag, een viertal gokkasten staan op een ander kwart, de tapbiljarttafel gaat nog schuil onder het zeil.
De toogwand is bekleed met talloze geldbriefjes van vreemde origine. ‘Ooit is dat begonnen met één reiziger die zijn resterende geld hier achter liet, en dat is toen wat uit de hand gelopen,’ vertrouwt een vaste klant ons al lachend toe.
'Een groot pintje bestaat niet, hé'
Tom, kroeguitbater
Reizigers blijken een groot deel uit te maken van het kroegpubliek en families zien we ook geregeld passeren. Een moeder duwt haar buggy tot aan de toog, een klein meisje drinkt haar cola en wilt het zure berensnoepje dat ze heeft gekregen nog opsparen, grootvader en grootmoeder rollen hun valiezen naar de rookruimte. Schuin voor ons zit een man met een skibril een pintje te drinken.
Wanneer ook wij ons willen wagen aan dat gerstenat, stoten we op verwarring. ‘Een pint? Of een pintje?’ roept Tom, kroeguitbater en joviale barman. Of er een onderscheid is? ‘Ja, een groot ‘pintje’ bestaat niet, hé!’
‘Ne simpele mens’
We schuiven mee aan aan de toog en worden meteen geadviseerd om gsm's niet onbewaakt achter te laten. Plots marcheert een nogal groezelige man het café binnen, recht naar de toiletten, die normaal vijftig cent kosten voor niet-klanten.
‘HELA! Dag meneer? Meneer! MENEER! Goeiendag?!’ De man blijft verdwaasd staan op orders van de kroegbaas en prevelt wat onsamenhangends. Verwaarloosde kleren en een onfrisse oogopslag.
‘Meneer, wij zeggen hier goeiendag tegen mekaar, dus goeiendag he.’ De man lijkt uit het lood geslagen maar lispelt nog snel ‘goeiemiddag’ alvorens de wc binnen te glippen. ‘Ge ziet dat dat ne simpele mens is, he. Laat die maar doen,’ bromt de kroegbaas nog.
Drankjes mixen voor een zware kater
Daarna raken we in gesprek verwikkeld met Danny en Luc. Danny kapt zijn tweede Westmalle binnen aan een sneltempo en Luc krijgt na het vele bijvullen van zijn glaasje gewoon de fles porto voor zijn neus geposteerd. ‘Ge moet later gewoon doen waar ge goesting in hebt, niet naar uw ouders luisteren. Als iets uwe meug is, dan moet ge daarvoor gaan.’ We laten ons graag bedelven onder het vaderlijke advies.
'Als iets uwe meug is, dan moet ge daarvoor gaan.'
Danny, caféganger
Luc biedt ons de porto aan. Maar omdat drankjes mixen zorgt voor een zwaardere kater - een volkswijsheid die zeker bij studenten vaak over de tong gaat - weigeren we het glaasje dat hij onder onze neus duwt. Danny raakt plots nogal opgehitst. ‘Dat zit er in mij,’ roept Danny uit, ‘een beest!’
Wanneer we vragen wat hij bedoelt, legt Danny nogal jachtig uit hoe hij hele sloten bier aankan maar dat hij niet moet beginnen mengen met andere drank. Want dan verandert hij - in zijn eigen woorden - in een beest. Luc valt hem bij en samen proesten ze het uit. Luc en Danny kenden elkaar niet maar lijken nu plots beste vrienden, clichés ten top.
Hoewel het vandaag jammer genoeg wat te vroeg was voor vechtpartijen, shoot-outs en bajesklanten, kregen we er toch een ontnuchterende en soms lichtjes hartverwarmende ervaring voor in de plaats. Misschien keren we 's avonds nog eens terug naar In Den Oude Tijd, een waardige afsluiter voor elke kroegentocht.